Het Amsterdamse mentorproject School’s cool ontsnapt aan een faillissement door een “aanzienlijk deel” van zijn betaalde krachten (2.37 fte) te ontslaan. Dat bevestigt directrice Thea Bendt naar aanleiding van berichtgeving op de website van het project. Het personeel hoort volgende week om hoeveel werknemers het gaat.
School’s cool, opgericht in Amsterdam in 1985, helpt kinderen de overgang te maken van de basisschool naar het middelbaar onderwijs. Het project heeft vestigingen in vijftien steden. De Amsterdamse vestiging helpt jaarlijks driehonderd kinderen. Zo krijgen kinderen die moeite hebben met taal anderhalf jaar lang wekelijks thuis bezoek van een vrijwillige mentor, die helpt met huiswerk. De betaalde functie van mentorcoördinator, de tussenpersoon tussen mentoren en School’s cool, wordt na de reorganisatie ingevuld door vrijwilligers.
De stichting is voor haar inkomsten afhankelijk van subsidies van de gemeente en donaties van particulieren. De geldtoevoer uit beide bronnen is de afgelopen jaren afgenomen, met name de subsidies. De stadsdelen Nieuw-West, Noord en Centrum bezuinigden volgens Bendt tussen 2011 en 2013 tienduizenden euro’s op het project.
VrijwilligersIn de stadsdelen Noord, Oost en Nieuw-West heeft School’s cool wachtlijsten waarop volgens Bendt tientallen kinderen staan die een mentor nodig hebben. “Ondanks de gedwongen ontslagen blijven we minimaal driehonderd kinderen per jaar helpen in Amsterdam”, zegt Bendt. “Daarvoor zetten we extra vrijwilligers in. Het afgelopen jaar hebben zich meer vrijwilligers aangemeld dan eerdere jaren. Dat komt onder andere doordat grote bedrijven als ING en NUON hun medewerkers via hun intranet oproepen om vrijwilliger te worden, bijvoorbeeld bij ons.”
Vrijwillige mentoren kregen tot voor kort jaarlijks 32 euro onkostenvergoeding per kind, nu is dat nog 10 euro. “Daarmee kunnen vrijwilligers niet eens hun kosten voor autobrandstof of openbaar vervoergebruik betalen, laat staan de kosten om kinderen te bellen”, zegt Bendt. “Van alle driehonderd vrijwilligers hadden slechts twee kritiek omdat ze nu te veel zelf moeten bijleggen, maar ook zij zijn aangebleven”. Vrijwilliger Ronny Stewart: “Ik doe het werk voor de kinderen, niet voor de onkostenvergoeding. Ook als de organisatie het moeilijk heeft, kunnen kinderen op me rekenen.”
De vestigingen van School’s cool in Nederland zijn aparte stichtingen. “We zijn bezig een gezamenlijk beleidsplan te schrijven en zo één stichting te vormen”, aldus Bendt. “Dan kunnen lokale geldtekorten landelijk worden opgevangen.”