Meer dan honderd neprupsen plaatsten onderzoekers van de Vrije Universiteit in bomen door de stad, om het jaaggedrag van insectenetende vogels in kaart te brengen. Wat bleek: vogels mijden lawaaiige plekken – en dat is slecht nieuws.
Op een smal groenstrookje langs de Zuidas bindt een ecoloog een neprups van klei op een tak van een zomereik. Een tram passeert luid, aan de overkant van de weg dendert een drilboor. Op het oog een onwaarschijnlijke plaats voor ecologisch onderzoek, maar niet voor wetenschappers van de VU. Zij onderzoeken namelijk wat dit lawaai met de biodiversiteit in de stad doet. Juan Antonio Hernández-Agüero onderzocht samen met masterstudent Bas Krijnen de invloed van menselijke factoren op de biodiversiteit in de stad. Uit de eerste resultaten, vorige week gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, blijkt dat geluid verstorend werkt voor vogels.

Rupsen kleien
Met zijn duimnagel zet Hernández-Agüero twee streepjes in v-vorm in de klei: een typische vogelbeet. In de berm naast de Strawinskylaan laat de ecoloog zien hoe het onderzoek in zijn werk ging. Tussen april en november vorig jaar fietste hij iedere maand in een dag alle 38 zomereiken langs om te tellen hoe vaak de neprupsen waren aangevallen. Het aantal vogelsporen werd uitgezet tegen de hoeveelheid geluidsoverlast. Zo ontdekten de onderzoekers dat hoe meer geluid er bij een boom was, hoe minder vogels er jaagden. ‘Voornamelijk omdat ze afhankelijk zijn van geluid om met elkaar te communiceren,’ legt Hernández-Agüero uit, terwijl hij de kleine rups weer egaal kneedt. ‘Als ze elkaar niet kunnen horen, zullen ze zich niet op hun gemak voelen.’

Minder vogels is problematisch, want ze spelen een belangrijke rol in de ongediertebestrijding. ‘Een van de functies van jagende vogels is plaagbestrijding, dat is een ecosysteemdienst waar we ook als mensen van profiteren. Stel je een plek voor waar veel lawaai is, waar bijna geen vogels zijn. Als die niet jagen op de plagen die in bomen voorkomen, dan verspreiden de plagen zich over de hele boom, waardoor die kan sterven.’ Een bekende plaag waar ook mensen last van hebben, is de eikenprocessierups.
Ideale stad
Het onderzoek vond niet alleen in Amsterdam plaats omdat dat is waar hij werkt, vertelt Hernández-Agüero. Het is met 5336 mensen per vierkante kilometer dichtbevolkt, heeft relatief veel groen en water en is vlak – ideaal om de effecten van verstedelijking en klimaatverandering op de biodiversiteit te onderzoeken. En dat onderzoek is relevant, omdat steeds meer mensen in steden wonen. ‘Naar verwachting tegen 2050 meer dan 70% van de wereldbevolking,’ aldus Hernández-Agüero. ‘Het is belangrijk om te weten wat er in de stedelijke biodiversiteit verandert, zodat beleidsmakers op basis hiervan kunnen handelen.’ Langs de Zuidas zouden bijvoorbeeld geluidschermen langs de weg en het spoor het storende geluid kunnen dempen, iets waar hij met de gemeente over in contact staat.

Gesnoeide takken
Fietsers en voetgangers razen nu onverschillig langs, maar tijdens het onderzoek zag Hernández-Agüero veel nieuwsgierige voorbijgangers. ‘Mensen vroegen zich af of de klei niet giftig is voor de vogels. Maar de vogels eten het niet en we gebruiken klei voor kleine kinderen, dus giftig is het niet.’ De argeloze voorbijganger valt de rupsen ook niet op: Hernández-Agüero kon ze zelfs soms met moeite terugvinden. Ecologisch onderzoek in de stad kent meer uitdagingen: ‘We onderzochten eerst een stuk meer bomen, maar de gemeente heeft per ongeluk wat takken afgezaagd waar de rupsen op zaten. Dus die moest ik uit het onderzoek halen.’ Het is tekenend voor ecologisch onderzoek in de stad, vervolgt Hernández-Agüero: daar wordt groen nou eenmaal veel gemanaged.
Naast geluid, werd ook de invloed van de hoeveelheid kunstlicht en ondoordringbare oppervlakten (lees: steen, asfalt) onderzocht, maar daar was het verband minder eenduidig. Na de demonstratie wikkelt Hernández-Agüero het ijzerdraad en de klei weer van de tak af. Een paar meter hoger in de eik bungelt een thermometer aan een tie-wrap: onderzoek naar de toenemende temperatuur van de stad op de biodiversiteit loopt nog tot aankomende zomer.
