‘Jonge vrouwen moeten zien dat ze ook wetenschapper kunnen worden’

Vandaag is de tiende internationale dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap. Noor Abdulhussain, een van de drie oprichters van het Amsterdamse Sisters in Science, vertelt over het belang van zichtbaarheid van vrouwen in de wetenschap. Met video’s, workshops en lezingen willen ze breken met stereotypen in de natuurwetenschappen.

Eigenlijk was het Instagramaccount van de drie scheikundigen alleen bedoeld voor vrienden, familie en collega’s van de Universiteit van Amsterdam, om tijdens hun promotieonderzoek in 2021 te laten zien waar ze mee bezig waren. Werken in het lab, scheikundige conferenties bezoeken, onderzoeken schrijven. Maar de video’s van Noor Abdulhussain, Lotte Schreuders en Mimi den Uijl vielen op bij een groter publiek. ‘Mensen zeiden dat we het stereotype wetenschapper doorbraken’, vertelt Abdulhussain (31), die zich inmiddels als wetenschapper bij VSL National Metrology Institute bezighoudt met gasanalyse. ‘We vulden een gat waarvan we niet echt bewust waren dat het een issue was. Sindsdien richten we ons op het vergroten van de zichtbaarheid van vrouwelijke wetenschappers.’

Abdulhussain (midden), Schreuders (links) en Den Uijl (rechts)

Waarom is die zichtbaarheid belangrijk?
Abdulhussain: ‘Zodat jonge vrouwen en meisjes zien dat ze ook wetenschapper kunnen worden. Ze moeten niet beperkt worden door het beeld van de typische wetenschapper – witte man met ontplofte haren, het Einsteintype – dat er is. Je hoort vaak dat vrouwen in de wetenschap uitdagingen ervaren, zoals genderstereotypes, gebrek aan ondersteuning, ongelijke kansen. Maar het is veel meer dan dat. Wetenschap is leuk. Het heeft veel maatschappelijke waarde. En het is niet alleen voor mannen.’

Je zegt dat jullie in eerste instantie niet doorhadden dat jullie een gat vulden. Het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen was voor jullie dus geen probleem?
‘We hebben wel altijd twijfels gehad. Je hoort af en toe wat opmerkingen als ‘O, ga je scheikunde studeren? Is dat niet een beetje voor de nerds?’ Tijdens mijn promotieonderzoek liep ik rond door de gangpaden op het Universiteitspark en toen dacht ik, waarom zie ik weinig vrouwen die op mij lijken? Je denkt dat je de enige bent met die twijfels. Je staat er niet bij stil dat er een veel groter probleem is, dat weinig vrouwen wetenschap kiezen.’

Waarom kiezen volgens jou weinig vrouwen voor de natuurwetenschappen?
‘Jonge meisjes denken vaak: scheikunde of natuurkunde studeren is niks voor mij, want het is meer een jongensvak. Dat wordt veroorzaakt door een verkeerd beeld dat ze in hun hoofd hebben. Maar het kan ook bijvoorbeeld bij masterstudenten, die weinig vrouwelijke hoogleraren zien lesgeven op de uni en dan denken: misschien is de academische wereld niks voor mij… Dat gaat zo verder: minder vrouwen die promotieonderzoek doen, nog minder vrouwelijke hoogleraren. Dat heet de leaky pipeline: op allerlei niveaus stappen vrouwen uit de wetenschap. En daardoor zijn er dus weer minder rolmodellen voor jonge meisjes.’

Een vicieuze cirkel, lijkt me. Heb je voorbeelden van meisjes of vrouwen die je wel hebt kunnen inspireren?
‘Ja, dat is heel leuk. We hebben nu 5500 volgers en krijgen heel veel DM’s van meiden die vragen: kunnen jullie vertellen waarom jullie scheikunde hebben gekozen? Of is de master scheikunde leuk? En ik ben een keer ook aangesproken op het Science Park door een dame die op mij leek. Die twijfelde enorm of ze door wilde gaan met de opleiding, omdat zij tijdens haar stage alleen maar jongens zag om haar heen. En toen zij van Sisters in Science hoorde en mij zag, heeft dat haar toch een beetje een ander beeld gegeven en heeft ze doorgezet. Als je al één iemand inspireert, geeft dat al een heel goed gevoel.’

Wanneer zijn jullie niet meer nodig? Wanneer is jullie doel bereikt? 
‘Ik denk wanneer we merken dat het beeld van een wetenschapper is veranderd. Dat je vaker op tv bijvoorbeeld vrouwen ziet acteren als een wetenschapper. En dat meer jonge meisjes daardoor voor scheikunde of andere bètastudies kiezen.’