Koken door en voor de buurt

Bijna elke buurt heeft wel een plek waar je goedkoop kunt eten en kletsen met je buren. Sinds gisteren hebben ook de bewoners van de Oostelijke Eilanden een buurtrestaurant. “Proef de buurt”, is de naam.


Amsterdam – 20 jan. Een kokkin worstelt zich tussen de tafels door, maar een bejaarde vrouw verspert haar weg. Kokkin: ‘Als u nu niet gaat zitten dan ros ik u in elkaar.’ In buurtcentrum De Witte Boei op de Oostelijke eilanden koken twee buurtbewoners vanavond voor hun buren. ‘Niet te hard rossen hoor,’ roept de oude vrouw met Amsterdams accent. Het is de eerste keer dat het buurtcentrum “Proef de buurt” organiseert. Door en voor buurtbewoners, is het idee. Voor een driegangendiner betaalt een volwassene vijf euro en kinderen drie.

Maud en Karin staan al de hele dag in de keuken. Vrijdag hebben ze de boodschappen gedaan en vanochtend om negen uur begonnen ze met koken. Vegetarisch of vlees, ook halal. Voor ieder wat wils. Champignonsoep of kippensoep vooraf. Daarna spruitjes en aardappels met jus en een gehaktbal, spek of een vegetarisch stokje saté. Een mix van vanille- en chocoladevla toe. Het omgetoverde buurthuis is ‘s middags al helemaal volgeboekt. Dertig buurtbewoners schreven zich in.

Eten in de buurt voor een prikkie. Het is geen nieuw concept. Als je wilt, kun je voor circa vijf euro op bijna elke dag van de week ergens in Amsterdam terecht. Op maandag en woensdag bij buurtcentrum Qeullijn in de Pijp. Woensdag en donderdag in Zaal 100 op de Wittestraat. Vrijdag is er plek bij de Buurtwerkplaats op de Cliffordstraat. Op woensdag en vrijdag bij Het einde van de wereld, een boot op het Java-eiland. En op zondag kun je eten bij Buurtcentrum De Havelaar op de Douwes Dekkerstraat.

Nu dus ook op de Oostelijke Eilanden. Met “Proef de buurt” willen drie welzijnsorganisaties, het Huis van de Buurt, de Blankenberg stichting en IJsterk, de buurtbewoners dichter bij elkaar brengen en de integratie tussen verschillende culturen bevorderen, vertelt Pim van Galen van Het Huis van de Buurt. ‘De buurt is rijk aan nationaliteiten.’ Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek was in 2007 een kwart van de 12.350 Oostelijke eilanders van niet-westerse komaf. Een groot verschil met de 12 procent in de aangrenzende Weesper- en Plantagebuurt.

De zaal van het buurtcentrum is met TL verlicht. De tafels zijn in u-vorm opgesteld. De Amsterdamse Ria zit aan het puntje. Ze verhuisde in september van Geuzenveld naar de Oostelijke Eilanden en voelt zich hier helemaal thuis. ‘Ze praten hier tenminste weer mijn taal.’ Tegenover Ria zit de Koerdische conciërge. Hij schept zijn bord als eerste vol. ‘Mag jij dat wel eten?’ roept Ria als hij zijn gehaktbal bewerkt. Hij lacht: ‘Ik geloof in het heilige schaap. Voor mijn vader is de koe heilig, maar je moet niet altijd je vader volgen.’

De meeste aanwezige bewoners kennen elkaar wel. Ze zijn actief in het buurtcentrum of kennen elkaar uit de buurt. Het gezelschap wordt gedomineerd door bejaarde vrouwen en buurtwerkers. Ook zijn er een aantal ‘nieuwe gezichten’. Naast Ria zit zo’n nieuweling.  Een jonge Japanse vrouw. Ze spreekt gebrekkig Nederlands. Een kwartier geleden stond ze nog met kinderwagen bij het Oosterpark in plaats van de, naast het buurtcentrum gelegen, Oosterkerk. In een moeizaam telefoongesprek legde ze uit dat ze het niet kon vinden. ‘Hoe moet ik haar duidelijk maken dat ze hier moet zijn?’ had medewerker Corry zich afgevraagd. Maar even later schuift ze gewoon aan. Wanneer het dochtertje van de Japanse begint te jengelen rolt Ria geërgerd met haar ogen. Maar een kwartier later zijn ze verwikkeld in een geanimeerd gesprek over eten. De Japanse vrouw wil wel een keer voor de groep koken. Ria biedt haar hulp aan. ‘Heerlijk, Japans eten.’ Zelf maakt ze het liefst rijst met witte bonen of Roti.

Volgende keer staat er Hachee op het menu, de maand daarop Iraans en in april waarschijnlijk Surinaams. Op maandag 23 februari is de volgende “Proef de buurt”. Daarna elke derde maandag van de maand. ‘Tot juni zijn we al voorzien van buurtbewoners die willen koken,’ aldus Van Galen. Dat de eters vanavond overwegend blank zijn, baart hem geen zorgen. ‘Het is de eerste keer. De avond moet nog bekendheid krijgen onder allochtone buurtbewoners en daar gaan we ons best voor doen.’