‘In Amsterdam kan ik mezelf zijn’

In de rubriek Allemaal Amsterdam zoomen we dagelijks in op bijzondere mensen en plekken in de stad. Vandaag: Brabanders in Amsterdam.

AMSTERDAM – Steeds meer Brabanders tussen de 20 en 30 jaar verhuizen naar Amsterdam, blijkt uit cijfers van het CBS. Wie zijn deze mensen? NAP Nieuws spreekt drie twintigers uit Brabant over hun ervaringen in de hoofdstad.

Philip (22), student Kunst en Economie (HKU)
Philip groeide op Rijen, een dorp dichtbij Breda. In oktober van 2017 is hij na een reis door Australië in Amsterdam komen wonen. Daar heeft hij geen spijt van gehad. ‘Ik wilde altijd al in Amsterdam wonen. Als ik een dagje op bezoek ging, wilde ik nooit terug naar huis.’

Philip volgt een opleiding aan de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht. ‘Toen ik in Amsterdam kwam wonen studeerde ik hier, maar met die opleiding ben ik gestopt. Mijn studie aan de HKU vind ik heel leuk, maar ik wil er niet voor verhuizen. Dus rijd ik dagelijks met de trein.’

Philip ziet een duidelijk verschil verschil tussen zijn dorp en Amsterdam. ‘Mensen hier zijn open-minded en veel toleranter. Je kunt doen en laten wat je wilt en je kan jezelf op een andere manier uitdrukken, met kleding en gedrag. De mensen op straat inspireren me. Waar ik vandaan kom, ziet iedereen er hetzelfde uit. Toen ik een oorbel nam, werd ik daarop aangekeken. Wie een beetje anders is, is gelijk de dorpsgek. In Amsterdam is het de norm om anders te zijn.’

‘In Rijen hield ik mezelf in. Ik wilde meer mezelf zijn, maar durfde dat niet helemaal. Daarom ben ik hierheen verhuisd: om mezelf uit te vinden.’

Romy (25), student Law en Technology (TiU)
In september verhuisde Romy voor een stage op de Zuidas van Tilburg naar Amsterdam. Eerst woonde ze op studentencampus Uilenstede in Amstelveen, sinds een paar weken woont ze in de Jordaan. Zeker in deze buurt merkt ze een groot verschil met de plek waar ze opgroeide, het dorp Lage Mierde.

‘Mensen zijn hier een stuk individualistischer dan in Brabant. Als ik in de supermarkt sta en iets laat vallen, dan krijg ik alleen maar geërgerde blikken. Iedereen heeft haast, niemand zou me helpen. Dat vind ik niet per se slecht: Amsterdammers zijn gewoon gericht op zijn eigen leven. Ik herken dat ook in mezelf.’

Voor Romy was het vanzelfsprekend dat ze na haar studie naar de Randstad zou vertrekken. ‘In de grote steden zijn de beste banen, waar ik het meest kan leren. Toch heeft Amsterdam nooit bovenaan mijn lijstje gestaan. Het is een leuke stad, maar ik vond het altijd te massaal.’ Inmiddels is ze blij met haar keuze. ‘Voorlopig blijf ik hier nog wel even!’

Romy ziet dat veel mensen in haar geboorteplaats blijven wonen. ‘Ik denk dat mensen uit een dorp minder snel de neiging hebben om verder te kijken. Ze hechten veel waarde aan hun Brabantse omgeving en het kleine kringetje dat ze kennen, dus blijven ze hangen. Mijn vriendengroep van vroeger is nog steeds superhecht. Ze wonen er allemaal nog, behalve ik. Brabantse studenten vertrekken eerder naar de hoofdstad, omdat hier meer kansen liggen.’

Samuel (22), student commercieel privaatrecht (UvA)
Tijdens zijn uitwisseling in Lissabon ontdekte Samuel dat er meer leuke woonplekken zijn dan Tilburg, waar hij vandaan komt. Bij het kiezen van zijn master durfde hij verder te kijken dan zijn geboorteplaats. Toch verwachtte hij niet dat hij hier terecht zou komen. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik nooit naar Amsterdam zou gaan. De keren dat ik de stad bezocht, kwam ik alleen maar in het centrum, daar vind ik het veel te druk. Nu ben ik erachter gekomen dat er heel veel leuke plekken zijn.’

Samuel ziet, behalve de grootte van de stad, weinig verschil met het wonen in Brabant. Hij werd gewaarschuwd dat hij de Brabantse gezelligheid zou gaan missen, maar dat vindt hij wel meevallen. ‘Ik vind de mensen erg hartelijk, en ook hier praten ze de oren van je kop. Wat ik het meeste mis, is dat je in Tilburg overal zo snel bent met de fiets.’

Sinds Samuel in Amsterdam woont, voelt hij zich minder student. Dat ligt dat volgens hem niet alleen aan de stad. ‘Amsterdam is over het algemeen geen studentenstad. Maar sinds ik masteropleiding volg, ben ik ook serieuzer met mijn studie bezig. Ik ben niet meer elke dag in de kroeg te vinden.’