Mentor voor het leven

Ton Vriezen (62) is één van de mentoren van het Mentorschap Netwerk Nederland. Vrijwillig zet hij zich in voor ouderen die slachtoffer werden van mishandeling. Zo ook voor de 86-jarige Maria, verwaarloosd door haar zoon. De thuiszorg vond haar liggend op de vloer, ondervoed, verward en badend in haar eigen vuil.

Rollator, to help with walking (wikipedia.nl:JohannesJ)

“Twintig jaar geleden wilde ik al iets met bejaarden doen. Toen ik mijn eigen ouders zag aftakelen, besefte ik des te meer dat deze mensen extra ondersteuning nodig hebben. Zeker in deze tijden van bezuinigingen en de participatiemaatschappij. Graag wilde ik hieraan een steentje bijdragen. Ik heb zelfs gesolliciteerd op de baan van directeur van een bejaardentehuis, maar dat ging toen toch niet door.

“Ouderenzorg bleef in mijn achterhoofd zitten. Nu ben ik net gestopt als directeur van een basisschool en leek het me een goed idee vrijwilliger te worden bij het Mentorschap Netwerk Nederland.

“Ik volgde een cursus ouderenmishandeling, die mijn ogen deed openen. Dat zoiets op deze schaal gebeurt in Nederland! Ik had geen idee. Vanuit het onderwijs was ik wel in aanraking gekomen met kindermishandeling. Maar dat ouderenmishandeling een net zo’n groot probleem is, vond ik onvoorstelbaar. Ik leerde hoe ik ermee om moest gaan en hoe ik een oudere kon helpen die in zo’n situatie beland was.

“De taak van een mentor is de juiste zorg regelen en beslissingen maken die de familie anders zou maken, over bijvoorbeeld huisvesting of medicatie. Er staat gemiddeld twee uur per cliënt per week. Maar wil je het goed doen, ben je er wekelijks wel een dagdeel mee bezig.

Fragiel vrouwtje
“Mijn eerste cliënte was Maria, een licht dementerende vrouw van 86. Ze was mishandeld. Lichamelijk en geestelijk, zo werd mij verteld. De pleger was haar zoon. Afgelopen februari ging ik voor het eerst kennis met haar maken. In het verzorgingshuis trof ik een fragiel, zwak en in zichzelf gekeerd vrouwtje aan.

“Een maand eerder had Maria ook al in dit verzorgingstehuis gezeten, om aan te sterken na een ziekenhuisopname. Ze zou worden overgeplaatst naar een ander verzorgingstehuis om daar permanent te gaan wonen. Maar haar zoon, Paul, wilde haar nog een weekendje mee naar haar huis nemen. ‘Dan kon ze nog even gezellig in haar oude huis zijn, van haar eigen spulletjes genieten en afscheid nemen.’

“Hij nam haar mee, maar hield zich niet aan de afspraak. Nooit bracht hij haar naar het andere verzorgingstehuis. En aangezien de twee tehuizen onderling geen contact hadden, dachten ze aan beide kanten: het zal wel goed zijn.

“Dat was het dus niet.

“Maria werd in haar eigen huis verwaarloosd door haar zoon. Hij was een jaar geleden bij haar ingetrokken, omdat zijn relatie verbroken was en hij nergens anders heen kon. Met andere familie had ze nauwelijks nog contact.

“Wilde hij niet opdraaien voor de zorgkosten van zijn moeder? Was hij bang zijn woonruimte te verliezen als zij naar het verzorgingstehuis ging en dit huis moest opzeggen? Was hij vroeger zelf ook mishandeld, misschien door zijn vader? Waarom Paul zijn moeder dit aandeed, blijft giswerk.

“Het duurde een maand voordat de thuiszorg haar ontdekte, liggend op de kale vloer in haar eigen uitwerpselen. Ongelofelijk hoe iemand zijn eigen moeder zo ernstig kan verwaarlozen. Maar volgens zoon Paul lag het allemaal aan problemen met het riool, die de woningstichting niet wilde oplossen.

“De huisarts, GGD en politie werden ingeschakeld. Met spoed bracht een ambulance haar naar het verpleeghuis waar ze ook zat toen haar zoon beloofde haar te verhuizen, maar dat niet deed.

Erbarmelijke staat
“De verzorgers van het tehuis schrokken van hoe zeer Maria in korte tijd veranderd was. Ze kwam in zeer erbarmelijke staat terug: vermagerd, vies, verward. Ze maakten zich enorme zorgen over wat er met haar gebeurd was.

“Toen kwam ik als mentor in beeld.

“Mijn eerste prioriteit was het welzijn van Maria, pas daarna zou ik me met haar zoon bezighouden. Wel controleerde ik zijn verhaal over het verstopte riool bij de woningcorporatie. Ik kwam erachter dat zulke problemen er wel waren geweest, maar dat ze al verholpen waren.

“Maria knapte zienderogen op in het verzorgingshuis. Haar financiën waren inmiddels ondergebracht bij een onafhankelijke bewindvoerder. Over haar zoon zei ze echter niets dan goeds. Ik begon me steeds meer af te vragen hoe een situatie waarin een zoon zijn moeder zo kan behandelen, kon ontstaan.

“Paul is een man van rond de zestig met de uitstraling van een Amerikaanse filmster. Hij ziet er altijd netjes uit, niet als iemand die zijn moeder – of zichzelf – verwaarloost. Door gesprekken met hem, Maria, maar ook met andere familieleden die ik traceerde, kwam ik erachter dat hij een moeilijk persoon is.

“Hij is enig kind, vrij uitzonderlijk in de jaren zestig. Hij schijnt enorm verwend te zijn. Toen hij zich vervelend ging gedragen – iets wat we nu zouden bestempelen als ADHD – wuifden zijn ouders het weg. Zijn lastige gedrag op school en in de buurt werd verbloemd. Paul kon zijn gang blijven gaan. Ik denk dat zijn stoornis daarom nog verder uit de hand gelopen is. Hij komt op mij erg verward en chaotisch over. Misschien heeft hij waanideeën, bordeline of is hij psychotisch?

“Paul is namelijk een enorme fantast. Zogenaamd kent hij de halve wereld: belangrijke mensen die in de top van belangrijke bedrijven werken. Hij vertelt me regelmatig dat hij met deze personen moeite, problemen en ruzie heeft. Hij fakete zelfs een keer een telefoongesprek met één van hen, waar ik bij was. Zogenaamd iemand van de media aan wie hij de ‘schandelijke’ verhalen over het verzorgingstehuis kwijt kon. Ook zegt hij dat hij een bedrijfje heeft, maar daar heb ik zo mijn twijfels over.

“Zijn ouders hebben Paul altijd de hand boven het hoofd gehouden. Zijn vader is inmiddels overleden, maar Maria doet dat nog steeds. Als ik met haar praat over hoe hij haar heeft behandeld, antwoordt ze steevast met: ‘Ach, het is gewoon een druk manneke met een grote mond. Hij heeft het ook moeilijk en kan er niets aan doen.’

Onvoorwaardelijke liefde
“Erg bijzonder vind ik dat. Hoe sterk kan de liefde tussen moeder en zoon zijn? Erg sterk blijkbaar, zo sterk dat Maria zich op deze manier laat behandelen door hem. Het lijkt een beetje op wat je ziet bij kindermishandeling: dat de kinderen het toch voor hun ouders blijven opnemen. Hoe groot die onvoorwaardelijke liefde was, ontdekte ik toen ik een conflict kreeg met Paul.

“Ik moest hem vertellen dat het huis waar Maria woonde en hij bij in gekomen was, opgezegd moest worden. Maria zou een ander verzorgingstehuis zoeken om in te gaan wonen. Hij woonde er formeel niet bij in, dus ook hij zou zijn sleutels in moeten leveren en daardoor op straat komen te staan.

“Woest werd hij. Opeens hoorde ik ook in het rijtje thuis van mensen waar hij moeite mee heeft. Blijkbaar heeft hij problemen met iedereen die zich met zijn leven bemoeit. Allerlei verwensingen bulderde hij naar me.

“Hij intimideerde me niet alleen verbaal. Hij kwam ook dicht bij me staan. Nu ben ik niet angstig aangelegd, maar er zat nog maar twee centimeter tussen onze gezichten. Dit alles gebeurde gewoon op de openbare afdeling van het verzorgingstehuis, dus al snel grepen verzorgers in. ‘Alles onder controle?’ Hij was zo geïrriteerd dat hij toen zijn spullen bijeenraapte en wegrende. Pas toen zag ik de verschrikte gezichten van de andere aanwezigen.

“Op Maria had dit echter niet zo veel indruk gemaakt. Misschien zegt dit genoeg over wat ze van hem pikt of gewend is. Ik had verwacht dat ze zou zeggen dat ze het erg voor me vond dat hij zo tegen me uitviel. Maar niets van dat alles. ‘Ach, ja, nou, het is toch ook heel vervelend dat hij nu op straat komt te staan?’ Ze vergat even dat hij ongevraagd bij haar was komen wonen, al zestig is én mensen bedreigt.

“De problemen met Paul stopten niet toen Maria in het verzorgingstehuis zat. Hij had vaak aanvaringen met het personeel als hij het ergens niet mee eens was. Of hij ging doodleuk in het restaurant eten, terwijl hij dat als niet-bewoner natuurlijk niet mocht. Door zijn houding werden de verzorgers een beetje bang voor hem.

“Op een gegeven moment heb ik gezorgd dat hij een verbod kreeg om met Maria het tehuis te verlaten. Nadat een personeelslid hen in het park aantrof en zag dat Paul Maria sloeg en op een intimiderende manier flink toesprak. Iets in de trant van: ‘Mens! Loop door!’ Dit ongeduld dat omslaat in agressie was al vaker gebeurd. De maat was vol.

“Dus kreeg Maria een chip in haar rollator, die een alarm zou activeren als ze door de deur naar buiten loopt. Je begrijpt dat het een enorme stampij werd, toen dit voor het eerst gebeurde met Paul.

“De volgende stap in dit verhaal is Maria verhuizen naar een verzorgingstehuis in de buurt van waar ze vroeger woonde. Dit is haar wens. Bovendien weet ze ook wel dat ze niet meer met haar zoon kan samenwonen.

“Deze keer zal ík haar verhuizen, niet Paul. En ook daar zal ik de status van de zoon bespreken, zodat de juiste maatregelen getroffen kunnen worden. In het uiterste geval wordt hem een bezoekverbod opgelegd. Ik ben namelijk bang dat hij daar zo weer op de stoep staat om te blijven slapen. Het is me namelijk een raadsel waar hij op het moment woont.

Nerveus
“Nu de verhuizing dichterbij komt, is Maria steeds nerveuzer. Ze is ineens de kluts kwijt, kan de weg niet meer vinden of plast in haar broek. Dat hoort bij dementie, maar ik denk ook dat ze onderbewust bang is voor de verhuizing of voor wat haar zoon gaat doen. Aangezien dat de vorige keer zo mis ging.

“De hele situatie heeft veel impact op haar gehad. Soms zegt ze tegen me: ‘Moet het nou allemaal nog? Van mij hoeft het leven niet meer. Het enige wat ik nog heb is een peukie roken.’ Ik herinner haar dan aan het feit dat ze nog kan lopen, eten, zichzelf aankleden… Ze is lichamelijk en geestelijk nog hartstikke goed bij. Vaak als ik wegga, is ze me dankbaar dat ik geweest ben.

“Ik hoop dat ze op haar nieuwe woonplek opleeft en niet wegkwijnt. Ze heeft er haar eigen kamer, met een groot balkon en ze mag er roken. En in het gunstigste geval pakt haar zoon zijn leven weer op en laat hij haar nu met rust.

“Maria dacht dat ik haar na de verhuizing in de steek zou laten, maar dat is niet zo. Zo lang ze leeft, blijf ik voor haar zorgen, blijf ik verantwoordelijk voor haar. Tot ze haar laatste adem uitblaast.”

*De namen in dit artikel zijn om privacyredenen gefingeerd.