AMSTERDAMSE DROMEN | Van alpineskiester naar roeister: hoe Floors Olympische droom veranderde

Wat zijn dromen die Amsterdammers bezighouden? In de rubriek Amsterdamse Dromen gaan de redacteuren van NAP Nieuws op zoek naar dromen die leven in de stad. Van Olympisch goud, spannende fantasieën tot de ergste nachtmerries: elke dag komt een nieuwe droom voorbij. Vandaag: Hoe de Olympische droom van Floor veranderde.

Als klein meisje wilde Floor wereldkampioen worden met skiën. Vijf jaar geleden veranderde ze niet alleen van sport, maar ook van sportdroom. ‘Nu wil ik me fysiek en mentaal op mijn allerbest voelen.’

‘Als je jong bent, droom je ervan om wereldkampioen te worden of Olympisch goud te winnen. Misschien is dat ook de fout die ik toen heb gemaakt, dat ik alleen maar bezig was met resultaten halen.’

Terwijl ze in haar roeikleding aan de eettafel zit, vertelt Floor van Ameijde (26) hoe ze er als klein meisje van droomde om Olympisch goud te winnen met alpineskiën. Vijf jaar geleden, mede door drie kruisbandblessures, kwam er een einde aan die droom. Ze stopte met skiën, begon met wedstrijdroeien en een andere sportdroom ontstond: ‘Mijn droom is nu dat ik me fysiek en mentaal het allerbeste wil voelen. Dat is niet per se in vergelijking met anderen, maar juist heel erg met mezelf.’

Sponsoren 

Op haar zevende begon Floor, geïnspireerd door twee klasgenoten, met professioneel skiën voor een wedstrijdteam in Nederland. Tijdens de basisschooljaren vertrok ze in de schoolvakanties naar Oostenrijk en werden haar weekenden gevuld met trainingen in de skihal. Hierna volgde een middelbare LOOT-school (Landelijke Organisatie Onderwijs Topsport), waardoor ze steeds meer weken en maanden in het buitenland kon trainen. Na het behalen van haar vwo-diploma, richtte ze zich een jaar lang alleen op skiën en op het vinden van sponsoren. ‘Mijn ouders konden het niet meer betalen, maar ik wilde wel graag blijven skiën,’ vertelt ze. Het lukte haar om genoeg geld binnen te halen en ze verhuisde naar Oostenrijk. 

– Floor tijdens het alpineskiën.

Hoewel het skiën fysiek heel goed ging, merkte ze dat het mentaal soms zwaar was. ‘Mijn hele dag was verpest als het skiën niet goed ging. Je kruipt er dan misschien te veel in en dan is het ook goed om met iets anders bezig te zijn.’ Ze besloot naast het skiën te gaan studeren en begon vanuit Oostenrijk aan de Johan Cruyff Academy in Amsterdam, waar de focus lag op wie je bent náást de topsporter. 

Blessures 

In Oostenrijk ging het studeren door en het skiën ging goed. Tot blessures roet in het eten gooiden. Meerdere keren scheurde Floor haar kruisband, met lange revalidatieprocessen als gevolg. ‘Maar van het revalideren leer je veel. Mijn perceptie van sport is daardoor veranderd: sport is niet alles,’ vertelt ze. Toen ze na haar derde kruisbandblessure weer negen maanden niet kon sporten, stopte ze. ‘Ik zou het mezelf niet vergeven als ik nog een keer een blessure zou krijgen en ik mezelf daarmee fysiek kapot zou maken,’ zegt ze. Haar droom veranderde. 

– In de skiff voor de Amsterdamse studentenroeivereniging Nereus.

Waar ze in het begin van 2018 nog op de bergen stond, werd vanaf september dat jaar de sneeuw van de bergen ingewisseld voor het water van de Amstel. Ze werd lid bij de Amsterdamse studentenroeivereniging Nereus waar ze direct het topsportelement oppakte. ‘Ik merkte dat ik in het roeien mijn ei kwijt kon.’ Al snel werd duidelijk dat ze veel talent had. Ze won onder andere de Varsity en begon te roeien voor de KNRB. Hoewel Parijs 2024 niet eens zo ver weg is, is dat nooit meer haar doel geweest. ‘Ik ben niet gaan roeien om ooit nog Olympisch kampioen te kunnen worden,’ vertelt ze. 

Twintig uur 

Inmiddels traint ze bijna twintig uur per week. ‘Mensen vragen vaak: ‘Waarvoor ben je aan het trainen?’ Dan moet ik het antwoord geven waar mensen niet op zitten te wachten. Ik train omdat ik het leuk vind en beter wil worden. Ik train niet specifiek om één bepaalde wedstrijd te winnen,’ vertelt ze. ‘Het gaat nu meer om de balans vinden tussen beter worden en mentaal gezond blijven.’

– Floor in de skiff voor de KNRB. © Auteursrechten zijn voorbehouden aan Ellen de Monchy.

‘Mijn droom zal uitkomen als ik het idee heb dat ik fysiek op mijn allerbeste ben en dat ik niet nóg beter kan worden. Ik heb nog niet voor mezelf gedefinieerd wanneer dat is, want misschien is het ook wel iets dat voor altijd kan blijven.’

Terwijl ze haar sporttas inpakt voor de tweede roeitraining van de dag, vertelt ze dat haar droom bij anderen soms bot overkomt. ‘Maar dat is het niet. Het winnen van wedstrijden heeft gewoon niet meer mijn prioriteit,’ zegt ze tevreden. Ze trekt haar jas aan en slaat haar tas over haar schouders. ‘Soms denk ik echt, ik gun andere mensen om net zo te dromen, maar ik weet ook dat dat tijd nodig heeft.’