Muzikant Ahmad Naffory kan eindelijk zijn vader in Syrië weer bezoeken

Ahmad Naffory (35) stapt zijn gitaarwinkel aan de Czaar Peterstraat binnen. Op de werkbank ligt een kapotte gitaar, de snaren hangen slap over het glimmende hout. Aan de muur hangen allerhande schilderijtjes en foto’s, sommige gaan over Amsterdam, andere doen denken aan het Midden-Oosten.

Naffory, schippert tussen Syrië, zijn geboorteland, en Amsterdam, de stad waar hij al tien jaar woont en die hij als zijn thuis beschouwt. Sinds het uitbreken van de Syrische revolutie in 2011, maakt hij protestmuziek; songs met een politieke boodschap. Toen Syrië te gevaarlijk voor hem werd, vluchtte hij via Libanon naar Amsterdam, waar hij in 2015 arriveerde. We spreken hem in zijn winkel, aan de vooravond van het weerzien met zijn geboorteland en zijn achtergebleven vader.

Zat er altijd al protest in jouw muziek?

‘Toen ik aan de kunstacademie studeerde in Syrië, maakte ik nog gewone muziek. Pas tijdens de revolutie schreef ik voor het eerst politieke liedjes. Dat was heel gevaarlijk; veel mensen verdwenen. Ik weet tot nu toe niet waar veel van hen zijn. Toch kozen wij als kunstenaars ervoor om het te doen; om een boodschap te brengen tegen het regime. Die boodschap was ‘vrijheid.’ Het recht om een mening te hebben en die te delen.’

Hoe zorgde je voor je eigen veiligheid?

‘De opnames deden we verstopt, in de kelder van mijn huis en met maar een paar vrienden. Het moeilijkste was dat je niemand kon vertrouwen. In het begin dachten we nog dat al-Assad snel weg zou zijn: vijftien dagen, misschien een maand. Toen een van mijn vrienden werd opgepakt, ben ik gevlucht. Het was te gevaarlijk.’

Uiteindelijk kwam je in Nederland. Begrepen mensen je liedjes hier nog wel?

‘Nee, de cultuur is hier zo anders. En er is geen oorlog. Veel mensen vonden het een saai onderwerp, vooral de jongeren. Maar ook de gevluchte mensen waren moeilijk te bereiken. Die vonden het interessant, maar ook gevaarlijk. Stel je bent te zien op een filmpje, dan komt je familie thuis in gevaar.’

Maakt het je uit of er veel mensen naar je muziek luisteren?

‘Toen ik jonger was wel. Nu weet ik dat het niet belangrijk is hoeveel mensen luisteren. Ik heb vaak in kleine zaaltjes gespeeld, nu speel ik ook soms in grotere gebouwen. Maar dat maakt niet veel uit. Belangrijker is het om te weten hoeveel mensen je echt geraakt hebt. En als ik kritiek krijg? Dan is dat alleen maar een reden om nog een lied te schrijven.’  

Foto Instagram Ahmad Naffory

Heb je er ooit over nagedacht om er gewoon mee te stoppen?

‘Nee, ik kan alleen muziek maken. Het is mijn manier om mensen de boodschap van vrijheid te brengen. Iedereen begrijpt muziek: mensen die geen Spaans spreken gaan toch flamenco luisteren. Mensen luisteren toch naar opera als ze geen Italiaans spreken. Net zo kan mijn muziek mensen raken, zelfs als ze mijn taal niet spreken.’

Wat maakt dat kunst zo belangrijk is voor verzet tegen regimes?

‘Wat achterblijft na een oorlog is kunst. Hoe kunnen we bijvoorbeeld weten hoe mensen vroeger leefden? Je kijkt naar een schilderij, of je leest een boek uit die tijd. Het smokkelen van medicijnen is ook heel belangrijk, maar de kunst maakt toekomstige generaties duidelijk wat we hebben meegemaakt. Zo blijven onze verhalen bewaard.’

Lukt het je om jouw muziek door te geven?

‘Dat hoop ik. Samen met de organisatie Musicians Without Borders maak ik ook muziek in AZC’s. Deze organisatie geeft training aan muzikanten om workshops te leiden. Met die workshops kunnen we de muziek beter delen met de vluchtelingenkinderen. Je ziet gewoon wat dat met kinderen doet. Het geeft ze de mogelijkheid om zelf ook kunst te maken en verhalen te vertellen. Zo worden ook zij niet vergeten.’

En je vader? Ga je voor hem spelen?

‘Zeker. En hij gaat meezingen. Eindelijk.’