Roken is duurder dan ooit. Sinds het opnieuw vallen van de accijnshamer steeg de prijs van tabak vorig jaar met een bescheiden dertig procent, blijkt uit recent gepubliceerde CBS-cijfers. De ophoging vormt de voornaamste preventiemaatregel van de Rijksoverheid, en blijkt succesvol. Toch voelen de Amsterdamse tabakshandelaren de gestegen prijzen nauwelijks. Wel maken zij zich zorgen over oprijzende sluiproutes die de accijnzen omzeilen.
Volgens de accijnsmonitor, die maandelijks de verkoopcijfers van sigaretten en shag in kaart brengt, nam de verkoop van rookwaren in 2024 met een kleine dertig procent af ten opzichte van het voorgaande jaar. Hoewel een knauw op de staatskas, die hiermee 156 miljoen aan belastingopbrengsten misloopt, bestaat er een directe correlatie tussen hogere tabaksprijzen en een verminderd aantal rokers. ‘De wetenschap is het eens, het is de meest effectieve methode om roken te ontmoedigen. Voor een ophoging van tien procent daalt de tabaksconsumptie met vier procent.’ zegt Mark Willemsen, expert op het gebied van tabaksontmoediging. ‘Bij jongeren is de invloed zelfs nog groter, aangezien die minder te besteden hebben.’
Willemsen benadrukt het belang van een structurele, stapsgewijze ophoging van de accijnzen. ‘Wanneer de prijs van sigaretten een lange tijd niet wordt verhoogd, neemt de consumptie weer toe. Dit komt vermoedelijk door de inflatie, die de salarissen van de consument opstuwt. Dan wordt roken in zekere zin weer goedkoper, omdat de lonen harder stijgen dan de prijs van tabak.’
Ondanks de jaarlijkse prijstoename ziet de Amsterdamse tabakshandelaar Dennis Bom, mede-eigenaar van het familiebedrijf Bom Sigaren, de verkoop nauwelijks teruglopen. ‘We verkopen nog steeds veel sigaretten.’ zegt hij, leunend over de met filters en wiet-gerelateerde prullaria gevulde toonbank. ‘Sinds 1 juli 2024 geldt er een verbod op tabaksverkoop voor supermarkten, waardoor meer mensen naar tabakszaken komen, dat vertekent de cijfers misschien.’ Hetzelfde geldt voor de Amsterdamse tabakspeciaalzaak P.G.C Hajenius. ‘De interne verkoopcijfers geven nog geen significante daling aan.’
Alternatieven en sluiproutes
Bom ziet vooral een verandering in het koopgedrag van hun klanten. ‘Veel mensen stappen over op cigarillos met tabakfilter. Die kosten bij ons zo’n vier euro. Dat is wel even wat anders dan wat je neertelt voor een pakje Marlboro.’
‘In Duitsland is een pakje nu vier euro goedkoper.’
De eigenaren van Hajenius zien bovendien manieren om de hoge accijnzen te omzeilen, die in hun volledigheid voorbijgaan aan de Nederlandse handel. ‘De tabaksproducten zijn over de grens, in Duitsland, een stuk goedkoper. Iedereen kent wel iemand die bij de grens woont, en regelmatig met sloffen sigaretten terugkomt. Dan verdwijnt het roken niet, maar verplaatst de handel zich vooral.’ Dennis Bom is het eens. ‘De prijzen zouden in ieder geval gelijkgesteld moeten worden met onze buren. In Duitsland is een pakje nu vier euro goedkoper.’
Willemsen herkent het zogeheten grenseffect en waarschuwt voor dergelijke gedragsreacties. ‘De bedoeling van het accijnsinstrument is dat mensen minder gaan roken en uiteindelijk stoppen. Dit komt in het geding aangezien mensen alternatieve manieren aangrijpen die zich aan de prijsstijgingen onttrekken. Mensen gaan over de grens, stappen over op e-sigaretten of goedkopere merken. Er is gepleit voor accijnsheffing op die producten, maar dat hangt nog in de lucht.’
‘Ik heb nog nooit een kind op het schoolplein gezien met een sigaar in zijn mond.’
Ook de eigenaar van P.G.C Hajenius ziet nog veel verbeterpunten in het beleid van de Rijksoverheid. ‘We snappen het ontmoedigingsbeleid, maar dat geldt nu vooral voor tabaksproducten, niet voor de alternatieven. E-sigaretten blijven goedkoop, in de coffeeshop mag je gewoon roken. Dat steekt, tabakshandelaren zijn vooral de dupe.’ Hij neemt plaats voor zijn uitstalling van luxe-rookwaar, zucht. ‘De accijnsverhogingen zijn onevenredig verdeeld. Zo zijn de accijns op de pijptabak het hardst toegenomen. Terwijl ik nog nooit een kind op het schoolplein heb gezien met een sigaar in zijn mond. Met het oog op een rookvrije generatie zou vooral het elektronisch roken aangepakt moeten worden, dat is wat de doelgroep aanspreekt.’