Het Kindervragenuur van de Amsterdamse Raad: ‘Kinderen gaan voor. Zo simpel is het.’ 

Tijdens het jaarlijkse Kindervragenuur krijgen Amsterdamse kinderen – de naam zegt het al – de mogelijkheid om al hun prangende vragen te stellen aan de burgemeester en wethouders. Woensdag was de vierde keer dat tijdens de raadsvergadering een rol voor kinderen was weggelegd. 

Wethouder Melanie van der Horst (Openbare ruimte en Groen) heeft haar bevlogen betoog over begroeibare tegels net afgerond als burgemeester Femke Halsema de raadsvergadering onderbreekt. Er is geen tijd voor interrupties meer: er staan kinderen voor de deur. Op protesterend gemor vanuit de zaal reageert burgemeester Halsema beslist: ‘Kinderen gaan voor. Zo simpel is het.’ 

Een eigen naambordje

Amaana, Oumnia, Loïs, Jabir, Isla, Geecke en Ezra komen een voor een binnen; een gemeenterood mapje in hun hand geklemd. Ze worden naar de voorste rij begeleid en krijgen een uitleg over de microfoons; het rode lampje moet branden en zodra je praat kom je in beeld. Oumnia schrikt als ze zichzelf op het grote scherm ziet verschijnen en drukt haar microfoon snel uit. Nog geen minuut later duikt ze weer op, nu breed grijnzend en wild zwaaiend. ‘Ha-llo, hal-lo, hall-o’, test Isla of ze wel te horen is. 

Als iedereen een plekje en een eigen naambordje heeft, komt de burgemeester de zeven kinderen een handje geven. Iets na vijven wordt de vergadering onder enthousiast geklap en getrommel geopend door plaatsvervangend voorzitter Kune Burgers (VVD). De eerste vraag komt van Geecke, die zich tot Halsema richt: ‘Wat vindt u het belangrijkste van uw werk als burgemeester?’ ‘Dat de gemeenteraad wat beter naar me luistert’, grapt ze.

Vier jaar vragen

Het eerste Kindervragenuur vond plaats tijdens de raadsvergadering van 20 januari 2021 en biedt kinderen uit de bovenbouw van de basisschool of uit de brugklas van de middelbare school de kans om vragen te stellen tijdens de raadsvergadering. Het vragenuur is een initiatief van Ilana Rooderkerk; destijds raadslid voor D66, nu Tweede Kamerlid voor diezelfde partij. Woensdag vond de vierde editie plaats: vorig jaar kon het Kindervragenuur vanwege dubbele agenda’s niet doorgaan. 

Amsterdamse kinderen worden volgens de verantwoordelijke beleidsmaker van Onderwijs op verschillende manieren benaderd. Hoewel scholen over het initiatief worden geïnformeerd, is het niet de bedoeling dat zij kinderen aanmelden. ‘Het gaat echt om het enthousiasmeren van de kinderen zelf.’  De kinderraden van verschillende stadsdelen spelen een belangrijke rol, maar sociale media blijven de meest effectieve manier om kinderen te benaderen. Dit jaar waren er acht aanmeldingen, die allemaal werden uitgenodigd. Uiteindelijk waren er zeven kinderen daadwerkelijk aanwezig. 

Trotse blosjes

Vragen over speeltuinen, drukke straten en armoede; de burgemeester en wethouders krijgen het allemaal voor hun kiezen. Het is duidelijk merkbaar dat dingen anders gaan dan normaal. Zo legt wethouder Van der Horst uit dat haar hese stem ‘een beetje gek is’ als gevolg van de griep die ze heeft gehad en begint ieder lid van het college hun antwoord met complimenten over de gestelde vraag. Dat laatste zorgt voor trotse blosjes bij de vragenstellers.  

De website van het initiatief is duidelijk op kinderen gericht. De teksten zijn in begrijpelijke taal geschreven en er staan tips voor bijvoorbeeld het formuleren van een goede vraag, en de beste manier om er een te stellen. Ongepaste vragen zaten er volgens de beleidsmaker niet tussen. ‘Eigenlijk dachten we bij elke vraag: jeetje, wat hebben ze hier goed over nagedacht. En wat ons ook opviel, was aan wie de vragen werden gesteld. Vaak kennen kinderen natuurlijk alleen de burgemeester, en richten ze hun vragen vooral aan haar. Maar nu waren er ook twee vragen aan specifieke wethouders gericht; superleuk.’ 

‘Eigenlijk dachten we bij elke vraag: jeetje, wat hebben ze hier goed over nagedacht’

Nadat alle kinderen hun vraag hebben gesteld, is het laatste woord voor plaatsvervangend voorzitter Burgers. Zijn afsluiting past perfect bij de feestelijke sfeer die in de raadszaal hangt. ‘Het waren ontzettend goede vragen, en ik heb ook nog nooit zulke goede, open antwoorden gehoord van het college. Laten we dit volgend jaar nog een keer doen.’