Ossel: 'Zet mkb in tegen jeugdwerkloosheid'

wethouder OsselAmsterdam – Wethouder Freek Ossel (PvdA) ziet een belangrijke rol weggelegd voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) om jeugdwerkloosheid te bestrijden. Dat zei hij gistermiddag op een conferentie over jeugdwerkloosheid,  met name onder de allochtone jeugd, in Amsterdam. Tijdens de conferentie, genaamd ‘Kleur in crisistijd’, spraken experts op het gebied van werk en jeugd over manieren waarop de jeugdwerkloosheid bestreden kan worden.

Uit cijfers van uitkeringsinstantie UWV blijkt dat het percentage jongeren (jonger dan 27 jaar) onder de werklozen in Amsterdam in het derde kwartaal van 2009 ten opzichte van het derde kwartaal van 2008 met 0,4 procent is toegenomen naar 10,1 procent. Volgens SEO economisch onderzoek treedt de groeiende werkloosheid onder jongeren vooral op bij schoolverlaters, jongeren die weinig gekwalificeerd zijn en jongeren in kwetsbare branches.

Wethouder Ossel onderstreepte tijdens de conferentie dat het mkb “sociaal maatschappelijk heel belangrijk” is. Hij doelde daarmee op de verbindende rol die ondernemingen kunnen spelen voor hun buurt of wijk.  Door de kleinschaligheid van de ondernemingen kunnen jongeren tijdens korte stages snel inzicht krijgen in verschillende vakgebieden. Daardoor kunnen zij zich beter oriënteren op de mogelijkheden van de arbeidsmarkt.

Toch bleek tijdens de conferentie dat er ook nu gaten in de markt zijn voor de jeugd. Herman van der Weide, directeur van adviesbureau de Oude Gracht Groep, liet zien dat bijvoorbeeld op het werkterrein van de zorg nog veel te winnen valt. In 2009 was er vraag naar 46.000 nieuwe banen. Met name voor allochtonen liggen hier kansen. De meeste werknemers in de zorg zijn op dit moment autochtoon, zo’n tachtig tot negentig procent. Terwijl de behoefte aan mensen met een andere etnische achtergrond juist toeneemt, doordat een relatief groot deel van de zorgbehoevenden bestaat uit allochtonen.

Afgelopen juni maakte wethouder Ossel bekend dat de regio Amsterdam uit het budget van de rijksoverheid 3,7 miljoen euro krijgt voor bestrijding van jeugdwerkloosheid. Met het geld wordt samen met onderwijsinstellingen en leerbedrijven gestimuleerd dat jongeren doorleren en er worden stage- en werkplaatsen gecreëerd om jongeren die door de crisis nog geen baan kunnen vinden, ervaring te laten opdoen.