Amsterdamse lichtpuntjes #12: lichtworm op de Prinsengracht

Het Amsterdam Light Festival werd op een bijzondere manier aangevuld met een extra installatie. Designer Philip Gay, eigenaar van Wormie Studio, installeerde zonder toestemming zijn kunstwerk op de Prinsengracht: de clandestiene lichtworm was een feit.Als ik op toestemming had gewacht zouden we deze conversatie vandaag niet hebben.’

‘De grootste uitdaging bij het plaatsen van een verlicht kunstwerk boven de Amsterdamse gracht is de stroomvoorziening,’ vertelt de Australische kunstenaar vanuit zijn atelier in Rotterdam. ‘De installatie moet constant van elektriciteit worden voorzien, zonder het gebruik van batterijen. Wonderbaarlijk genoeg vond ik een gemeentelijk stopcontact, hangend in een boom, oorspronkelijk bedoeld voor de terrasverlichting aan de overkant.’

Het kunstwerk, gemaakt van een stuk ventilatieschacht, mondt uit in een knoop en gloeit in een veranderend patroon van kleuren boven de Prinsensluis. ‘Het bestaat bijna volledig uit prefab materialen, afkomstig uit de gevestigde industrie,’ zegt Gay trots. ‘De focus komt dan te liggen op het ontwerpen van de kleine verbindingen tussen de onderdelen, in plaats van de onderdelen zelf.’

Een politiek probleem

De stunt sloot volgens de kunstenaar naadloos aan bij zijn eerdere projecten. ‘Ik werkte al langer aan publieke projecten, het is een onderdeel van mijn merk geworden. Daarnaast ben ik lichtontwerper, dus het voelde alsof deze beslissing als vanzelf op mijn pad kwam.’ De uitdaging was echter fors: hij had slechts 24 dagen en een bescheiden budget om zijn visie te realiseren. ‘Van eind december tot achttien januari moest ik een ontwerp maken en testen, een video scripten en filmen en de omstandigheden ter plaatse voorbereiden. En dat alles met slechts driehonderd euro.’

Hoewel de stunt in een opwelling ontstond, ging Gay vervolgens uiterst bedachtzaam te werk. ‘Ik wilde aan de stad bewijzen dat ik dit project zeer serieus neem, ondanks de wat ondeugende aard van de daad,’ legt hij uit. ‘Zo anticipeerde ik vooraf op de mogelijke bezwaren. Veiligheid, schade aan eigendommen, verstoring van de openbare ruimte en overlast voor omwonenden – alles werd in acht genomen. Ik heb zelfs de energiekosten van de gemeente achterhaald door het stroomverbruik in kilowattuur te berekenen. Het kost trouwens een euro negentig per week.’ Hij lacht. ‘Ik wist dat ik ze in een lastig parket bracht. Het zou een politiek probleem kunnen worden. Want hoe kan de gemeente tegen een project zijn dat zoveel toevoegt aan de openbare ruimte, terwijl alle bezwaren op voorhand zijn weggewerkt?’

Door zijn omvattende voorbereiding vreest Gay niet voor eventuele represailles vanuit het festival of de gemeente. ‘Tuurlijk kunnen de gevolgen ernstig zijn. Het belangrijkste is dat ik bereid ben de consequenties te aanvaarden. Uiteindelijk kan ik me altijd beroepen op mijn beleefde aanpak. De hele installatie is ontworpen vanuit respect voor de stad en de omgeving. Elk onderdeel zal worden hergebruikt en er zal niets beschadigd of achtergelaten worden, zelfs minder dan bij sommige van de andere festivalinstallaties.’

Toegankelijke kunst

Met deze daad van burgerlijke ongehoorzaamheid hoopt Gay kunst voor iedereen toegankelijk te maken. ‘Voorbijgangers zijn meer dan alleen toeschouwers. Ze worden participanten van het experiment. Door het te delen en erover te speculeren hebben zij de toekomst ervan in handen.’ Volgens Gay draagt die plots ontstane betrokkenheid bij aan de hoge mate van bijval die hij voor zijn kunstwerk krijgt. ‘Toen ik aan mijn volgers vroeg of ik mijn stunt zou aangeven bij de gemeente, gaf 87 procent aan dat niet te willen. Mensen willen zien wat ermee gebeurt.’

Ik hoop het levende bewijs te vormen dat je niet pretentieus, conventioneel of dood hoeft te zijn om het te maken in de kunstwereld.

Maar kunst toegankelijk maken gaat voor de kunstenaar over meer dan alleen de bereikbaarheid ervan. Door speelsheid, humor en assertiviteit in dit project centraal te stellen hoopt hij aan te tonen dat niemand afhankelijk hoeft te zijn van conventies en instanties binnen de kunstwereld. ‘Door mensen mee te nemen in mijn reis die vanaf nul begint, hoop ik voor mensen het levende bewijs te vormen dat je niet pretentieus, conventioneel of dood hoeft te zijn om het te maken in de kunstwereld.’

Gay hoopt met deze onconventionele methode uiteindelijk binnen te komen bij de instituties die hij voor dit project omzeilt. ‘Uiteindelijk hoop ik aangenomen te worden door de steden die de waarde van mijn project inzien.’ De gemeente heeft hem tot nu toe geen baan aangeboden, maar evenmin opdracht gegeven het kunstwerk te verwijderen. Dit onverwachte lichtpuntje blijft dus voorlopig niet alleen de duisternis, maar ook de regels trotseren.