‘Synchroonzwemmen, maar dan met paarden’

In de rubriek Allemaal Amsterdam zoomen we dagelijks in op bijzondere mensen en plekken in de stad. Vandaag: De Hollandsche Manege.

AMSTERDAM – Op het eerste gezicht lijkt het een gewoon pand aan de Overtoom. Het ligt in een luwte, je zou er bijna aan voorbijlopen. Maar wie stilstaat en goed luistert, hoort het getrappel van paardenhoeven in het zand. Als je vlakbij het pand op je tenen gaat staan, kun je door hoge ramen ruiters zien meedeinen met de draf van hun paarden. Adem diep in, en je ruikt de onmiskenbare mengeling van hooi en mest. Dit is de Hollandsche Manege.

‘Je staat bij de achteringang,’ zegt Freek (25). Hij staat te roken naast een halfgeopende staldeur. ‘Aan de kant van het Vondelpark kun je gewoon binnenlopen.’ Freek opent de deur en we wandelen door een hal met aan weerszijden paarden en pony’s in kleine, open stalletjes. ‘Binnenkort gaan we renoveren, dan komen er echte boxen. Dit is een hele traditionele manier van paarden stallen.’

Traditioneel, zo laat de manege zich misschien wel het best omschrijven. We bestijgen een grote bordestrap naar de kantine, waar zware gordijnen hangen van rood-met-goude jacquardstof, en waar de muren zijn versierd met klassieke pentekeningen van ruiters met hun paarden. Hier borrelt vanavond de studentenruitervereniging A.S.R. BLOK, waarvan Freek al zo’n zes jaar lid is.

Alle trainingen van de vereniging zijn vanavond, zegt hij. ‘Ik doe dressuur. Ik houd niet van springen.’ In de kantine maakt hij praatjes met iedereen aan en achter de bar. Over hoe zijn training ging, of hij ook gezien had wat Clover deed, hoe Action reed vanavond en of hij zometeen nog even kan helpen bij de carrousel?’

Freek met James

‘Carrousel is een soort synchroonzwemmen, maar dan met paarden,’ legt Freek uit. ‘Dit jaar hopen we mee te doen met het NK.’ Vanaf het balkon van de kantine kunnen we de binnenbak inkijken. Naast ons roept de trainer instructies naar twaalf ruiters. Hun paarden verplaatsen zich in symmetrische vormen door de bak. Uiterlijk had deze binnenbak, uit 1837, niet misstaan in een klassieke Russische roman. De verslaggever is onder de indruk. ‘Zo reageert iedereen die hier voor het eerst komt,’ zegt Freek. ‘En hallo, het is ook prachtig.’

‘Rust!’ Roept de trainer. Binnen luttele seconden staan de paarden in strakke formatie met de neuzen haar kant op. De les is voorbij. Zometeen zullen de ruiters nog in hun rijbroek plaatsnemen aan de bar. En ook daar zal het gaan over de paarden, de training en het NK. En misschien ook nog even over vroeger, toen Julia een een muur vol rozetten had en Freek een paardendekbed. Kylie zal ontkennen dat ze een paardenmeisje is. ‘Maar ik moet bekennen, als ik vanuit de trein een paard zie, word ik wel blij.’