Denktank: zinvol of elitair gedoe?

The human brain
Image via Wikipedia

Succesvolle bewoners moeten de sociale samenhang in hun stadsdeel verbeteren. In drie jaar tijd zijn in zeven stadsdelen ‘denktanks sociale cohesie’ opgezet. Een elitair project of zinnige bijdrage om yuppen te betrekken bij hun wijk?

Een succesvol medisch specialist, een scenarioschrijfster en een bekende nieuwslezer op televisie. Het zijn Amsterdammers die iedere morgen op de fiets of in de auto stappen om elders interessante dingen te gaan doen. Als elite bemoeien ze zich weinig met de buurt en de problemen daar. Ze zijn te druk met de carrière en op een van de bestaande wijkbijeenkomsten willen ze nog niet dood gevonden worden. En dat terwijl ze wél de netwerken hebben om succesvolle initiatieven op te zetten.

Die kracht wilde voormalig ambtenaar Mercedes Zandwijken (53) benutten. Ze bedacht het concept van de ‘denktanks sociale cohesie’, waarin succesvolle burgers zich inzetten voor hun wijk. Op 2 november is het precies vijf jaar geleden dat het idee voor de denktanks ontstond. Theo van Gogh werd vermoord, recht tegenover het stadsdeelkantoor in Oost/Watergraafsmeer waar Mercedes Zandwijken werkte. De spanning tussen de verschillende bewonersgroepen was daarna voelbaar, vertelt ze. “De moord vormde een bedreiging voor de sociale samenhang. Er moest iets gebeuren.” Waarom zou de elite niet een keer de handen niet uit de mouwen kunnen steken? 

Waarom zou de elite niet een keer de handen niet uit de mouwen kunnen steken?

In 2006 werd de eerste denktank opgericht. Inmiddels zijn er in zeven stadsdelen denktanks actief. Ze tellen gemiddeld negen leden die in principe voor een jaar actief zijn. Mensen als RTL-nieuwslezer Rick Nieman, schrijver en theatermaker Ibrahim Selman en directeur eigenaar van Amstel Botel BV Sandra Chedi.

Een frisse wind

De meeste denktankleden hebben zich nooit eerder actief met hun stadsdeel bemoeid. “Een frisse wind is precies wat de wijk nodig heeft”, vindt Zandwijken. Volgens haar brengt de bestaande structuur van actieve organisaties soms weinig teweeg. De bewonersorganisaties bestaan vooral uit oude ontevreden burgers die altijd iets te klagen hebben. “Over een scheve lantaarnpaal, bijvoorbeeld. Ook de welzijnsorganisaties waren lange tijd ingedut. Er vindt weinig vernieuwing plaats.”

En dat kunnen de denktankleden wél brengen: een nieuwe kijk en originele ideeën. Juist omdat ze iedere morgen naar hun werk gaan, veel mensen kennen en niet alle bewonersvergaderingen afstruinen. Maar kan een groepje bewoners zonder kennis van wat er speelt in het stadsdeel en zonder goed contact met verschillende bewonersgroepen wel iets betekenen?

“Ja”, zegt Zandwijken. “Ze zijn ambitieuzer en meer analytisch ingesteld.” Als voorbeeld van de daadkracht van de denktankleden noemt Zandwijken de netwerkbijeenkomst voor zelfstandige buurtondernemers in de Rai. “Gratis en met 3-gangen diner. De Rai had nog nooit wat voor de bewoners gedaan dus dan stappen we daar gewoon op af.” Ook zijn de denktankleden beter in staat om een wethouder te overtuigen. De overheid neemt hen serieuzer en dus krijgen ze meer gedaan, vertelt Zandwijken. “Het is misschien niet leuk, maar het is wel de realiteit.”

Denktank voorzitter Renske van Bronswijk,  docent communicatie aan de UvA en voorzitter van de denktank Zuideramstel, besloot om lid te worden uit ergernis over haar eigen leefomgeving. “Zuideramstel heeft een rare combinatie van groeperingen; oude mensen, alleenstaanden en een Joodse en Japanse gemeenschap die erg op zichzelf is. Mensen leven langs elkaar heen.” Ze zocht een manier om iets bij te dragen, maar had geen zin ‘om foldertjes uit te delen’. “Ik ben een denker, geen doener. Dit past bij mij.”

Elitair gebeuren

Het nieuwe initiatief stuitte in het begin op veel weerstand. Partijen die al actief waren in het stadsdeel en bewoners waren niet blij met de plotselinge bemoeienis. De denktanks werden door hen als elitair bestempeld. “De yuppiecultuur staat op gespannen voet met inzet voor de buurt”, zegt Ruben Gowricharn, hoogleraar sociale cohesie aan de Universiteit van Tilburg. De gevestigde en geslaagde mensen hebben doorgaans niet veel met de achterban te maken. Soms distantiëren ze zich van de buurt, er is duidelijk een tweedeling in de gemeenschap ontstaan. Het kost tijd om je in je eigen buurt te verdiepen en die tijd heeft of neemt de elite vaak niet.”

De weerstand kwam niet geheel onverwacht. “Het was natuurlijk ook onorthodox”, zegt Zandwijken. Volgens haar ligt dat deels aan de ‘zesjes cultuur’ die in Nederland heerst. “Je moet vooral niet je hoofd boven het maaiveld uitsteken.” Daar moeten we echt vanaf, vindt ze. “Ik had ook een vrachtwagenchauffeur kunnen benaderen. Die had misschien ritjes in vrachtwagens voor de kinderen uit de buurt kunnen aanbieden. Maar dan hadden we toch ook toestemming van de directeur moeten hebben.”

Ik had ook een vrachtwagenchauffeur kunnen benaderen. Die had misschien ritjes in vrachtwagens voor de kinderen uit de buurt kunnen aanbieden.

“Elite heb je nodig”, zegt ook hoogleraar Gowricharn. “Als je mensen vindt die de kar willen trekken is dat heel goed. Ik ben bang dat die alleen doorgaans dun gezaaid zijn.” Gowricharn snapt de kritiek dat de denktanks elitair zijn vanuit een ideologisch oogpunt wel. “Maar vanuit praktisch oogpunt is de elite gewoon nodig.”

Denktanklid Van Bronswijk  had eerst zelf ook haar vraagtekens bij de denktanks. “Mensen met kennis die even denken te bepalen hoe het moet, dat is niets voor mij.” Maar in de praktijk is het anders. “Niemand van ons heeft een ‘we gaan het even oplossen’ houding.” Van Bronswijk probeert het de mensen keer op keer duidelijk te maken. “Hoe oneerlijk het ook is, in de praktijk werkt het nou eenmaal zo: een netwerk opent deuren. Dat moet je praktisch uitbuiten, vindt. Na die uitleg gaat er bij veel bewoners wel een lichtje branden.

Van Bronswijk: “De selectie van succesvolle bewoners om hun netwerk mag dan topdown zijn, en dus de stempel van elitair krijgen, maar zodra de denktank aan de slag gaat is het bottom up.” De methode is toch vooral met bewoners praten en dingen bespreken.

Bedreiging andere organisaties

Toch lijkt dat overleg niet in alle zeven stadsdelen plaats te vinden. Een blijvend punt van kritiek op de denktanks is de samenwerking tussen de denktanks en de welzijnsorganisaties en migrantenorganisaties die al jarenlang actief zijn in het stadsdeel. Ahmed El Mesri, voorzitter van migrantenorganisatie Assadaaka die in verschillende stadsdelen actief is, is teleurgesteld in hoe moeilijk de denktankleden te benaderen zijn. “We willen informatie met hun uitwisselen, maar de leden zijn moeilijk te bereiken.” Hij herinnert zich de installatie van de nieuwe denktank in Zeeburg een paar maanden terug. “We stonden voor aap. We wilden met hun in gesprek gaan, maar er was geen oog voor ons.”

Die samenwerking moet we inderdaad meer opzoeken”, zegt Renske van Bronswijk. Toch is dat niet eenvoudig. Van Bronswijk merkt dat haar mede denktankleden achterdochtig zijn naar deze organisaties. “De leden redeneren: de organisaties zijn al jaren bezig en de problemen zijn nog steeds niet opgelost.”

Volgens Mercedes Zandwijken maken de organisaties het de denktanks ook niet altijd even gemakkelijk. “Die organisaties willen hun toko beschermen en zien andere partijen die zich met dezelfde dingen bezighouden als bedreiging.”  

Bij andere organisaties in het stadsdeel blijft de twijfel bestaan of de denktankleden wel weten welke problemen er spelen in de wijk. “Je moet de buurt kennen, de organisaties en de mensen”, zegt Ahmed El Mesri van Assadaaka. “De leden weten niet wat er leeft in de buurt.”

Ontmoetingsideologie

Om de sociale cohesie in de stadsdelen te vergoten, organiseren de denktanks projecten als ‘Bakkie in de buurt’, waar bewoners samen koffie drinken. Of de Timorplein Community, een netwerk van 120 ondernemers die in Zeeburg werken of werken en wonen, moeten de sociale samenhang in de stadsdelen versterken.

Maar leveren deze goedbedoelde initiatieven daadwerkelijk ook iets op? Enkel groepen in verbinding brengen is niet genoeg, zegt hoogleraar Gowricharn. “Er is een ontmoetingsideologie ontstaan in Nederland, waarvan onderzoek heeft uitgewezen dat het niets oplevert. Na een kopje koffie drinken gaat men gewoon weer over tot de orde van de dag.” Volgens de hoogleraar hebben alleen duurzame constructies met een specifieke functie effect. Zoals stageplekken voor jongeren.

Zo’n stagetraject heeft de denktank in Oost/Watergraafsmeer opgezet in de vorm van het project ‘Kruiwagen gezocht’. Maar de vraag blijft of de denktanks de bewonersgroepen kunnen bereiken die deze initiatieven het hardst nodig hebben. Als elite kun je nog zo veel geweldige projecten opzetten dankzij een rijkelijk netwerk, maar het blijft vergeefse moeite als niet de juiste mensen er gebruik van kunnen maken. “Je moet niet denken dat een groep welwillende vrijwilligers de aller-moeilijkste groeperingen gaan bereiken”, zegt Mercedes Zandwijken. Dat kan je nou ook weer niet van de elite verwachten.

Reblog this post [with Zemanta]