Zij helpt kunstenaars om subsidie te krijgen

AMSTERDAM – Beeldend kunstenaars leunen op subsidies, maar lopen bij de aanvraag vaak tegen moeilijkheden aan. Kunstenaars daarbij helpen is het werk van Arda van Tiggelen (31).

Arda is een kunstliefhebber zonder beeldend talent, zegt ze zelf. Ze studeerde af in kunstgeschiedenis en werkte lang als producent in de kunstwereld. Ze houdt van kunst, maar zelf maken kan ze niet. Schrijven, dát is haar talent, zegt ze met grote pretogen.

In haar kantoor, te midden van een creative space in Amsterdam-Centrum, ontvangt ze beeldend kunstenaars, die ze helpt met subsidieaanvragen – en vaak ook met andere teksten, zoals beschrijvingen voor hun website. Ze werkt jaarlijks met twintig tot dertig opdrachtgevers, waaronder de Amsterdamse kunstenaars Rosa Sijben en Robbert Weide.

‘Kunstenaars kunnen vaak moeilijk in woorden vatten waar hun kunst over gaat,’ vertelt Arda. ‘Ik kijk samen met kunstenaars naar hun werk en praat erover. Dat helpt hen ook om helder te krijgen wat hun werk precies is. Daarna schrijf ik hun tekst voor ze. Van alle subsidieaanvragen die ik schrijf, wordt driekwart gehonoreerd.’

Arda van Tiggelen luistert naar een werk van Isolde Venrooy.

Subsidies zijn voor beeldend kunstenaars essentieël. 86% van Nederlandse beeldend kunstenaars verdiende in 2014 minder dan 30.000 euro per jaar, berekende het CBS. Rijksoverheid heeft sinds 2013 een slordige 200 miljoen bezuinigd op cultuur, als onderdeel van bezuinigingen die het resultaat waren van economische recessie. Kunstenaars werden hierdoor bijzonder hard geraakt, concludeerden de Raad voor Cultuur en de Sociaal-Economische Raad in 2017. Het ligt daarom niet voor de hand dat de kunstenaars zichzelf staande kunnen houden zonder subsidies. Kunstenaars zijn daarnaast verplicht subsidies op te geven als inkomen bij de overheid. Het inkomen van veel kunstenaars zonder subsidie kan dus zelfs lager liggen dan 30.000 euro per jaar.

De kunstenaar moet alles zelf doen
Van kunstenaars wordt te vaak verwacht dat ze alles zelf doen, zegt Arda. ‘Ik krijg wel eens de opmerking: een statement over een kunstwerk, dat kan toch alleen de kunstenaar zelf schrijven? Dan denk ik, hoezo? Je huurt toch ook een accountant in voor je administratie? Het is niet realistisch om te verwachten dat iemand heel goed sculpturen kan maken en daar ook nog eens enorm goed over kan schrijven.’

Om haar heen ziet Arda een heersend idee van de kunstenaar als ‘eenzaam genie’. Maar die aanname klopt niet, zegt ze: ‘Als kunsthistoricus weet ik dat Rembrandt een enorme studio met leerlingschilders had. Hij zette dan een outline op een doek, vervolgens maakten de leerlingen dat af. Dat staat haaks op onze ideeën van een echte Rembrandt, niet waar?’ Ze lacht hartelijk.

‘Het is niet realistisch om te verwachten dat iemand sculpturen kan maken en daar ook goed over kan schrijven’

Arda van Tiggelen

Rijk wordt Arda niet van haar werk, maar dat vindt zij niet het belangrijkste. Ze woont goedkoop in een Amsterdamse woongroep en steekt veel van haar inkomen weer terug in de kunstwereld, door kunst te kopen en tentoonstellingen te bezoeken.

Lachend: ‘Ja, ik leef ervan. Maar het is niet zo dat ik dikke winst maak. Ik sta aan de kant van de kunstenaar, dat is waar ik mijn energie uit haal.’ Arda verdient op basis van no cure, no pay: alleen bij een succesvolle subsidieaanvraag krijgt zij een percentage toegekend. ‘Dat doe ik omdat zo’n kunstenaar geen geld heeft, hè. Daarom doet diegene ook een subsidieaanvraag!’


In Amsterdam worden subsidies afgegeven door onder meer het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Dat kende in 2017 in totaal 8.419.121 euro subsidie toe aan projectsubsidies, waaronder de beeldende kunst, blijkt uit hun jaaroverzicht. Een deel van deze subsidies wordt toegekend aan projecten van culturele organisaties zoals podia, musea en expositieruimtes. Binnen de groep individuele makers die projectsubsidie ontving, bevinden zich 121 beeldend kunstenaars.
(Bron: AFK)