Gemeente Amsterdam voert campagne tegen dalende vaccinatiegraad

Wethouder Shula Rijxman (Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling) heeft 200.000 euro beschikbaar gesteld om de dalende vaccinatiegraad in Amsterdam tegen te gaan. Een campagne moet helpen om meer kinderen deel te laten nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), waar zij op tweejarige leeftijd 12 verschillende vaccinaties tegen infectieziektes krijgen.

‘Het is een hele ernstige situatie,’ sprak Rijxman woensdag in de commissievergadering in de Stopera. De vaccinatiegraad van ernstige infectieziektes in het RVP als bof, mazelen en kinkhoest neemt al enkele jaren af in Amsterdam. De Wethouder spreekt van een ‘verminderde vanzelfsprekendheid van vaccinaties.’ Het RIVM registreerde in 2021 een landelijke daling van deelname aan het RVP van twee procent. Rijxman baart zich bovendien zorgen om een afname van het aantal deelnames aan het RVP in Amsterdam in het afgelopen voorjaar. Dit zou betekenen dat een dalende trend aanhoudt.

De campagne gaat zich vooral richten op communicatie. Op basis van onderzoek van het GGD zullen groepen die relatief minder vaak gevaccineerd zijn benaderd worden om te identificeren welke factoren er bijdragen aan de lagere vaccinatiegraad. Vervolgens kan de GGD van Amsterdam een campagne beginnen om deze doelgroep te motiveren deel te nemen aan het RVP. Data van GGD Amsterdam laat zien dat er bijvoorbeeld een verschil bestaat tussen stadsdelen. Waar in 2021 in Amsterdam-Oost 91,5 procent van de tweejarige kinderen deelnam aan de RVP, was dit in Amsterdam Nieuw-West slechts 84,3 procent.  

De lage is opkomst is volgens het RIVM deels te wijden aan verwarring tussen de oproep voor coronavaccinaties en de oproep voor RVP-vaccinaties. Ook zou het verminderde vertrouwen in de overheid hebben bijgedragen aan de daling. De World Health Organization heeft een streefnorm vastgesteld van een vaccinatiegraad van 90 procent. Gemeente Amsterdam probeert deze norm aan te houden, maar bevindt zich op dit moment gemiddeld op 88,1 procent, net onder het landelijke gemiddelde van 91,3 procent.