“Beste student, wij zijn er ook nog. Hartelijke groet, de buitenwijken”

Nergens groeide het aantal studenten de afgelopen vijf jaar zo hard als in Amsterdam Nieuw-West en Zuidoost. Daar zijn de bestuurders van de achterstandswijken blij mee. Campagnes, corpsfeesten, huurkortingen; alles om de student naar hun wijk te lokken.

In de Amsterdamse Poort in Zuidoost zit een Ghanese nagelstudio, vol met Ghanese vrouwen. ‘Solar Acryl Gel Acryl Pedicure’ staat op de ruit. Daaronder, in grote letters: ‘Studentenkorting’. Emile Jaensch, stadsdeelbestuurder in Zuidoost, maakte er een foto van en zette hem op Twitter. “Mooi toch? Je ziet hoe de komst van de student het straatbeeld in dit stadsdeel verandert.”

Ze zijn luidruchtig, niet zelden dronken en gooien hun fietsen overal neer. Studenten hebben niet het imago van goede buren. Maar Zuidoost en Nieuw-West willen niets liever dan meer studenten op straat. De stadsdelen kampen met een opeenstapeling van problemen, en worden hard geraakt door de crisis. En de student? Die moet alles oplossen.

Het voormalige ACTA-gebouw in Nieuw-West. Er wonen nu 460 studenten. Foto: Alexander Leeuw

In Nieuw-West en Zuidoost wonen weinig mensen met middeninkomens, en is het gemiddelde inkomen relatief laag. Achterstandsbuurten en -wijken als de Kolenkit, de Bijlmer en Geuzenveld hebben bovendien veel voortijdige schoolverlaters, een hoog aantal werklozen en problemen met criminaliteit.

In 2007 maakte toenmalig minister Vogelaar (PvdA, Wonen, Wijken en Integratie) geld vrij om problemen in veertig Nederlandse ‘probleemwijken’ aan te pakken. Ook Nieuw-West en Zuidoost stonden op de lijst. Een jaar later sloeg de financiële crisis toe. Door bezuinigingen is er ieder jaar minder budget voor de wijkaanpak en komen veel sociale buurtprojecten in Vogelaarwijken onder druk te staan.

Daarnaast zorgt de crisis – vooral in stedelijke buitenwijken – voor een groeiend aantal lege kantoorpanden. Dat werkt criminaliteit in de hand en beschadigt het aanzien van de wijken. Nieuw-West en Zuidoost, samen goed voor meer dan twintig procent van de structurele kantorenleegstand in Amsterdam, hebben daarmee een bijkomend pijnpunt.

Tegelijkertijd hebben Amsterdamse studenten – zeker met de invoering van het sociale leenstelsel binnenkort – steeds minder te besteden en is hun woningnood groter dan ooit. Zuidoost en Nieuw-West, waar veel goedkope woningen en lege kantoorpanden beschikbaar zijn, bieden perspectief.

Amsterdamse bestuurders en beleidsmakers dromen van een win-winsituatie: de achterstandswijken hebben problemen die de studenten kunnen oplossen, de studenten hebben problemen die wijken kunnen oplossen. Alle problemen op een hoop, min keer min is plus.

Maar om dit bestuurlijke droombeeld werkelijkheid te laten worden zijn studenten nodig. Komen die wel naar de buitenwijken? Ja, steeds vaker, blijkt uit cijfers van de Amsterdamse Dienst voor Onderzoek en Statistiek (O+S), die voor dit stuk zijn verzameld en geanalyseerd. Het aantal jongeren dat na hun achttiende in Amsterdam komt wonen, groeit sinds 2007 nergens zo hard als in Zuidoost, waar bijna sprake is van een verdubbeling, en in Nieuw-West, waar de groei tegen de zestig procent ligt.

Mbo’ers in Nieuw-West & Het centrum zit ‘vol’

Het onderzoek

Er zijn geen aparte cijfers van het aantal studenten per stadsdeel. Om deze groep toch te kunnen benaderen, is ervoor gekozen om naar jongeren tussen de 18 en 24 jaar te kijken, die na hun 18e in Amsterdam komen wonen. Deze groep groeit ergens zo hard groeit als in Nieuw-West en Zuidoost. In ‘populaire’ stadsdelen als Centrum, Zuid en West, waar tien jaar geleden al veel studenten woonden, is de groei onder het gemiddelde. Dat zegt Marcel Janssen, onderzoeker bij de Dienst Onderzoek & Statistiek “Het lijkt erop dat deze stadsdelen vol zitten. Bovendien zijn de woningprijzen -en daarmee de huren- daar het hoogst.”

Dit onderzoek heeft geprobeerd om de groeiende instroom van uitwonende studenten te benaderen en in kaart te brengen. De groei van het totale aantal studenten in Nieuw-West zou in werkelijkheid hoger kunnen zijn, omdat daar relatief veel thuiswonende mbo- en hbo-studenten wonen. Van de 20.000 mbo-studenten in Amsterdam woont bijvoorbeeld ruim 25 procent in Nieuw-West. Veel van hen zijn opgegroeid in Nieuw-West, en wonen nog bij hun ouders. Omdat zij geen gebruik maken van studentenhuisvesting, en ook minder van studentenvoorzieningen dan de nieuwkomers, zijn zij voor dit artikel minder interessant.

De student als opvulling
Gavin Vegersteen (21) loopt door een doolhof van gangen, op weg naar zijn kamer. De muren zijn een aaneenschakeling van kale gipsplaten. ‘Ingang patiënten’, staat op een deur die hij voorbij loopt. ‘Röntgenkamer’ op een andere. Gavin is een van de studenten die in een buitenwijk ging wonen. De communicatiestudent woont sinds deze zomer in het voormalig Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA) in Slotervaart, samen met 460 andere studenten. Een groot grijs gebouw, omringd door nog meer grote grijze gebouwen. Niet bepaald gezellig. Gavin: “Ik kende de vooroordelen over Nieuw-West. Maar ik had een kamer nodig, en ik woon hier prima.”

Het voormalige ACTA-gebouw stond ruim vijf jaar leeg, toen stichting Tijdelijk Wonen Amsterdam (TWA) het pand begin 2011 in beheer nam. De studenten konden hun eigen kamers bouwen, in ruil voor tien procent huurkorting. De gezamenlijke ruimtes mochten naar eigen smaak worden ingericht. Een aantal van de grote keukens, die met twaalf tot twintig man worden gedeeld, is inmiddels een gezellige wirwar van bierkratjes, posters en neerplofbanken. In andere ruimtes is weinig gedaan om de betonnen muren en tl-verlichting van het oude gebouw te verdoezelen. Sommige studenten zijn pas net klaar met het inrichten van hun eigen kamer, zegt Gavin. “De gemeenschappelijke ruimtes komen later.”

Een gezamenlijke keuken in het ACTA-gebouw. Foto: Alexander Leeuw

“Als alle lege kantoren in Amsterdam werden verbouwd tot studentenhuisvesting, was de woningnood onder studenten zo opgelost. Twee vliegen in een klap.” Aan het woord is Freek Ossel, wethouder Wonen en Wijken in Amsterdam, op de Open Dag Lege Kantoren afgelopen oktober. Locatie van de toespraak is het voormalige GAK-gebouw in Bos en Lommer, een immens kantoor met verroeste roltrappen waar 320 koop- en huurstudio’s voor studenten worden gebouwd.

De studenten zien de voordelen van wonen in een leeg kantorenpand in ieder geval duidelijk in. “We zitten hier zo afgelegen, dat niemand last heeft van de feestjes”, zegt Gavin. En dat is maar goed ook, want soms richten beschonken bewoners schade aan. “Deze deuk bijvoorbeeld.” Gavin wijst naar een muur in een van de gangen. “Dan probeert iemand weer door een zelfgebouwd gipswandje heen te rijden. Met een winkelwagen, of zo.”

Projecten zoals in de gebouwen van ACTA en het GAK zijn populair onder studenten en een geliefde oplossing voor leegstand, dus ze vinden veel navolging. Zo is het de bedoeling dat het NISPA-gebouw in Zuidoost ruim 340 studenten gaat herbergen, en Frankemaheerd in hetzelfde stadsdeel 120 kamers gaat realiseren. In West, in het voormalige kantoor van weekblad Elsevier, komen 717 plekken vrij. En dat is nog maar een greep uit alle projecten voor studentenhuisvesting in lege kantoren. Alleen al in Nieuw-West en Zuidoost staan tientallen soortgelijke projecten in de planning.