Kunnen familieleden uit verschillende generaties letterlijk op ‘dezelfde golflengte zitten’? 

Is het mogelijk om op ‘dezelfde golflengte’ te zitten? Neurowetenschapper Suzanne Dikker heeft een onderzoekssubsidie van drie miljoen euro ontvangen, om dat te onderzoeken. Meer specifiek kijkt ze of de communicatie tussen generaties beter is wanneer hun hersengolven en ritmes van het lichaam synchroon lopen. Wanneer zij dus letterlijk op dezelfde golflengte zitten. 

Suzanne Dikker is verbonden aan zowel New York University (NYU) als de Universiteit van Amsterdam (UvA) en spendeert momenteel veel van haar tijd in New York. Via een Zoomgesprek vertelt zij enthousiast hoe ze op het idee kwam van het onderzoek. 

“Tijdens eerder hersenonderzoek kwam ik erachter dat mensen taal zo snel en makkelijk kunnen begrijpen doordat onze hersenen heel voorspellend zijn. We zijn continu aan het voorspellen wat er in onze omgeving gebeurt. Het zijn onze hersenritmes – of golven – die ons daarbij helpen. Toen dacht ik: ‘Wacht eens even, taal begrijpen gebeurt niet per se in je eentje. We kennen allemaal wel het idee van ‘op dezelfde golflengte zitten’, of je ‘met elkaar verbonden voelen’. Zou dat ook meetbaar zijn?”

Intergenerationele communicatie

De vraag of mensen op dezelfde golflengte kunnen zitten, willen Dikker en haar team nu koppelen aan onderzoek naar communicatie tussen mensen van verschillende generaties. “Wat nou als onze ritmes níet hetzelfde zijn? Wordt het dan ook moeilijker om met elkaar te communiceren? Iedereen wordt ouder, wat betekent dat er natuurlijke veranderingen in de ritmes van de hersenen optreden. Dit kan wellicht voor een deel verklaren waarom er misverstanden tussen generaties bestaan.”

“Nu denken we al gauw: ‘Dat misverstand heeft te maken met het feit dat jij Gen Z-er bent en ik babyboomer of whatever. Misverstanden worden gewijd aan maatschappelijke verschillen tussen generaties, maar dat het voor een deel ook zou kunnen komen doordat we gewoon biologisch gezien anders zijn, blijft dan onderbelicht.”

Onderzoek

“Het plan is om de gesprekken, maar ook de hersengolven, van drie generaties binnen een familie op te nemen. Dan laten we andere proefpersonen luisteren naar delen van deze gesprekken uit de ‘echte wereld’ en meten we hoe hun hersengolven op die gesprekken reageren. Zo maken we er gecontroleerde experimenten van. Met deze uitkomsten analyseren we uiteindelijk de data uit de echte wereld.”

Tijdens de gesprekken krijgen de familieleden ook hun eigen hersengolven te zien en zien ze dus direct of deze synchroniseren, oftewel of ze op dezelfde golflengte zitten. Dikker: “Dat maakt ze meteen al bewust hoe ze een gesprek aanpakken en hoe ze zich aan elkaar aanpassen. Die bewustwording is van belang. In dit Zoomgesprek zit bijvoorbeeld een vertraging. Dat weten we wel, maar voelen we niet echt. Toch breekt het onze ritmische interactie. Het gesprek met verschillende generaties kun je een beetje als een Zoomgesprek voorstellen: het sluit net niet helemaal aan. De vraag is hoe je ervoor kunt zorgen dat je je daar dan overheen kunt zetten. Als we dat inzien zou dat veel misverstanden weg kunnen nemen.” 

Maatschappij 

Dikker “Vooral in Nederland zijn we gewend onze kinderen en ouderen weg te stoppen. En het gezin, met twee ouders en twee kinderen, is de hoeksteen van de samenleving. Maar als blijkt dat de hersengolven van een oma en een kind eigenlijk veel meer op elkaar lijken, dan zou een biologisch argument bijdragen aan het heroverwegen van hoe we onze maatschappij inrichten.”

Citizen science

Dit onderzoek ontleent zijn meerwaarde niet alleen aan de potentiële resultaten, maar ook aan de innovatieve manier waarop Dikker het wil vormgeven. “Ik vind het belangrijk om mensen buiten de wetenschap te betrekken bij het onderzoek. Dit kan worden gedaan door een deel van het onderzoek buiten het lab uit te voeren, door middel van workshops in scholen en buurthuizen.” 

Zo’n aanpak noem je citizen science en is volgens Dikker om meerdere redenen van belang: “Het is wetenschappelijk en maatschappelijk belangrijk, omdat je dan een meer diverse steekproef krijgt. Bijna al het onderzoek over de hersenen dat aan de UvA is gedaan is gebaseerd op mensen van de UvA en hun familieleden. Dat is natuurlijk niet per se representatief.”  

Crisis in de wetenschap
“Het is tegenwoordig een groot probleem dat het vertrouwen in wetenschap afneemt. Daarbij komt kijken dat het onderzoek gepolitiseerd kan raken. Dat merk ik zeker in de VS. Dat is natuurlijk een heel groot probleem. Daarom moet je een balans vinden in het waarborgen van het morele kompas, dat je moet hebben als wetenschapper. Het gaat niet over jouw waarheid versus mijn waarheid, maar de objectieve waarheid. Het is heel belangrijk om mensen die niet veel met de wetenschap in aanraking komen, te laten zien dat niet alles meetbaar is. Wij moeten daar als wetenschappers open over te zijn.”

[Suzanne Dikker (44) studeerde Taalwetenschap aan de UvA. Tijdens haar promotietraject aan NYU onderzocht ze hoe het voorspellend vermogen van de hersenen werkt in relatie tot taal. Later zocht ze naar manieren om gesprekken die in een natuurlijke omgeving plaatsvinden te combineren met gecontroleerde experimenten in het lab. Door samen te werken met kunstenaars en scholen neemt ze mensen mee in haar onderzoek en verzamelt ze tegelijkertijd data uit de echte wereld. Meer info over deze projecten is te vinden op: https://www.suzannedikker.net/