Stagevergoedingen in het onderwijs: luxe of noodzaak?

Het lerarentekort in het primaire onderwijs blijft maar aanhouden. Ook in Amsterdam zijn de zorgen groot. De gemeente beschouwt het lerarentekort als de voornaamste bedreiging voor de onderwijskwaliteit en gelijke kansen. Het ontbreken van stagevergoedingen voor onderwijsstudenten vinden vakbonden dan ook onbegrijpelijk, in een sector waar zo’n nijpend tekort is. Hoe zit dat in Amsterdam? Hier volgen zes vragen en antwoorden.

Hoeveel stage lopen Amsterdamse Pabostudenten?
Pabostudenten van de Hogeschool van Amsterdam lopen vanaf hun eerste studiejaar al stage. De eerste twee jaar is dat een dag per week. In het derde jaar is dat vaak twee dagen en moeten studenten al een compleet dagdeel lessen geven. In het vierde en laatste jaar doen studenten hun eindstage: de LIO-stage (Leraar in Opleiding-stage). In die stage staan ze 2 dagen zelfstandig voor de klas, begeleid door een mentor.

Dat loopt in de praktijk vaak anders. Robin Zandstra (23), bestuurslid van SVPablo, de studievereniging van de Pabo-opleiding van de Hogeschool van Amsterdam, zegt: “De bedoeling is eigenlijk dat de student onder begeleiding van een mentor voor de klas staat, maar door het tekort staan studenten er vaak alleen voor. Het enige verschil is dat ze nog geen diploma hebben.” 

Tijdens het laatste jaar kunnen studenten aangesteld worden als LIO-werknemer (Leraar in Opleiding) of als stagiair. Alleen voor LIO-ers is in de cao van het primair onderwijs van 2022-2023 een regeling opgenomen. Het is verplicht dat zij een leerarbeidsovereenkomst met bijbehorend salaris van de basisschool aangeboden krijgen. Dat salaris bedraagt vijftig procent van een startende docent. 

Anna -achternaam bekend bij de redactie- (22) zit in haar LIO-stage en staat zonder begeleiding voor de klas. Zij krijgt daar als volwaardig werknemer voor betaald. “Ik ben niet de enige die geen mentor heeft; drie mede-studenten zitten in dezelfde situatie, maar zij krijgen daar niet extra voor betaald.

Krijgen Amsterdamse Pabostudenten stagevergoeding?
“Ik heb zelf nooit stagevergoeding gekregen”, zegt Robin. Hij zit in het derde jaar van de Pabo-opleiding. “Belachelijk”, vindt hij, “we staan er niet zomaar bij. We helpen de kinderen constant. Als de andere docent lesgeeft, zitten wij ook wel eens op een stoel, maar voor de rest lopen we continu rond. Dan ben je meer als onderwijsassistent bezig dan alleen maar als stagiair.” 

De vierdejaars krijgen vaak wel een vergoeding. Voor Pabostudenten van de Hogeschool van Amsterdam geldt zelfs dat alle vierdejaars een betaalde leerarbeidsovereenkomst krijgen, laat Decaan van de faculteit Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam, Sander Nieuwland, weten. 

Robin hoort als bestuurslid wisselende verhalen over de hoogte van die vergoeding: “Normaal krijgen mensen rond de 500, 600 euro, maar ik ken ook basisscholen die 1100 euro geven. Daarmee hopen scholen studenten aan te trekken.”

Anna ziet hetzelfde: “Het gaat er onder studenten vaak over hoeveel stagevergoeding je waar krijgt. Je hebt echt niet veel tijd voor een bijbaan ernaast dus een stagevergoeding is echt noodzakelijk om in de levensonderhoud te voorzien.”

Sander Nieuwland onderschrijft de situatie dat stagevergoedingen kunnen verschillen: “Vanwege de lerarentekorten zijn die verschillen steeds groter geworden. Onze wens is om voor de komende zomervakantie hierover afspraken te maken. De opleiding is geen partij in het bepalen van de hoogte van de vergoeding. We agenderen het onderwerp stagevergoeding wel in onze contacten met het werkveld, maar uiteindelijk bepalen de schoolbesturen wat de hoogte is.”

Wat is er in Amsterdam afgesproken over stagevergoedingen?
 
“In de Lerarenagenda In Amsterdam werd in 2019 Taskforce Lerarentekort Amsterdam opgericht: een samenwerkingsverband tussen schoolbesturen, scholen lerarenopleidingen en de gemeente. De taksforce, tegenwoordig Onderwijsregio Amsterdam, stelt om de vijf jaar een zogenoemde Lerarenagenda met een serie maatregelen op om het lerarentekort aan te pakken. Het lerarentekort in het basisonderwijs in Amsterdam bedraagt met 18,7 procent meer dan 900 fulltime banen. Eén van de maatregelen uit de huidige agenda, die in 2023 werd aangenomen, heeft betrekking op de stagevergoeding. is afgesproken dat alle vierdejaars onderwijsstudenten in Amsterdam een vergoeding krijgen”, aldus Jopie Nooren, bestuursvoorzitter van de Hogeschool van Amsterdam en voorzitter van Onderwijsregio Amsterdam. Met deze maatregel hoopt de Onderwijsregio dat studenten vaker kiezen voor een stage in Amsterdam en minder snel uitvallen. 

De hoogte van die vergoeding moet ook gelijk zijn: “Er mag geen concurrentie zijn in stagevergoeding.” Een stagevergoeding aan tweede- en derdejaars studenten is volgens de Lerarenagenda de volgende stap waar naar gekeken moet worden. “We willen dat alle studenten een stagevergoeding krijgen,” aldus Nooren. 

Wat is er landelijk afgesproken?
“Eigenlijk moeten de stagevergoedingen in de cao-onderhandelingen worden opgenomen,” vindt Nooren. Ook onderwijsvakbonden pleiten voor een sectorale stagevergoeding. Toch zien zij het liefste dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geld vrij maakt binnen de begroting om stagevergoedingen te regelen. 

Justine Feitsma, voorzitter van CNV Jongeren, deed eind december hiertoe een kritische oproep aan onderwijsministers Mariëtte Paul en Robert Dijkgraaf. Minister Dijkgraaf liet in januari in een brief aan de Tweede Kamer, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW, weten geen gehoor te geven aan deze oproep. “Heel jammer,” vindt Feitsema, “de stagevergoedingen moeten uit de loonruimte binnen scholen komen, maar als daar dus geen ruimte voor is, waar moet het dan vandaan komen? Dit kun je niet aan de sector overlaten.”

Waarom zijn stagevergoedingen juist in het onderwijs zo belangrijk?
 “Studenten lopen best veel stage en moeten vaak ook naast hun studie werken, zeker in Amsterdam,” zegt Nooren. Zij ziet het liefste dat álle hbo-studenten die stage lopen daar een vergoeding voor krijgen. 

Als voorzitter van de Onderwijsregio wil ze dat het in ieder geval voor onderwijsstudenten geregeld wordt: “ Zeker bij de vierdejaarsstudenten. Natuurlijk zijn ze stagiaires en worden ze begeleid, maar ze leveren wel een aantoonbare bijdrage aan die school. Het is een vorm van waardering voor hun inzet. En daar gaat het mij om, om mensen te behouden voor het onderwijs.”