Hoe representatief wordt de Amsterdamse gemeenteraad? Deel 3: opleidingsniveau

De nieuwe Amsterdamse gemeenteraad zal voor het grootste deel gaan bestaan uit hoogopgeleiden. Dat blijkt uit onderzoek van NAP Nieuws. Aan de hand van de kandidatenlijsten maken we een voorspelling van de samenstelling van de raad.
Deel #3 opleidingsniveau.

‘Ik vind het vervelend als je elitair wordt genoemd omdat je hoogopgeleid bent,’ zegt Marjolein Moorman. De fractievoorzitter van de Amsterdamse PvdA vindt dat ze als universitair geschoold raadslid ook de laagopgeleide Amsterdammer kan vertegenwoordigen. Dat moet ook wel, want op haar kandidatenlijst zijn ze amper te vinden.

Net als op de lijsten van de meeste andere partijen die op basis van de laatste peiling kans maken op zetels in de gemeenteraad. Bij vrijwel elke partij domineren de consultants, advocaten, relatiemanagers en promovendi. Afgaande op de peiling zullen zo’n 40 van de 45 potentiële raadsleden hoogopgeleid zijn (hbo of hoger), net als in de zittende raad het geval is. Dat is niet representatief voor de Amsterdamse bevolking. Een meerderheid van de Amsterdammers is laag- of middelbaar opgeleid. Bij elkaar iets meer dan vijftig procent, volgens een jaaroverzicht van de gemeente. Kunnen hoogopgeleide raadsleden ook hen vertegenwoordigen?

Werkbezoeken
Moorman, naast raadslid ook Universitair Hoofddocent Politieke Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, vindt van wel: ‘Ik ben hoogopgeleid maar dat betekent niet dat ik me niet kan verplaatsen in andere mensen. Ik ben bijna niet in de Stopera, ik ga veel de buurt in. Je moet als politicus interesse hebben in de mensen en weten wat er speelt.’

Politicoloog aan de UvA Tom van der Meer is lid van de onderzoeksgroep Challenges to democratic representation. Hij heeft Moormans redenatie vaker gehoord. ‘Het argument “we spreken toch met ze, dan kunnen we ook namens hen spreken” werd ook lang gebruikt om vrouwenkiesrecht tegen te gaan. Een paar werkbezoeken nemen natuurlijk het probleem niet weg.’

Want wat is dan precies dat probleem? Van der Meer: ‘Het is zowel om symbolische als om inhoudelijke redenen goed wanneer mensen zich afgespiegeld zien in de volksvertegenwoordiging. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat overheidsbeleid sterker overeenkomt met de belangen van hoogopgeleiden dan met die van laagopgeleiden. Dat komt omdat de voorkeuren van volksvertegenwoordigers aanzienlijk meer lijken op die van hoogopgeleide- dan op die van laagopgeleide kiezers.’  De onderzoeken die Van der Meer aanhaalt staat beschreven in het boek Nepparlement van zijn collega’s Armèn Hakhverdian en Wouter Schakel (UvA).   

Ze weten niet wat armoede is
Wil van Soest, fractievoorzitter en lijsttrekker van de Partij van de Ouderen, is een van de zittende raadsleden zonder hoge opleiding. ‘Ik werk al sinds mijn veertiende. Ik heb het Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs gevolgd en daarna heb ik allerlei dingen gedaan: administratief werk, juridische cursussen.’ Sinds 2014 leidt ze de eenmansfractie van de PvdO in de raad. Op de vraag of ze weleens het gevoel heeft dat haar hoogopgeleide collega’s zaken over het hoofd zien, antwoordt ze fel: ‘Ze weten niet wat armoede is. En “het werk ligt voor het oprapen” zeggen ze als het over werkeloosheid gaat.’

Honderden moties diende Van Soest de afgelopen vier jaar in, een groot deel ervan gericht op ouderen, laaggeletterden en armen. ‘Een motie over meer onderzoek naar armoede onder 65-plussers werd onlangs nog positief ontvangen. Er wordt wel naar ons geluisterd als wij thema’s aankaarten die laagopgeleiden aangaan, maar zelf komen raadsleden er niet mee.’

Self-fulfilling prophecy
Ook vrijwel de volledige D66-fractie – de grootste fractie in de zittende raad en de peilingen – heeft een universitaire opleiding genoten. Fractievoorzitter Reinier van Dantzig, zelf Bachelor of Economics en baas van drie horecazaken in de stad: ‘Geschikte kandidaten vinden met een mbo-achtergrond is moeilijk, omdat het werk dat hoort bij mbo-opleidingen een stuk lastiger te combineren is met het raadswerk.’ De vergoeding voor het raadswerk is voor leden vaak niet voldoende om van rond te komen. Zzp-werk, dat zich het makkelijkst laat combineren met de raad, is meestal weggelegd voor hoogopgeleiden, licht zowel Van Dantzig als Moorman toe.

Volgens Van der Meer is die verklaring echter niet afdoende. Het is ook een self-fulfilling prophecy. ‘Goede representativiteit verhoogt het vertrouwen in de politiek en het biedt met name achtergestelde groepen een voorbeeld waaraan zij zich kunnen optrekken. Laagopgeleiden denken eerder dat de politiek niet open staat voor mensen zoals zijzelf. En ze zien zich daarin bevestigd door de praktijk.’