Bidden en lezen op een industrieterrein

NAP Nieuws bezoekt iedere editie een bijzondere plek of een speciaal persoon in Amsterdam. Altijd een overtreffende trap; de grootste, oudste, duurste … van onze hoofdstad. Deze week: de jongste moskee van Amsterdam.

De Taqwah-moskee (Foto: Tim Wagemakers)
De Taqwah-moskee (Foto: Tim Wagemakers)
Het bedrijventerrein achter het Amsterdamse station Sloterdijk is dinsdagmiddag vrijwel verlaten. Twee vrachtwagens nemen langzaam de bocht een parkeerterrein op. Achter de ramen van de kantoren zitten mensen te werken. Het is een doodnormaal industrieel gebied, met één uitzondering. Twee minaretten torenen boven de vierkante gebouwen uit. De spierwitte Taqwah-moskee is sinds de opening in mei niet te missen.

Iedereen kan er naar binnen, want de deuren zijn overdag open. Het zonlicht schijnt scherp door de grote ramen in het gezicht van de Sudanese Mahmud (54). Hij heeft het middaggebed in de gebedsruimte op de eerste verdieping voltooid. Het is rustig in de moskee. “Iedereen is aan het werk. Maar ik ben vrij, dus ik kom hier vandaag om te bidden en te lezen.”

Poldermoskee
Dat is precies wat Sheriel Nabie, voorzitter van de moskee, voor ogen heeft. De Taqwah-moskee moet een plek van “verbinding en rust” zijn, herhaalt hij meerdere keren. En: “Ik wil dat niet-moslims hier ook langskomen om een kop koffie te drinken.” De moskee is gebouwd op initiatief van zijn Surinaams-Islamitische stichting, de Nederlandse Moslim Associatie (NMA). De benodigde 1,1 miljoen euro verzamelde hij via donaties van de moslimgemeenschap en een hypotheek. Nabie zegt dat er zo’n tweehonderd tot driehonderd gezinnen bij zijn stichting zijn aangesloten.

De twee jonge Surinaamse imams van de moskee preken om de beurt elke vrijdag. In het Nederlands. “Een poldermoskee”, noemt Nabie zijn project terwijl hij op YouTube een preek uit zijn moskee laat zien. “Je moet prediken in de taal van de meerderheid, pas dan kun je mensen echt raken”, vult Mahmud aan. De moskee is soennitisch.

Voorzitter Sheriel Nabie in de gebedsruimte (Foto: Tim Wagemakers)
Voorzitter Sheriel Nabie in de gebedsruimte (Foto: Tim Wagemakers)
Nabie zou willen dat naast de islamitische gemeenschap ook de media zijn moskee beter wisten te vinden. Hij zegt dat het tijd nodig heeft om bijvoorbeeld het soms opdoemende beeld dat de islam geweld goedkeurt bij te stellen. “Dat keuren onze imams keer op keer af”. Hij praat fel. Een goede moslim, zo vindt zowel hij als Mahmud, heeft namelijk “de beheersing over zijn tong en zijn hand”. Volgens Mahmud kan iedereen dat komen zien in de moskee.

Godvrezendheid
Taqwah betekent “godvrezendheid”, legt Nabie uit. “We worden altijd bekeken. Door andere mensen, maar ook door Allah. Ik moet het goede nastreven, omdat Allah meekijkt.” Het is volgens Nabie de essentie die de imams uitdragen. Ze krijgen niet betaald en hebben gewoon een baan.

De hele moskee draait op vrijwilligers. Er moeten nog wel wat dingen gebeuren. In de gebedsruimte waar op de grond een rood tapijt met een motief van pilaren ligt, moet nog een boekenkast komen. En in de “bewassingsruimte”, waar overledenen door andere moslims worden gewassen en opgebaard, liggen nog stapels vloertegels.

Buiten laat Nabie vol trots de maansikkel op de minaretten zien. “Mahmud! Kijk!”, roept hij. “Dat wist jij nog niet hé, maar ik heb de maansikkel naar Mekka gedraaid. Veel moskeeën doen dat helemaal niet, maar ik heb het op de millimeter afgesteld.”

Traditioneel klinkt de ‘Azan’, de islamitische oproep tot gebed, vanuit een minaret. In de Taqwah-moskee klinkt de Azan ook vijf keer per dag, maar niet buiten. Nabie wijst naar het braakliggende terrein naast de moskee waar een kringloopwinkel komt. “Ik denk namelijk niet dat zij daarop zitten te wachten.”