‘De Nederlandse Dartsbond houdt de jeugd dom’

Een database waarin darters al hun wedstrijdcijfers kunnen analyseren. Daarmee hoopt wiskundige D’ltri Somai de sport van een kwalitatieve impuls te voorzien. ‘De waardebepaling voor darters was nul, zelfs het meest simpele was er niet.’

De bewuste zondagmiddag in 2018 staat D’ltri Somai (31) nog helder voor de geest. De Amsterdamse wiskundige in opleiding kroonde zich die middag tot beste darter van de stad, op het toernooi van de regionale dartsorganisatie DORA. Het niveau was die middag moordend, verschillende titelkandidaten sneuvelden al in de poulefase. Maar Somai gooide het toernooi van zijn leven. Dronken van geluk danste hij met zijn gewonnen beker door de hele zaal. Een jaar lang zou iedereen horen dat híj de beste was. Maar dat was het vooral: ze zouden het horen. Niet zien, want van het toernooi bleek achteraf niks bijgehouden, zelfs geen foto van hem als winnaar.

De noodzaak van het project waar hij dan al vier jaar mee bezig is zag Somai die middag bevestigd: een database, MyDartsTraining, die wedstrijdresultaten van darters wél administreert. Ruim 1000 darters, amateurs én professionals, maken inmiddels gebruik van zijn database. Iedereen kan zich gratis aansluiten, ook darters die niet op de toernooien spelen die Somai zelf organiseert. Als wiskundige uit de zogeheten ‘discrete’ school turft hij voornamelijk telbare waarden: gewonnen legs, hoge ‘finishes’, 180-scores en de legs die een darter binnen drie tot zes beurten uitgooit.

Nul waardebepaling

De dartstop hecht vooral grote waarde aan het meetbare, zoals het scoregemiddelde. Volgens Somai geeft dat een vertekend beeld. ‘Je kan gemiddeld honderd gooien, zoals ze op televisie doen, en toch verliezen. Die focus werkt afschrikkend, zeker als je zelf maar zestig gooit. Als je het goede uit een verliespartij wil halen, moet je een wedstrijd gedetailleerder analyseren. Belangrijk is dat je kunt terughalen waar je wedstrijden hebt laten liggen: wat ging wel goed? Wat deed je op jouw sterke momenten? Nu komen spelers thuis en zeggen: ik heb verloren, maar wel 180 gegooid. ’

De kiem van zijn idee ontsproot in het basketbal. Somai testte zijn idee eerst bij een eigen opgezette club, Amsterdam Warriors, inclusief een individuele competitie. Toen zijn deur werd platgelopen zag Somai kans het initiatief uit te breiden naar zijn andere passie. Een sport die bij uitstek draait om cijfers en als een warm bad moet voelen voor wiskundigen: darts. Hij was zelf ook een begenadigd gooier, maar zonder professionele ambitie. Somai innoveert en organiseert het liefst. ‘Het is niet helemaal mijn wereld. Darters zijn gezellig, tot ze verliezen. Dan is hun hele dag voorbij. Ik kan het ook waarderen als ik op klasse verlies.’

In tegenstelling tot bijvoorbeeld voetbal of tennis, waar de KNVB en KNLTB al jaren tot op amateurniveau administreert, was zijn initiatief een unicum in de dartswereld. Het is tekenend voor wat Somai al jaren ziet misgaan in de dartswereld. ‘De waardebepaling voor darters was nul, zelfs het meest simpele was er niet. Ik verloor wedstrijden, maar wist wel dat ik goed speelde. Ik kon dat voorheen nooit terughalen.’

Gat in de markt

De database en de dartstoernooien die hij organiseert zijn daarom geënt op drie pijlers: ontwikkeling, spelplezier en het aantrekken van sponsors door darters zelf. Een gat in de markt, als je het aan Somai vraagt. ‘Darters zijn van nature arrogante mannen die het liefst altijd over hun eigen prestaties praten. Tot ik vroeg: waar kan ik je resultaten zien?’ Nu dat daadwerkelijk kan weten darters waarin ze uitblinken, maar vooral ook waar in hun spel ruimte voor verbetering zit. ‘Na een toernooi gaan ze nu ook echt met iets naar huis.’

Met die resultaten zwart op wit kunnen darters bij een potentiële sponsor aankloppen met iets tastbaars. Spelers hoog op de dartsrots – zoals Van Gerwen of Welshman Gerwyn Price – kunnen het zich permitteren sponsorplaksels vooral voor de professionele aanblik op hun wedstrijdshirt te dragen. Dat geldt ook voor schnabbelaars als Mensur Suljovic, die als horeca-uitbater in thuisland Oostenrijk ook buiten het bord succesvol is. Anders is het voor spelers buiten de wereldtop. ‘Die hebben het zwaar. De laatste acht bij een vloertoernooi van dartsbond PDC krijgen vaak maar rond de drieduizend pond, en het deelnemersveld is groot. Sponsordeals kunnen de druk weghalen van het prijzengeld móéten pakken om geen verlies te maken.’

Maar het gaat niet alleen over technische ontwikkeling, misschien vind Somai spelplezier en het stimuleren van jeugd nog wel belangrijker. Zijn toernooifilosofie is goede spelers met elkaar laten concurreren zonder dat de zwakkere broeders daar last van hebben. Anders dus dan toernooien van de Nederlandse Dartsbond (NDB), waar jonge talenten van heinde en verre naar afreizen, hopend op een doorbraak, maar waar jeugdwedstrijden niet bijgehouden worden en elke verliespartij in de hoogste klasse zelfs directe uitschakeling betekent. ‘Het gebeurt veel te vaak dat darters naar een toernooi rijden en na één wedstrijd weer naar huis kunnen. Dat werkt demotiverend. Iedereen speelt bij mijn toernooien sowieso drie of vier wedstrijden. Darters die weten dat ze van elkaar kunnen winnen spelen ook tegen elkaar. Ik zie ze op basis van de van onderlinge resultaten uit de database elkaar opzoeken en revanche nemen. Daar leer je meer van dan wanneer je constant van het bord geveegd wordt.’

Dartsgrootmeesters

Talloze keren bood hij zijn uitvinding kosteloos aan bij de NDB en de DORA, maar het bleef volgens Somai bij loze beloftes en mooie woorden. ‘Schijtmoe’ wordt hij er soms van. Onlangs beloofde de NDB nog langs te komen als hij weer een toernooi organiseert. Somai blijft hopen dat hij een kans krijgt de waarde van zijn systeem te laten zien bij de dartsbond. Aan zijn vurige manier van praten is te merken dat de gang van zaken hem irriteert. ‘De NDB heeft meerdere malen zelf toegegeven dat mijn software de sport naar een hoger niveau tilt. Ik heb ze gezegd dat ze op deze manier de jeugd dom houden.’

Schijtmoe of niet, voor een Willie Wortel als Somai betekent die impasse niet dat hij stilzit, wachtend op zo’n kans bij de dartsbond. Hij broedt liever op meer innovatie. Wanneer het af is weet hij niet, maar het liefst wil Somai zijn darters beoordelen via een puntensysteem, zoals in het schaken al gangbaar is. Geen wereldranglijst op basis van inkomsten dus, zoals het darten nu heeft. ‘Elke speler krijgt een beginscore en gaat via winst- of verliespartijen dan in punten omlaag of omhoog. Dan hebben we straks bij 2000 punten misschien wel een dartsgrootmeester.’