AMSTERDAMSE DROMEN | Een clubhuis voor de Amsterdamse undergroundmuziek


Wat zijn de dromen die Amsterdammers bezighouden? In de rubriek ‘Amsterdamse Dromen’ gaan de redacteuren van NAP Nieuws op zoek naar dromen die leven in de stad. Van het winnen van Olympisch goud en het opzetten van een eigen onderneming, tot de spannendste fantasieën of de ergste nachtmerries: elke dag komt een nieuwe droom voorbij.

Een eigen platenlabel: het plan spookte al heel lang rond in zijn hoofd, vertelt Sidney Francis (23) in zijn gedeelde muziekstudio aan het NDSM-plein. Sinds een paar weken is La Kamarade van start en heeft Sidney samen met zijn compagnon vier artiesten onder zijn hoede. Nu werken ze aan een volgend project: een basecamp, een clubhuis voor de underground muziekscene van Amsterdam, ‘een plek waar iedereen gewoon terecht kan, ook als er geen optredens zijn.’

‘Dat is wel het ding van zo’n ruimte delen met vijf bands: het is altijd een zooi,’ zegt Sidney terwijl hij een maaltijdverpakking van een van de zwarte leren banken haalt. Een paar weken terug had een van de bands waar hij in speelt, Cardigan Inn, nog een optreden in de studio. ‘Er stonden zo’n vijftig man hier, in deze ruimte.’ Het gebouw was vroeger een scheepsdok waar boten te water werden gelaten, vertelt Sidney. In de tussenruimtes van de schuine betonnen stellage, die uitkomt in het water van het IJ, zijn een paar jaar geleden studio’s gebouwd. In één daarvan komt Sidney elk weekend samen met zijn band. 

‘Ik wil mijn leven in de muziekwereld spenderen, linksom of rechtsom,’ vertelt de Amsterdamse artiest en muziekwetenschappenstudent. ‘De droom is om rond te komen van albums en optredens, maar die kans is, laten we eerlijk zijn, uiteindelijk gewoon nihil.’ Een platenlabel is dan ‘best wel ideaal,’ concludeert hij. Vorig jaar ontmoette hij Floris Rosenbaum, inmiddels zijn compagnon bij La Kamarade. Hij heeft voor het platenvak gestudeerd, aan de Herman Brood. ‘Een kant van de muziekindustrie die ik nog niet zo goed kende.’

De Amsterdamse muziekscene is klein, vertelt Sidney. Sinds zijn zestiende treedt hij op in de stad, met een bandje. ‘Je komt heel veel mensen tegen die héle vette dingen doen, waarvan je zou willen dat ze verder komen.’ Als ‘eenzame muzikant’ kon hij niet zoveel betekenen voor die mensen, maar met zijn nieuwe platenlabel wil Sidney die artiesten vooruit helpen, vertelt hij. 

Zijn muzieksmaak overlapt veel met die van compagnon Floris. De bands die nu bij het label zitten omschrijft hij met termen als ‘soft pop rock,’ ‘bedroom pop,’ en ‘ambient synth pop,’ maar dat zijn begrippen die vooral bruikbaar zijn voor marketing, vindt Sidney, ‘Laten we gewoon de genres weghalen, als het leuk is is het leuk.’ 

En nu is er een nieuw project, een nieuwe droom, die werkelijkheid lijkt te worden, al ‘is het nog niet in kannen en kruiken.’ Er is een pand op het oog in het centrum van Amsterdam, vertelt Sidney, waar La Kamarade met wat nieuwe compagnons een café, concertzaal, kantoorruimte en studio wil maken. ‘Een plek waar de underground van Amsterdam terecht kan.’ Er zijn wel plekken die een bandjesavond organiseren, maar echt een vaste thuisbasis voor de alternatieve muziekwereld: dat mist de stad. 

‘De stad wordt steeds commerciëler, de aandacht gaat hier uit naar het bedienen van de massa,’ zegt Sidney, die al zijn hele leven in Amsterdam woont. ‘Dit moet juist een plek worden waar we een community kunnen vormen, waar je langskomt en dan zegt ‘ik drop mijn usb-stick even achter de bar, luister er eens naar.’’ Hopelijk, zegt hij ‘kunnen we daar een soort iconisch tijdperk inleiden.’