Het einde van payrollen

AMSTERDAM – In april nam het aantal werklozen in Nederland door de coronacrisis met met een half procentpunt toe, de grootste stijging sinds 2003. De tegenslag volgt een paar maanden nadat de commissie regulering van werk pleitte voor grote veranderingen op de arbeidsmarkt. Daaronder viel de afschaffing van payrollen. Maar wat is dat eigenlijk, en kan het verboden worden?

Payrollen moet verboden worden, zo luidde een advies van de commissie regulering van werk, ook wel bekend als de commissie Borstlap. Zij onderzocht het afgelopen jaar in opdracht van het kabinet de toekomst van de arbeidsmarkt. Hun conclusies presenteerden zij op 23 januari. Er zouden nog maar drie soorten arbeidsrelaties moeten zijn: een contract direct bij een werkgever, uitzendwerk, of zelfstandig ondernemer. Payrollconstructies vallen daar niet onder.

In een payrollconstructie is een werknemer op papier bij een ander bedrijf in dienst dan waar die daadwerkelijk voor werkt. Een bedrijf heeft nieuwe mensen nodig en zoekt ze zelf, en neemt ze aan. Maar vervolgens komt die werknemer op de loonlijst van het payrollbedrijf, dat neemt de salarisadministratie en sociale lasten over. Zo is het bedrijf waar de werknemer echt werkt minder tijd kwijt aan boekhouding.

Voorwaarden

Maar tot voor kort bespaarde een bedrijf ook geld door een payrollbedrijf in te schakelen. Dat kwam doordat payrollkrachten wettelijk gezien onder de CAO voor uitzendkrachten vielen. Daardoor hadden ze slechtere arbeidsvoorwaarden, zoals minder vakantiedagen en geen pensioenopbouw. Ook zijn uitzendkrachten makkelijker te ontslaan, omdat het payrollbedrijf de uitzendopdracht kan beëindigen, ook als er niet echt sprake was van een duidelijke opdracht.

Een payrollbedrijf verschilt verder van een uitzendbureau, doordat payrollbedrijven geen werknemers werven. Dat moeten de bedrijven die van payroll gebruikmaken zelf doen. Een uitzendbureau doet dit wel voor hun klanten.

Aan het verschil in arbeidsvoorwaarden kwam op 1 januari dit jaar een einde. Toen ging de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in. Deze wet maakte het verplicht voor payrollbedrijven om hun voorwaarden hetzelfde te maken als die voor medewerkers die een contract direct bij hun werkgever hebben. Vanaf 2021 moeten payrollkrachten ook dezelfde pensioenopbouw krijgen als hun collega’s.

Onoverzichtelijk

Toch is dit voor universitair docent arbeidsrecht Hanneke Bennaars niet genoeg om payrollen te laten bestaan. Bennaars werkt voor de Universiteit Leiden en was lid van de commissie regulering van werk. ‘Het oneigenlijke is dat het kennelijk mogelijk is. Er kan een derde partij met winstoogmerk bij komen, en nog steeds is de werkgever goedkoper uit.’

Julius Kousbroek is directeur van het Amsterdamse payrollbedrijf WePayPeople, en zegt dat een zijn bedrijf meer doet dan alleen kosten besparen: ‘Werkgeverschap is ingewikkeld, dus halen ondernemers er een derde partij bij,’ zegt Kousbroek. Een payrollbedrijf kent de wetgeving en de veranderingen daarvan. ‘Je houdt werkgevers die niet voldoende in staat zijn om werkgever te zijn. Een payrollbedrijf is onderdeel van het naar beneden drukken van hun lasten.’

Bennaars ziet de oplossing voor ingewikkelde salarisadministratie ergens anders: ‘Afschaffen van payrolling hangt samen met een verlichting van werknemerschap.’ Wetten die nu zorgen dat payrolling eerlijker is voor werknemers, maken de arbeidsmarkt ook een stuk onoverzichtelijker, zo stelt Bennaars. Een complete afschaffing van payrollen zou die complexe wetgeving overbodig maken. Maar Kousbroek denkt niet dat de arbeidsmarkt ooit voor iedereen eenvoudig genoeg kan zijn. ‘Zelfs als alle maatregelen doorgevoerd worden, zijn payrollbedrijven over 10 jaar nog steeds nodig. Ook al zijn ze dan duurder voor de klant, maar beter voor de werknemer.’

Op 22 mei liet minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees weten dat de officiële kabinetsreactie op het commissierapport nog even op zich moet laten wachten. Maar de Coronacrisis maakt het rapport wel urgenter, zo schrijft de minister. Voor het zomerreces wil Koolmees een reactie geven, maar zelfs dat kan hij niet garanderen. De toekomst van payrollen blijft dus nog even onzeker.