Met een petje in plaats van een keppeltje over straat: antisemitisme neemt toe

AMSTERDAM- Deze maand is het 75 jaar geleden dat Auschwitz werd bevrijd door de geallieerden. In een serie van vijf verhalen onderzoekt NAP Nieuws hoe Amsterdam omgaat met de herinnering aan de Holocaust. Vandaag de vijfde en laatste aflevering: een toename van antisemitisme in de stad. 

Het aantal meldingen van antisemitisme is sinds het Centrum Informatie en Documentatie Israël begon met registreren in 1996 nog nooit zo hoog geweest. Dat staat in de Monitor Antisemitische Incidenten van 2019 die de organisatie vorige maandag publiceerde. Vorig jaar werden 35 procent meer incidenten gemeld, in totaal 182. In Amsterdam verdubbelde het aantal meldingen: van 24 in 2018 naar 48 in 2019. In de categorie ‘real life incidenten’ noteerde het CIDI de grootste toename. Het gaat om schelden en dreigen op straat, bij demonstraties en tijdens sportevenementen.

In de hofjes van de Kastelenstraat in Buitenveldert wordt er geen toename van antisemitisme ervaren. Dit terwijl er Joodse winkels te over zijn: van supermarkten en restaurants tot een bakker en een koosjere slagerij. ‘Er komen hier dagelijks moslims boodschappen doen. Er werkt hier zelfs een Marokkaan,’ zegt Henry Nissim Guedy, die van de slagerij. ‘We moeten dat antisemitisme niet dramatiseren.’ Al merkt Guedy wel op dat het winkelgebied, waarnaast een Joodse basisschool en synagoge liggen, sinds een jaar of twee beveiligd wordt. Hoe dat precies gebeurt wil hij noch de politie iets over zeggen.

‘Ik ben nergens bang voor, maar als mijn vrouw hier de winkel binnenkomt, loopt ze meteen door naar achteren om de achterdeur open te maken’, zegt Michiel Cornelissen, eigenaar van delicatessenzaak Mouwes. ‘Om te kunnen vluchten.’ Cornelissen draagt geen keppeltje. Dat verklaart zijn gebrek aan angst, zegt hij. ‘Ik ben niet zichtbaar Joods.’

Guedy draagt in de slagerij wel een keppeltje, maar daarbuiten ruilt hij die al jaren in voor een petje. ‘Ik wil niet provoceren. Als ik hier ‘s avonds wegloop hoef ik soms maar driehonderd meter van de winkel te zijn en ze beginnen al met schelden. Dan vraag ik mij echt af hoe ze dat zien, zo in het donker.’

Auschwitz
Beveiliging heeft Joodse zaalvoetbalvereniging Maccabi niet, incidenten zijn er wel. De club speelt met vier teams in de reguliere amateurcompetitie van de KNVB door heel Amsterdam. Een gedeelte van de jongens draagt een keppeltje en in het logo zit een davidster verwerkt. ‘Scheldpartijen en opstootjes horen bij het amateurvoetbal, maar bij ons is het structureel. Minstens een keer per maand is er een incident,’ zegt Victor Loonstein, voorzitter van de zaalvoetbalvereniging. ‘Stinkjood, kankerjood. Het ergste incident deed zich voor toen een tegenstander na afloop van een wedstrijd tegen een Maccabi-speler zei: ‘Ik geef jou geen hand, want jouw oma heeft in Auschwitz gezeten.”

De meeste incidenten meldt Loonstein al niet meer bij de KNVB. ‘Er heerst daar een sfeer van, ‘als we er geen aandacht aan besteden dan is het er niet’. Een wegkijkcultuur.’ Loonstein ziet dat scheidsrechters van de KNVB niet tegen de incidenten optreden. Ze worden volgens hem ook niet gerapporteerd. ‘En als we het zelf melden, dan horen we er niets meer van. Ook al blijven we erop terug komen.’

Israël
Het antisemitisme jegens de spelers van Maccabi komt vrijwel uitsluitend van jongens met een Marokkaanse achtergrond, zegt Loonstein. ‘We hebben ook goede contacten met die groep en ik ben er niet op uit om ze weg te zetten, maar het komt bijna altijd uit die hoek.’ Het conflict tussen Israël en Palestina wordt persoonlijk gemaakt, zegt hij. ‘Dat terwijl bij ons vrijwel alleen maar Nederlandse jongens voetballen, die niets met het Israëlisch-Palestijnse conflict te maken hebben.’

Slager Guedy komt oorspronkelijk uit Parijs en volgens hem is het antisemitisme daar veel erger. ‘Over het algemeen voel ik mij hier veilig. De vraag is alleen: hoelang nog?’