Al eeuwenlang speelt de vrijmetselarij zich af achter gesloten deuren. Maar volgens Erik van Doremalen, voorzitter van loge Nos Vinxit Libertas, is die afgeschermde houding niet meer van deze tijd. De orde zet haar deuren op een kier. In dit interview spreekt hij openhartig over zijn ‘mannenclub’.

Waarom wordt de vrijmetselarij gezien als een geheimzinnig gezelschap?
‘Het is een inwijdingsgenootschap, en dat roept al snel het idee op van: ‘Daar gebeuren rare dingen.’ Terwijl onze inwijding juist heel beschaafd is. Bij het gemiddelde studentencorps zal dat waarschijnlijk een stuk zwaarder zijn. Daarnaast treedt de vrijmetselarij niet vaak naar buiten, maar daar is een reden voor. Het is simpelweg moeilijk uit te leggen wat het betekent om vrijmetselaar te zijn – dat moet je echt zelf ervaren om het te snappen. En ik begrijp ook wel: als je ergens niks van weet, ga je er vanzelf verhalen bij bedenken.’
De vrijmetselarij bestaat al 300 jaar. Zijn er in die lange geschiedenis echt nooit vreemde gebruiken geweest?
‘Nee, dat geloof ik niet. Het mooie is juist dat we nog steeds precies hetzelfde doen als 300 jaar geleden: verbondenheid zoeken, het gesprek aangaan en dezelfde rituelen gebruiken.’
Draagt de mystiek rondom die rituelen niet juist bij aan ongewenste geheimzinnigheid?
‘Als je wil weten wat er tijdens een ritueel gebeurt, kan je dat allemaal op het internet vinden. Wij gaven net elkaar een hand – dat is ook een ritueel. Niets is zo normaal als een ritueel. Maar toch het mysterie rondom de vrijmetselarij an sich, schrikt mensen af en voedt rare verhalen. Toch koester ik het mysterie ook; bij de loge stap ik in een parallelle wereld.’
Het lijkt alsof de laatste tijd de vrijmetselarij steeds meer naar buiten treedt. Is dat een bewuste strategie?
‘Vroeger was de vrijmetselarij elitair en bleef het vanzelf binnenskamers. In de Tweede Wereldoorlog werden vrijmetselaars opgepakt – dictators dulden geen vrije denkers. Daarna hield men het in Nederland vooral intern, maar dat past niet meer bij deze tijd. Nu geven we jaarlijks een verenigingsblad uit voor profanen – mensen die geen vrijmetselaar zijn – en zitten we op sociale media. Als het ter sprake komt, ben ik er zelf ook open over. De vrijmetselarij betekent veel voor me en ik vertel er graag over. Uiteindelijk is het ook gewoon een clubje, zoals een sportvereniging.’
‘Het is een misvatting dat de vrijmetselarij nog steeds iets van de elite is.’
Heeft die meer open houding iets te maken met vergrijzing binnen de vrijmetselarij?
‘Er was inderdaad op een gegeven moment sprake van vergrijzing, maar nu niet meer. Bij onze loge al helemaal niet. Jongeren in de huidige samenleving zoeken naar verbinding, en de vrijmetselarij is één van de manieren om die te vinden. Bij ons komen nieuwe leden zowel op eigen initiatief als via-via.’
Kunt u volmondig stellen dat uw loge een divers genootschap is, ondanks het feit dat vrouwen geen lid mogen worden?
‘Ja, er zit écht van alles bij. Het is een misvatting dat de vrijmetselarij nog steeds iets van de elite is. Ik zie het zelf als een heren- en dames hockeyteam. Er zitten ook geen mannen in een damesteam. Ik koos bewust voor een mannenloge omdat ik benieuwd was hoe mannen zich onderling verhouden. Het is echt niet zo dat we denken dat vrouwen niet kunnen meepraten, we willen gewoon met mannen onder elkaar zijn.’
Zouden vrouwen de loge niet verrijken?
‘Ik geloof van niet. Mannen en vrouwen zijn gelijk – zo heb ik ook mijn dochters opgevoed. Als ze op hetzelfde denkniveau zitten, zie ik niet in waarom ze anders redeneren dan mannen. Bij een bezoek aan een gemengde loge viel me dat ook niet op.’
Gezien de veranderende tijdgeest en maatschappelijke ontwikkelingen, zal de vrijmetselarij altijd blijven bestaan?
‘De vrijmetselarij is een levend organisme. Er komen steeds jonge mensen bij, met weer een frisse kijk op zaken. Toen ik leerling was, zaten er nog meesters bij die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt. Elke nieuwe leerling brengt verandering. De vrijmetselarij heeft eeuwenlang standgehouden, en dat is niet zonder reden. Tijden veranderen, maar het blijft een bewezen concept.’
Benieuwd naar een avond in de loge? Lees het andere deel van dit tweeluik hier