Niks boven Amsterdam! Althans, dat vinden veel Amsterdammers. Niet iedereen deelt die liefde. Sommige mensen zijn dagelijks in de stad, maar kunnen niet wachten om haar ’s avonds weer te ontsnappen. Drie mensen die in Amsterdam werken vertellen waarom ze er voor geen goud willen wonen.
.

.
Stef Visjager (56) is radio- en podcastmaker en woonde bijna haar hele leven in Amsterdam. Ze verhuisde een paar jaar geleden naar het kustplaatsje Schoorl
‘Laatst fietste ik door Amsterdam. Het was vroeg en het licht was prachtig. Ik besefte hoe mooi ik de stad vroeger vond en hoe verliefd ik was op alles en iedereen om me heen. Ik realiseerde me: dat gevoel is nu weg. Misschien is liefdesverdriet wel het beste woord.’
‘De saamhorigheid die ik altijd ervoer in het centrum lijkt in de afgelopen tien jaar verdwenen. Niemand zegt hallo op straat en de stad wordt overspoeld door toeristen. Voordat ik naar Schoorl vertrok hebben ik en mijn gezin het eerst geprobeerd in Amsterdam Noord. Maar ook daar was iedereen vooral met zichzelf bezig. Veel expats wonen er tijdelijk. Ze willen alle leuke plekken bezoeken, maar dragen zelf niets bij aan de stad. Ik organiseerde een buurtborrel en geen van hen kwam opdagen.’
‘Inmiddels mis ik de heroïnenaalden die vroeger op straat lagen’
‘De Czaar Peterstraat waar ik in de jaren tachtig woonde had destijds een heftige reputatie. Het was een hoerenafwerkplek. TV’s werden uit ramen gegooid. Ciske de Rat is er opgenomen. Toch heb ik nu heimwee naar de heroïnenaalden die daar soms lagen. Dat was heilig vergeleken met de Starbucks-bekers en McDonald’s-zakken die nu door het centrum slingeren. Overal zitten to-go zaken en men laat de voedselresten en verpakkingen gewoon uit de handen waaien.’
‘Ik zal niet terugkeren naar Amsterdam. Mijn man vindt de stad wel heerlijk kosmopolitsch en woont er nog. We rijden heen en weer om elkaar op te zoeken.’
Over herrie in de stad maakte Visjager de podcast aflevering Stilte is het nieuwe goud voor NPO Radio 1.

.
Fabiàn Rodriguez (27) is UvA-docent en beleidsmedewerker bij de Nederlandse Bank. Hij verhuisde op zijn achttiende van Costa Rica naar Nederland
‘Na mijn vertrek uit mijn thuisland heeft mijn leven zich altijd afgespeeld in Amsterdam, maar ik heb er nooit gewoond. Eerst leefde ik in Uithoorn en een tijdje terug heb ik een huis gekocht in Almere. Geen mooie stad, maar ik woon wel bij de Oostvaardersplassen.’
‘In Amsterdam worden de bomen gekapt omdat ze niet op de goede plek groeien. En daarna worden er keurig om de tien meter nieuwe geplant, zodat iedereen wel een stukje groen heeft. Ik mis de weelderigheid van Costa Rica. Van de natuur die ook in steden haar gang gaat en waar we als mensen maar een beetje tussen moeten zien te leven.’
‘Het tempo ligt hier ontzettend hoog’
‘En niet alleen de natuur is strak geordend. Ook de mensen lijken alles in te plannen. Mijn collega’s gaan om zes uur weg van kantoor om de sportschool nog voor het eten ertussen te persen. Dan moeten ze daar wel op tijd aankomen en hun les van tevoren hebben geboekt. Anders is de zaal vol en mogen ze niet meedoen.’
‘Ik mis hier de ‘go-with-the-flow’-mentaliteit. Op papier heeft de stad alles: van musea tot escape rooms. Maar juist daardoor lijken Amsterdammers altijd haast te hebben om al die mogelijkheden te benutten. Elk moment moet een beleving zijn. Het tempo ligt hier ontzettend hoog.’
.

.
Eva Koffeman (26) werkt als copywriter bij een Amsterdams reclamebureau. Ze studeerde in Utrecht en is daar, in tegenstelling tot veel oud-studenten, nooit weggegaan
‘In Amsterdam hoor ik mensen voortdurend praten over hoe vet hun stad is, alsof ze zichzelf en elkaar moeten overtuigen. In Utrecht doet niemand dat, terwijl mensen hier naar mijn idee vaker gelukkig zijn.’
‘Ik zie veel mensen die naar Amsterdam vertrekken veranderen, bijvoorbeeld in hoe ze praten of hoe ze zich kleden. Ze gaan mee in dat idee dat de stad boven de rest van Nederland uittorent. Soms tot op het punt dat ze zo min mogelijk willen praten over het boerendorp waarin ze zijn opgegroeid. En dan neerkijken op mensen die pas net in de stad wonen, terwijl ze er zelf nog geen drie jaar zitten. Dat is lachwekkend, toch? Of hun best doen om er verveeld uit te zien in een club, want stel je voor dat het overkomt alsof je het naar je zin hebt. Die houding heb ik in Utrecht nog nooit gezien.’
‘In Utrecht blijven is voor mij trouwens ook een stukje zelfbescherming. De reclamewereld speelt zich vooral af in Amsterdam—competitief, korte deadlines, veel feesten en netwerken. Ik vind het fijn om tussen gelijkgestemden te zijn, maar ik wil niet wonen op een plek waar er altijd wel een feestje of evenement is waar vrienden en collega’s me naartoe kunnen sleuren. Daar is mijn ruggengraat te slap voor. Ik woon liever in de rust om af en toe de drukte op te zoeken, dan andersom.’