OM eist werkstraf in mishandelingszaak Lil Kleine

Het Openbaar Ministerie (OM) eist 120 uur werkstraf en twee maanden voorwaardelijke celstraf tegen Lil Kleine voor ‘zinloos uitgaansgeweld’. De artiest zou in 2019 samen met twee anderen fors geweld hebben gebruikt tegen een student in club Oliva, op het Rembrandtplein in Amsterdam.

Het is dezelfde dag dat Lil Kleine, echte naam Jorik Scholten, zijn nieuwe album ‘Ibiza Stories’ uitbrengt waarop hij terechtstaat voor mishandeling in de rechtbank Amsterdam. Bij de inhoudelijke behandeling is geen van de verdachten aanwezig vanwege de media-aandacht voor de zaak. Achter de advocaten draait een camera en tikt een tiental journalisten mee. Advocaat Richard Korver vindt dat de zaak is opgeblazen vanwege de betrokkenheid van een bekende Nederlander: ‘Deze poppenkast hierachter mij is overtrokken, dit had gewoon een politiezaak moeten zijn.’

De mishandeling vindt plaats op 6 december 2019 op het openingsfeest van club en restaurant Oliva. Op de drukke clubavond loopt de student door de menigte langs de toenmalige vriendin van Lil Kleine, Jaimie Vaes, en stoot haar hierbij aan. Zo verklaart het slachtoffer in zijn aangifte. De rapper spreekt hem hierop aan, waarop de student zich verontschuldigt tegenover Vaes. Volgens de aangifte van de rapper zou de student ‘arrogant en denigrerend’ zijn geweest toen hij zijn excuus maakte aan Vaes en Lil Kleine aan de kant schoof om door te lopen.

‘Kankerlijer’

Op camerabeelden die in de rechtszaal worden getoond is te zien hoe de student na dit voorval weer in confrontatie komt met Lil Kleine en zijn gezelschap. Volgens het slachtoffer zou Lil Kleine tegen de andere zeggen ‘dat is die kankerlijer’, waarna hij wordt vastgegrepen, een tik krijgt met de vlakke hand en wordt getrapt. Kort daarna wordt het slachtoffer achtervolgd tot op de gang, waar een aantal aanwezigen angstig wegrennen. Op dit moment zou hij in paniek zijn glas wodka-gingerale richting de achtervolgers gooien. Hij valt en verdwijnt uit beeld terwijl vier mannen om hem heen staan en op hem in schoppen, waaronder Lil Kleine.

Een typisch voorbeeld van zinloos uitgaansgeweld, stelt de officier van Justitie (OvJ). ‘Aangespoord door overmatig alcohol- en drugsgebruik komt uitgaansgeweld te vaak voor. Het leidt tot onveilige situaties in het Nederlandse uitgaansleven voor slachtoffers en de aanwezigen.’

De andere afwezige verdachten in de zaak Arnold H. en voormalig bokskampioen van de Benelux, Peter S., zijn geen onbekenden van de politie. Beiden hebben een strafblad met onder andere geweldszaken, vernieling en bedreiging. De mannen verklaren, net als Lil Kleine, niet bevriend te zijn met de rapper. ‘Ze waren slechts aan de praat geraakt in de club, zoals dat gaat tijdens het uitgaan’, licht Korver, advocaat van H., toe.

Autodeuren op slot

Het slachtoffer is wel aanwezig bij de rechtszaak, op de publiektribune. Nadat hij van zijn advocaat vernam dat de verdachten niet in de rechtbank waren, besloot hij toch te komen. In de slachtofferverklaring die zijn advocaat voorleest, vertelt de student dat hij sinds het voorval angstig en paniekerig is en alleen nog autorijdt met de deuren op slot.

De OvJ acht bewezen dat de drie verdachten zich die avond schuldig maakten aan mishandeling in vereniging. Tegen Lil Kleine eist de OvJ 120 uur werkstraf, twee maanden voorwaardelijke celstraf en een proeftijd van twee jaar. Tegen Peter S. eist de officier een werkstraf van 120 uur en twee weken onvoorwaardelijke celstraf. Voor Arnold H. vraagt de officier om een werkstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 120 uur. De verdediging eist vrijspraak van de verdachten. De uitspraak volgt op 11 februari.