Expertmeeting onthult: Top600-aanpak schiet tekort

Ervaringsdeskundigen hebben zich tijdens een expertmeeting van de gemeente Amsterdam uitgesproken over de Top600. De deskundigen kwamen woensdagavond in de Stopera bijeen omdat uit recent onderzoek is gebleken dat de Amsterdamse aanpak voor criminele jongeren niet voor minder recidive heeft gezorgd.

‘De Top600 belooft veel dingen die niet gefaciliteerd kunnen worden,’ zegt Diana Sardjoe tijdens de expertmeeting. Zo’n bijeenkomst is bedoeld om met (ervarings)deskundigen in gesprek te gaan, zodat een onderwerp vanuit meerdere invalshoeken wordt belicht. Sardjoe is zelf moeder van een kind uit de Top600. Dit is een lijst waarop Amsterdamse jongeren staan die ernstige misdaden hebben gepleegd en extra aandacht krijgen van verschillende instanties. 

‘Een van de dingen die aan de jongeren wordt beloofd, is een woning. In Amsterdam zijn die natuurlijk niet te vinden,’ zegt Sardjoe. Ze heeft ook negatieve ervaringen met de verschillende organisaties die meewerken aan de aanpak: ‘Ik zie organisaties Top600-jongeren binnenhalen, terwijl ze niet de middelen hebben om ze te helpen. Hoe kan het dat er wapens en drugs worden gevonden bij jongeren die bij beschermd wonen zitten?’ 

Niet effectief

De Top600 werd in 2011 door de gemeente Amsterdam in het leven geroepen omdat het aantal delicten in de stad toenam en de verdachten steeds jonger werden. Het is een lijst van zeshonderd veelplegers die zijn aangehouden voor delicten zoals straatroof, geweld, woninginbraken of overvallen. De aanpak heeft drie focuspunten: recidivevermindering, een beter toekomstperspectief bieden en voorkomen dat broertjes of zusjes ook in de criminaliteit belanden.

Uit recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) is nu gebleken dat de intensieve aanpak niet voor recidivevermindering heeft gezorgd. Veelplegers die vergelijkbare delicten hebben gepleegd als de Top600-jongeren, zouden even vaak opnieuw in aanraking zijn gekomen met justitie. In het onderzoek is alleen gekeken naar recidive, niet naar de effectiviteit van de twee andere doelen die met de aanpak worden nagestreefd. Burgemeester Femke Halsema schreef in een brief aan de gemeenteraad dat het onderzoek ‘tegenvalt’.

Regisseurs

Tijdens de expertmeeting werd er kritiek geuit op de zogenaamde regisseurs. Elk persoon op de Top600 krijgt zijn eigen regisseur die het plan van aanpak voor de jongere coördineert, maar tussen deze regisseurs zit veel kwaliteitsverschil. ‘Je hebt nu de kernorganisaties die regisseurs aandragen, maar zijn deze regisseurs wel capabel genoeg?’ vraagt pedagoog Minchenu Maduro zich af. ‘Je moet durven optreden. Deze jongens zijn gebaat bij duidelijkheid, niet bij pamperen,’ vervolgt ze.

Sardjoe sluit zich hierbij aan: ‘Je moet een stevige regisseur hebben, geen watje. Dat hebben die jongens nodig. Wat het systeem nu doet: aan de ene kant geeft het de jongeren een compliment, aan de andere kant een klap.’

Mosterd na de maaltijd

Misdaadverslaggever Paul Vugts schrijft al sinds de invoering van de Top600 over het plan. ‘Ik denk dat het een krachtig systeem is waarbij verschillende instanties met elkaar kunnen samenwerken,’ zegt hij. ‘Maar de gezinnen die het slecht doen, krijgen juist veel te veel verschillende soorten hulp.’ Waarom er nu pas onderzoek naar de aanpak is gedaan, is ook voor Vugts een raadsel: ‘Ik vind het heel slecht dat dit pas na elf jaar onafhankelijk wordt onderzocht. Je zou denken dat er continu wordt onderzocht of zo’n groot project nog werkt.’

Toch houdt Vugts hoop voor een groot deel van de jongeren op de lijst. ‘De zwaarste gasten van de Top600, die kun je niet redden,’ zegt Vugts. ‘Die zijn te ver heen. Maar de middengroep denk ik wel.’ Sardjoe hoopt vooral dat er in de toekomst meer naar de ouders van de jongeren wordt geluisterd en refereert aan de oud-burgemeester van de hoofdstad. ‘Op papier is het een prachtig plan, maar in de praktijk gaat het mis. Ik mis Van der Laan, die luisterde tenminste echt.’