Bert Wagendorp: ‘sportwedstrijd steeds meer een theaterstuk’

AMSTERDAM – Sportjournalisten moeten meer verhalen vertellen in hun stukken, want anders wordt sport in de toekomst een ‘betekenisloze en steriele activiteit’. Die waarschuwing gaf Volkskrant-columnist en schrijver Bert Wagendorp (62) woensdagmiddag tijdens zijn lezing Fictie moet de sport redden in een uitverkochte Rode Hoed.

Terwijl het gros van de Amsterdammers met hun hoofd bij de wedstrijd Ajax-Real Madrid zat, hield Wagendorp in debatcentrum de Rode Hoed een betoog over de toekomst van de sportverslaggeving. De auteur van de wielrenroman Ventoux sprak tijdens de jaarlijkse Kees Fens-lezing De jaarlijks georganiseerde Kees Fens-lezing is vernoemd naar de in 2008 overleden literair recensent en sportcolumnist van de Volkskrant. De lezingen gaan over thema’s gerelateerd aan het leven en werk van Fens, waaronder (sport)journalistiek en literatuur. In voorgaande jaren hielden onder andere kunstjournalist Mariëtte Haveman en dichter Willem Jan Otten de lezing. ook zijn zorgen uit over de toename van commercie in de topsport.

‘Je zult altijd fictie nodig hebben’

Bert Wagendorp

Theaterstukken

De schrijver deed in zijn lezing de observatie dat de topsport zich in hoog tempo ontwikkelt tot een vorm van entertainment die puur draait om het maken van winst. Wagendorp: ‘Voor elke topsporter is een zorgvuldig marketingplan uitgedacht door pr-types en managers.’ De schrijver vreest dat sportwedstrijden steeds meer dichtgetimmerde theaterstukken worden, zonder ruimte voor persoonlijke verbeelding. Dit zou de sport een stuk minder spannend en menselijk maken.

Sportjournalisten kunnen aldus Wagendorp weerstand bieden tegen die eentonigheid door zelf op een persoonlijke en verhalende manier te schrijven over sport. Hij verwees daarbij naar Jan Mulder, die als sportcolumnist gebeurtenissen uit zijn eigen vroegere voetbalcarrière nam en die opschreef in de vorm van een fictief verhaal. Volgens Wagendorp geeft fictie betekenis aan sport. Met ‘fictie’ bedoelt hij geen verzinsels, maar eerder de mythevorming die ontstaat rond sporthelden die tot de verbeelding spreken.  

Bert Wagendorp signeert boeken na afloop van de lezing

Fictie

Wagendorp onderbouwt zijn mening met het argument dat een sportwedstrijd zonder omlijstende verhalen oninteressant en zinloos is. Een goede sportjournalist zet sporters neer als personages in een vertelling, vindt hij. Als voorbeeld noemt hij Messi: van de verhalen die over hem worden verteld weet niemand in hoeverre ze echt of fictief zijn.

Zelfs de schoonheid van het spel van een Messi of een Federer spreekt volgens Wagendorp niet voor zichzelf en kan niet worden gewaardeerd zonder een verhalende omlijsting: ‘Je zult altijd fictie nodig hebben. We vullen een sportprestatie altijd aan met de dingen die we weten over sporters. Anders staan we alleen maar te kijken naar bewegende lichamen.’