PvdD en GroenLinks gaan er hard in bij eerste verkiezingsdebat

De Balie organiseerde dinsdagavond twee verkiezingsdebatten, GroenLinks tegen Partij voor de Dieren en PvdA tegen D66. Rutger Groot Wassink (GroenLinks) en Johnas van Lammeren (PvdD) voerden een fel debat over de woningcrisis in Amsterdam. ‘Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen met zoveel onzin op een rij.’

In de meer dan halfvolle grote zaal van De Balie opent moderator Tim Wagemakers het eerste verkiezingsdebat. De komende twee weken volgen nog twee debatavonden. Wagemakers stelt de lijsttrekkers van de partijen voor en maakt meteen een onderscheid tussen de drie coalitiepartijen GroenLinks, Partij van de Arbeid en D66, tegenover Partij voor de Dieren die de afgelopen vier jaar oppositie voerde.

Witte Air Max

Johnas van Lammeren (PvdD) wil na de verkiezingen wethouder van Klimaat en Biodiversiteit worden. Hij neemt het in het eerste debat op tegen Rutger Groot Wassink (GroenLinks), de huidige wethouder van Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering. Groot Wassink gaat gekleed in een donkerblauw maatpak met daaronder een opvallend paar witte Nike Air Max-sneakers. Het is bekend dat de heren elkaar slecht liggen, wat leidt tot haantjesgedrag en pesterijen tijdens het debat. Met name van Groot Wassink: ‘Meneer Van Lammeren trekt veel op met JA21.’ Van Lammeren: ‘Nevernooitniet.’ Waarop Groot Wassink zegt: ‘Mm, opvallend.’ De twee linkse lijsttrekkers zijn het tijdens het debat zelden ergens over eens.  

Beide heren hebben vooraf een debatonderwerp gekozen. Voor Van Lammeren is dat klimaatbeleid, maar Groot Wassink is als eerste aan de beurt en hij kiest voor toenemende ongelijkheid en betaalbare woningen. Zijn punt: GroenLinks wil in Amsterdam ruim 7.500 woningen per jaar gaan bouwen. Van Lammeren wil niet hoger gaan dan 5.000. ‘Je kan de hele stad volbouwen, maar ten koste van wat? Hoeveel groen hebben we dan per vierkante meter?’ Van Lammeren vindt dat er binnen de gemeente maar ook op landelijk niveau moet worden gekeken hoe de woonruimte eerlijker kan worden verdeeld over Nederland.

Maar als je meer buiten de stad bouwt, valt Groot Wassink hem in de rede, moeten mensen meer gebruik maken van de auto om naar hun werk te komen. Van Lammeren, geïrriteerd door de interruptie, vindt het een non-argument: ‘Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen met zoveel onzin op een rij.’ Wagemakers vat het debat samen als een tegenstelling tussen verdichting van de stad en groenvoorziening. Daarop reageert Van Lammeren: ‘Ja, en wij zijn moedig genoeg om te zeggen: niet eenieder kan in Amsterdam wonen.’ 

Niet bouwen, bouwen, bouwen

Van Lammeren ziet in die 7.500 extra woningen per jaar niet de oplossing voor de woningnood. ‘Dat is gewoon onzin, we groeien tegen de klippen op. We zitten aan de grens van de groei van de stad.’ Daar is Groot Wassink het mee eens. ‘Het grote vraagstuk is niet bouwen, bouwen, bouwen. Het grote vraagstuk is betaalbaarheid en regie op de woningmarkt.’ Regie vanuit de gemeente, voor het eerst die avond zijn de lijsttrekkers het ergens over eens. Wel is het even de vraag wie dat idee het eerste had. Wij sinds 2012, zegt Van Lammeren. ‘Toen werden we voor gek verklaard.’ ‘Laten we er nou geen wedstrijdje van maken,’ zegt Groot Wassink met een lachje. Ook zijn partij had het idee al langer. Het one-upmanship tussen de heren is bijna kinderlijk te noemen.   

Groot Wassink stelt een gemeentelijke woningbouwcorporatie voor. De gemeente koopt dan woningen op van corporaties, om ze zelf te verkopen. Groot Wassink: ‘Zo houd je de regie.’ Van Lammeren wil nog een stap verder gaan. ‘Als we de investeerders van de markt willen halen, maak dan een fonds voor de Amsterdammers, zodat zij zelf in de stad kunnen opereren. Daarmee kunnen we buitenlandse investeerders van de markt weghouden.’ Geen goed idee, vindt Groot Wassink. ‘Zo’n fonds is dan alleen maar een extra speler op de markt.’  

De ongemakkelijke spanning van het debat slaat over op het publiek. Wanneer Wagemakers aan het eind van het debat vraagt of er nog vragen zijn, blijft het stil in de zaal. Als de lijsttrekkers naderhand gaan zitten op de voorste rij aan weerszijden van het gangpad, is er toch ruimte voor een kleine verzoening tussen de heren in de vorm van een boks.