Ziva Henry leerde voetballen in de schaduw van de Arena, zaterdag speelt ze er voor Feyenoord

De vrouwen van Ajax en Feyenoord spelen zaterdag de Klassieker in de Johan Cruyff Arena. Een bijzondere wedstrijd voor aanvaller Ziva Henry (19), die afgelopen zomer de overstap van Amsterdam naar Rotterdam-Zuid maakte. ‘Nu hoeft mijn opa, een Feyenoorder, gelukkig nooit meer voor Ajax te juichen’

Je eerste wedstrijd tegen Ajax in de Arena. Hoe denk je dat dat zal zijn?

‘Ik kijk er héél erg naar uit. Vorig jaar zat ik op de tribune te kijken en dat vond ik een super vette wedstrijd. Ik dacht gelijk ‘hier wil ik ook voetballen’, dus ik ben heel blij dat we weer in de Arena mogen spelen. Toen verwachtte ik alleen niet dat het in het shirt van Feyenoord zou zijn.’

Want je bent opgegroeid als Ajax-fan, toch?

‘Klopt. Ik ben opgegroeid in Amstelveen en speelde vanaf mijn achtste bij SV Ouderkerk. Bij de trainingen daar kon je de Arena altijd zien liggen. Er zat alleen een snelweg tussen en dan kreeg je de Toekomst en de Arena. Dan is het logisch dat je voor Ajax bent en ervan droomt om ooit in dat grote stadion te spelen.’

Hoe ben je uiteindelijk bij Ajax terechtgekomen?

‘Op mijn dertiende besloot ik over te stappen naar Buitenveldert, omdat ik toch op een iets hoger niveau wilde gaan voetballen. Daar heb ik twee jaar gespeeld en in die tijd begon ik ook voor de nationale jeugdelftallen te spelen. Daar komen altijd scouts van profclubs kijken en toen heeft Ajax me op mijn zestiende gehaald.’

En ze hadden gelijk veel vertrouwen in je.

‘Ja, in eerste instantie wel. Ik kon gelijk uitkomen voor Onder-19, de beloftes en mocht al snel mee met het eerste elftal. Aan het einde van mijn eerste jaar, in april 2021, maakte ik mijn debuut in de Eredivisie, maar daarna speelde ik toch vooral bij de beloftes.’

Waarom besloot je vorige zomer over te stappen naar Feyenoord?

‘Dat had er vooral mee te maken dat Feyenoord Jessica Torny begin vorig jaar aanstelde als hoofdcoach. Zij was in 2022 mijn trainer tijdens het WK Onder-20 en ik vond die samenwerking heel fijn. Torny vertelde me vorig jaar over haar ambities bij Feyenoord en zag voor mij een rol in die plannen. Verder merkte ik ook dat ik toe was aan een nieuwe omgeving.’

Maar dat betekende wel het einde van de periode bij ‘jouw cluppie’.

‘Ja, ik heb er ook heel lang over nagedacht. Het was niet dat ik het bij Ajax niet goed had, maar er lagen bij Feyenoord meer kansen. Ik had het erover met mijn teamgenoten bij Ajax en die begrepen de overstap ook allemaal. Je moet op zo’n moment toch vooral naar je carrière kijken.’

Was je familie net zo begripvol?

‘Mijn familie heeft eigenlijk een stuk minder met Ajax dan ik. Mijn opa was zelfs heel blij dat ik de overstap maakte, want hij is al zijn hele leven een echte Feyenoord-fan. Hij was alleen voor Ajax als ik speelde, dus nu hoeft dat gelukkig nooit meer. Mijn vader komt uit Londen en is voor Arsenal. Zelf was ik altijd wel voor Ajax, omdat ik in Amstelveen opgroeide, maar ik had nooit een hekel aan Feyenoord.’

Is dat ook jouw droomclub?

‘Ooit bij Arsenal spelen is zeker wel een droom.’

En is de overgang naar Feyenoord tot nu toe wat je ervan verwachtte?

‘Ik denk dat de stap naar Feyenoord een goede keuze is geweest. De trainingsintensiteit hier is écht heel hoog, zowel op het veld als in het krachthonk, en het spel is veel fysieker. We hebben een teleurstellende eerste seizoenshelft gehad, waardoor we nu negende staan. Maar ik merk dat ik daar mentaal ook sterker van geworden ben. Bij Ajax was ik gewend om bijna altijd wel de betere ploeg te zijn en nu is dat echt niet het geval. Je kan ook niet constant de voetballende oplossing zoeken. Soms moet je gewoon volle bak erop, mouwen opstropen en gaan. In Engeland al helemaal.’

Ligt dat fysieke spel jou meer?

‘Begin dit seizoen zeker nog niet, maar ik ben fysiek denk ik echt gegroeid en kan nu zowel het strijdlustige als het technische spel wel waarderen.’

Wordt strijdlust zaterdag ook de sleutel tot succes?

‘Ja, strijdlust en discipline. We zijn gebrand op een goed resultaat en dat moeten we vanaf de eerste minuut laten zien.’