Rutger Bregman met zijn school voor morele ambitie heeft een duidelijke boodschap: verspil je talent niet bij grote corporates, maar zet het in om de wereld te verbeteren. Hoe kijken starters hier tegenaan die keuzes moeten maken over werken op de Zuidas?
.
Isabeau Smidt (21) – twijfelt als rechtenstudent enorm of ze wel of niet voor de Zuidasadvocatenkantoren zal gaan.
Isabeau Smidt volgt dit jaar extra rechtenvakken om van haar interdisciplinaire bacheloropleiding PPLE naar een rechtenmaster aan de UvA door te stromen. ‘Ik volg nu een dubbele studielast en studeer elke dag van negen tot negen uur.’ Haar stip op de horizon: advocaat worden. Haar droom is om internationaal grote criminele structuren aan te pakken, zoals mensenhandel en drugscriminaliteit.
Voor ze daar is, zal ze nog een paar jaar carrière op moeten bouwen. Daarin twijfelt ze enorm over de Zuidas. ‘Mijn hoofd weet dat dit een goede werkgever zou zijn. Mijn hart zegt dat ik het niet moet doen.’
‘En dat kun jij? Slaap jij daar goed van?’
Toch gaat ze zich voor stage oriënteren bij de grote competitieve advocatenkantoren. ‘Ik denk dat Zuidas een plek is waar ik een paar jaar veel zou willen leren. Na een paar jaar zou het me denk ik moreel echt breken, dat ik gewoon niet elke dag kan slapen. Weten dat ik Shell heb verdedigd en dat nu de klimaatdoelen niet gaan worden gehaald…’ Ze benadrukt dat ze erachter staat dat iedereen en elke partij rechtsbescherming verdient.
‘In mijn linkse kringen is werken voor grote bedrijven niet populair, de meeste studiegenoten van PPLE die rechten deden zijn voor NGO’s gaan werken.’ Ze zou haar potentiele Zuidasbaan dan ook niet snel ter sprake brengen op een feestje – ‘een typisch partypooper-geval’. Ze bedenkt zich: ‘Maar stel dat je strafrechtadvocaat bent en moordenaars of andere verachte figuren verdedigt. Dan krijg je op een verjaardag vast ook de vraag: ‘En dat kun jij? Slaap jij daar goed van?’’
Een vriendin stuurde haar laatst een post door van The Economist. ‘De Ivy League Rat Race. Top students abandoning their dreams. And does that matter?’ Haar vriendin schreef ‘dit ben jij.’ ‘Oh mijn god. Dat kwam wel pijnlijk aan’, lacht Smidt.

Stellan Smid (26) – werkt sinds een half jaar als fiscalist op de Zuidas en voelt zich als een vis in het water, hij mag thuiswerken maar komt graag naar kantoor.
Stellan Smid studeerde in Groningen en is sinds kort verhuisd naar Amsterdam. ‘Ik wil ook zeker nu in het begin een goede boost aan mijn carrière geven. Ik heb het gevoel dat mijn huidige baan (bij een van de Big Four
Accountantskantoren EY, PWC, Deloitte en KPMG , red.) daar perfect voor is.’
Tijdens zijn studie kwam hij al in contact met de Zuidas. ‘Via de studievereniging leer je al snel bedrijven kennen die goud geld betalen om leden te recruiten. Heel gebruikelijk natuurlijk. Maar dat zijn niet de kleine lokale kantoren met een paar fiscalisten.’ Hij noemt wel dat steeds meer studiegenoten ook voor de Belastingdienst kiezen.
‘Je mag elke dag tot acht uur op kantoor zitten, ze houden je niet tegen. Maar het is niet normaal’
Smid vindt de Zuidas redelijk divers. ‘Daarmee bedoel ik dat je het stereotype van jonge mensen, keihard werken, hard feesten, tot diep in de nacht spreadsheets en presentaties in elkaar zetten voor de baas, niet overal ziet. Ik werk niet bij een super stereotiep Zuidas kantoor, zo’n conservatieve toko.’ Hij start zijn werkdag tussen half negen en negen uur en vertrekt tussen half zes en zeven. In de avond en weekenden heeft hij nog tijd voor zijn vriendin, concerten en sporten. ‘Je mag elke dag tot acht uur op kantoor zitten, ze houden je niet tegen. Maar het is niet normaal.’
Over morele ambitie zegt hij: ‘Ik ben wel eens naar een optreden van Rutger Bregman geweest.’ Smid noemt de ‘up or out-cultuur’. Je moet doorgroeien in het bedrijf of stoppen. ‘Ik zou hier nu wel echt een paar jaar willen werken, maar misschien begint het toch te knagen. Want je werkt voor grote bedrijven. Ik wil niet zeggen dat je ze helpt zo min mogelijk belasting te betalen, maar je helpt ze wel. Het zou ideaal zijn om dat te doen met alleen maar bedrijven die iets goeds voor de wereld betekenen. Of dat je je eigen klanten kan kiezen, die jij zelf wil helpen.’

Kaj Hoogeboom (25) – liep een jaar geleden stage bij een prestigieus consultancykantoor op de Zuidas. Daar kreeg hij een baan aangeboden, maar deze heeft hij verruild voor een, tevens stuk minder goed betaalde functie bij een klimaatlobbyorganisatie.
‘Het was een beetje een vreemde move voor mijn omgeving. Het was spannend omdat ik niemand kende die dit ook deed, een sprong in het diepe.’ Hoogeboom werkt naast zijn baan ook in een bar om rond te komen. ‘Dit is niet veel langer dan een jaar houdbaar. Ik hoef niet rijk te worden, maar wil wel relaxed rondkomen.’ Op de Zuidas werk je vaak tot tien uur ’s avonds, ‘ik heb er weinig moeite mee, omdat ik veel energie heb. Ik vind het stiekem heel leuk. Dit jaar doe ik dat op een bepaalde manier ook in de kroeg als bijbaan, tot één uur ‘s nachts.’
Hoogeboom’s droom is om Kamerlid te worden. Hij wil graag iets goeds doen en ‘de samenleving verbeteren.’ Maar hoe je daar komt is nu een grote zoektocht. Hij dacht bij de lobby impact te kunnen maken.
‘Het is een grappig moment dat we elkaar spreken. Want ik zit nu in een fase dat ik moet gaan nadenken over wat ik volgend jaar ga doen?’ Het aanbod voor de baan als consultant verloopt bijna. Hij vindt het geen makkelijke keuze.
‘In een omgeving met deadlines en een andere cultuur kun je makkelijk worden meegetrokken’
‘Ik had misschien niet een geromantiseerd beeld van de Zuidas of de klimaatbeweging waar ik nu werk. Het was meer een iets te geromantiseerd beeld van hoe de grote mensenwereld überhaupt werkt. De wetenschap achter klimaatverandering is zo duidelijk. We hebben nu wetten, we hebben doelen gesteld in het Parijsakkoord. Nu is het gewoon een kwestie van aan de slag en de doelen behalen. Maar de echte wereld ligt veel complexer.’
Of hij nu voor consultancy of een ander pad kiest: ‘het is belangrijk om je maatschappelijke waarden te onthouden en waarom je dingen doet. In een omgeving met deadlines en een andere cultuur kun je makkelijk worden meegetrokken.’
