“Beste student, wij zijn er ook nog. Hartelijke groet, de buitenwijken”

De student als bron van welvaart
De stadsdelen hebben de grote groepen studenten hard nodig, en niet alleen als opvulling voor de leegstand. De bestuurders hopen dat de jonge nieuwe bewoners voorzieningen naar hun stadsdelen trekken. Stadsdeelbestuurder Jaensch: “Er is geen enkele andere groep die relatief zoveel geld uitgeeft aan levensmiddelen. Studenten nemen winkels, eetcafés en kroegen met zich mee: bedrijvigheid.”

Een paar jaar geleden zag je hier bijna geen enkele student, zegt Jaensch, zelf ook bewoner van Zuidoost. “Nu zie je steeds meer studenten op straat, vooral ‘s avonds. En, als je goed zoekt, ook een paar horecaondernemers die er op inspelen.” Zo heeft de lokale kroeg, 100% Zuidoost, ineens een homovlag buiten hangen. Elke eerste maandag van de maand is het gay night. Dat vinden veel Amsterdammers misschien normaal, legt Jaensch uit, maar Zuidoost heeft een masculiene samenleving. “Dus er is wel lef voor nodig.” Er zit vooral een economische gedachte achter, denkt de stadsdeelbestuurder. “Voor veel studenten valt hun verhuizing naar Amsterdam samen met uit de kast komen, dus de eigenaar dacht, ik zie een kans en ik grijp hem.”

Studenten in het ACTA-gebouw. Foto: Alexander Leeuw
Ook Paulus de Wilt, stadsdeelbestuurder in Nieuw-West, streeft naar bedrijvigheid, en is enthousiast over de komst van studenten. “Studenten maken een buitenwijk stedelijk, en veranderen de dynamiek van de buurt.” Na de studenten komen de ondernemers, en daarna volgen de middeninkomens, hoopt hij. “En dan stijgt de gemiddelde welvaart. Kijk maar naar de Spaarndammerbuurt en de Baarsjes.”

Aan de wil bij de bestuurders geen gebrek dus, en ook niet aan projecten. Maar wat willen de studenten zelf? Volgens Koos van Zanen, werkzaam bij de Dienst Ruimtelijke Ordening in Amsterdam, krijgen studenten nergens zoveel waar voor hun geld als in Zuidoost, Nieuw-West of Noord, maar betrekken veel van hen liever een bezemkast in het centrum dan een ruime woning buiten de ring. “Voor hen is de ring van Amsterdam meer dan een snelweg. Het is de begrenzing van de bewoonbare stad.”

Tel daar bij op dat Nieuw-West en Zuidoost ver van het centrum liggen, weinig opties voor (nachtelijk) vertier bieden en een onveilig imago hebben, en je weet dat er veel moet gebeuren voordat studenten zich op grote schaal aan de andere kant van de ring vestigen. De prijs per vierkante meter alleen is niet genoeg, en dat weten de bestuurders. Als de buitenwijken het van de bezemkasten willen winnen, moet er worden geïnvesteerd.

Een gespreid bedje Dus wordt er campagne gevoerd. Gemeente, stadsdelen en woningcorporaties doen van alles om de student met een andere bril te laten kijken en ze bekend te maken met de voordelen van wonen buiten het centrum. Tijdens de Intreeweek, de introductieweek voor nieuwe studenten in Amsterdam, werd dit jaar voor het eerst een dag in Nieuw-West georganiseerd en kregen studenten een folder over wonen in Zuidoost. De boodschap is steeds dezelfde: ‘hier is ruimte. Hier kunnen studenten nog goedkoop wonen. Dit is ook Amsterdam.’

Kamer met zelfgebouwde vliering in het ACTA-gebouw. Foto: Alexander Leeuw
Beeldvorming is alles, vindt stadsdeelbestuurder Jaensch. Zo organiseerde zijn stadsdeel vorige maand een fietsrondleiding voor eerstejaarsstudenten, en zette hij alles op alles om de studentenlustra van de twee grootste studentenverenigingen van Amsterdam – het Amsterdamsch Studenten Corps (ASC/AVSV) en L.A.N.X – in Zuidoost plaats te laten vinden. Jaensch heeft niet de illusie dat corpsstudenten, die doorgaans via hun netwerk binnen de ring kunnen wonen, ooit naar Zuidoost zullen verhuizen. “Nee dat weet ik, ik was een van hen, ik woonde ook lekker op de Prinsengracht en in de Pijp.” Het doel van zo’n lustrum is bescheiden: “Dat ook deze studenten een keer in hun leven met de metro door de K-buurt rijden en denken: het is hier best prima.”

En het blijft niet bij slimme pr-stunts. Als studenten er eenmaal wonen, moet hun de veiligheid worden geboden die hen – en vooral hun ouders – geruststelt. In het ACTA of GAK-gebouw kan bijvoorbeeld niemand naar binnen zonder sleutel, en heeft elke student alleen toegang tot zijn eigen verdieping. Behalve als er een feestje is natuurlijk, zeggen de ACTA-studenten. “Dan laten we de deur open en zijn studenten van alle verdiepingen welkom.”

Om de studenten nog meer tegemoet te komen, bieden de woningbouwprojecten in Zuidoost en Nieuw-West de studenten aantrekkelijke prikkels. In het ACTA-gebouw kunnen ze hun eigen kamers bouwen, en dat geeft vrijheid. Sommigen bouwen een extra verdieping in hun kamer, anderen beplakken hun voordeuren met bierdopjes en leggen tapijten in de gangen. In Zuidoost kunnen studenten, direct en zonder wachtlijst, met hun vriendengroep een appartement betrekken. Voordelen die Amsterdamse studenten in het centrum doorgaans niet hoeven te verwachten.