De voedingsindustrie staat voor een helse opgave. Terwijl de wereldbevolking groeit en de vraag naar voedsel rijst, kampt zij met een tanende beschikbaarheid van landbouwgrond, overmatige consumptie van dierlijke producten, buitensporige uitstoot van broeikasgassen en langer wordende transportketens. Hoe voeden we de wereld van de toekomst? Olivier Wegloop boert met zijn pluimveebedrijf Kipster fundamenteel anders en toont dat er in de industrie een kentering kiemt.
Na jarenlang succesvol te zijn geweest in de reclamewereld, waar hij als creative director werkte voor giganten als Unilever, Coca-Cola en Heineken, kwam er een moment van bezinning. ‘Het voelde steeds vreemder dat ik niet wilde dat mijn kinderen de producten consumeerden waarvoor ik reclame maakte,’ vertelt hij. Met zijn ziel onder zijn arm verruilde hij zijn marketingfunctie voor de agrarische sector. Even later stond hij met zijn vernieuwende aanpak aan de basis van het eerste klimaatneutrale ei ter wereld.
Reststromen: van bijproduct naar voeding
Voor Wegloop ligt het fundamentele probleem bij de buitensporige vraag naar dierlijke producten. De productie van vlees is namelijk inefficiënt en vergt bovendien veel ruimte. ‘75 procent van alle landbouwgrond wordt gebruikt voor het verbouwen van gewassen voor veevoer. Als je daarvan een kilo aan een koe geeft, hou je maar een paar gram vlees over. Maar als een mens een kilo soja direct opeet, heb je gewoon een kilo eten,’ licht hij toe.
Hoewel hij daarom pleit voor een transitie naar plantaardige diëten, beseft hij dat de verandering voor veel mensen nog een brug te ver is. Vanuit dat realistische perspectief ontwikkelde Wegloop een benadering die het geldende voedselsysteem compleet herziet. ‘De kippen krijgen uitsluitend reststromen te eten, van haverdoppen tot gebroken pasta, voedsel dat mensen niet kunnen of willen eten.’ Daarmee consumeren kippen geen voeding die ook voor menselijke consumptie had kunnen worden gebruikt, maar maken zij van uitgerangeerde grondstoffen iets waardevols. Wegloop: ‘De kippen ruimen de restjes op, die ze vervolgens omvormen tot producten als eieren en vlees.’
Deze circulaire aanpak, die naast voeding uit reststromen ook het opwekken van eigen energie en het afvangen van fijnstof omvat, kent wel haar uitdagingen. ‘Anders dan bij traditionele kippenvoeding, die een constante kwaliteit heeft, werken wij met wisselende producten. De ene keer krijgen we meer brood, de andere keer pasta, de kwaliteit varieert continu. Dat maakt het proces bijzonder complex. Daarom zijn we vooralsnog de enige in de wereld die dit doen.’ Het resultaat blijkt desalniettemin de moeite waard. ‘Kipster voedt de wereld met een lage voetafdruk, zonder extensief landgebruik en gesleep met grondstoffen over verschillende continenten.’
Haantjesgedrag
Naast duurzaamheid draait het bij Kipster om dierenwelzijn, het tweede fundamentele probleem dat Wegloop binnen de industrie ontwaarde. ‘We zien dieren nog steeds als productiemiddelen waarvan de opbrengst gemaximaliseerd moet worden. Haantjes worden in de legpluimvee-industrie afgemaakt zodra ze uit het ei kruipen. Terwijl we weten dat het gevoelige wezentjes zijn en verlangens hebben. Wij hebben hier ethische bezwaren tegen. Hier groeien ze op in een fatsoenlijke omgeving, waarna we ze doodmaken voor het vlees. Zo hebben ze nog een functie, een betekenis.’
Ik begrijp dat je dingen mooier wilt voorspiegelen dan ze zijn, maar consumenten verdienen eerlijke informatie.
Een wat harde formulering, wellicht. Voor Wegloop is het echter noodzakelijk om zo onverholen mogelijk over dit soort onderwerpen te praten. ‘Het is belangrijk voor Kipster om radicaal transparant te zijn. De veehouderij is een beetje de voor-de-gek-houderij. In de supermarkt zie je nog steeds plaatjes van vrolijke kippen. Ik begrijp dat je dingen mooier wilt voorspiegelen dan ze zijn, maar consumenten verdienen eerlijke informatie. Mensen moeten weten dat als ze een eitje tikken er vaak iets tragisch aan vooraf is gegaan, dat diervriendelijke veehouderij niet bestaat, ook niet bij ons. Het is een contradictio in terminis.’
Of een systemische verandering van het voedselsysteem toch mogelijk is? Wegloop is verdeeld. ‘Het begint dus bij transparant zijn, en laten zien dat het anders kan. Dat zijn in ieder geval de waarden die Kipster uitdraagt. Vanuit dat besef ontstaat bewustwording, die weer kan aanzetten tot een gedragsverandering. Daar ben ik van overtuigd. Maar of mensen het ook echt willen weten, daar ben ik allerminst gerust op. Mensen cultiveren uit eigenbelang vaak hun morele blinde vlekken.’