Een moccachino-latte in plaats van een broodje shoarma

Amsterdam – Yuppen hebben nu ook de Indische Buurt ontdekt. Met hun macbooks, kinderwagens en latte-moccachino’s trekken ze de wijk in. Maar het brengt ook een keerzijde met zich mee. Gentrification, een vloek of een zegen?

Javaplein, Indische Buurt
Javaplein, Indische Buurt

Al vanaf de overkant van het Javaplein is het draadloze internet van de gloednieuwe Coffee Company te ontvangen. Binnen staat een kinderwagen. Twee jonge moeders. Langs het raam zitten een paar twintigers achter hun openklapte macbooks. Barista Naomi vertelt dat er vooral studenten komen. “Het was ook wel nodig, deze Coffee Company, voor al die mensen die nog snel even een kop koffie  voor hun werk willen halen.”

De Coffee Company is een symptoom dat het goed gaat met de wijk, die nog niet zo lang geleden werd aangewezen als één van de slechtste wijken van Nederland. Langzaam verdwijnen shoarmatentjes uit het straatbeeld en komen jonge echtparen met kinderwagens en moccachino-lattes hiervoor in de plaats. De gentrification van de Indische Buurt een feit.

Gentrification. Een officiële vertaling is er niet: opwaardering, of ‘veryupping’ zijn synoniemen die in de literatuur vaak worden gebruikt. Het komt van gentry, Engels voor (land) adel. Het woord behelst de opwaardering van de stadscentra, door een stijgende vraag naar woonruimte van voornamelijk goedverdienende young urban professionals, oftewel: ‘de yuppen’.

Maar er is een keerzijde. De komst van de yuppen roept het beeld op van arme stadsgezinnen die uit hun volksbuurt worden verdreven. Sociale spanningen zijn het gevolg. Zo is het in Berlijn al jaren populair om BMW’s en Mercedessen in brand te steken. In New York, waar de yuppen na Brooklyn ook de voormalige achterstandswijk Harlem hebben ontdekt, wordt het straatbeeld getekend door graffititeksten als ‘whitey go back below 110th’, verwijzend naar de straat waar Harlem begint.

In Amsterdam heeft het tot dusver nog geen heftige reacties ontlokt. Waarom niet? Worden hier geen arme gezinnen tegen hun wil weggedrukt naar ‘groeikernen’ en tuindorpen als Purmerend of Almere, of dichterbij, Osdorp en Amstelveen? Heeft gentrification geen kwalijke gevolgen voor onze hoofdstad?

Waar komen die yuppen vandaan?

Gentrification is het beste wat Amsterdam in honderd jaar is overkomen,” zegt Errik Buursink, planoloog bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) in Amsterdam. “De hervonden interesse van jonge, hoger opgeleiden heeft Amsterdam gered van complete verloedering.”

Want net als alle andere grote steden liep ook Amsterdam vanaf de jaren vijftig leeg. Grote boosdoener was de auto, die het families mogelijk maakte buiten de stad gaan wonen. Iets wat men massaal deed. Samen met de de-industrialisering in de tweede helft van de twintigste eeuw zorgde dit voor suburbanisatie, een ware leegloop van de grote steden. Ook Amsterdam. Telde de hoofdstad in 1953 nog 835.000 inwoners, in 1980 waren dit er bijna 200.000 minder. Vooral de oude volksbuurten in de binnenstad, de Jordaan, de Pijp, de Staatsliedenbuurt hadden te maken met serieuze verkrotting.

Het was in de Amsterdamse Jordaan waar gedurende de jaren zeventig gentrification als eerste op gang kwam. Demografische ontwikkelingen speelden hierbij een belangrijke rol, verklaart Rob van Engelsdorp Gastelaars, emeritus hoogleraar sociale geografie. “Enerzijds was er een enorme daling van geboortecijfers, anderzijds zag je dat jongeren ‘verzelfstandigden’. Het ouderlijk huis werd eerder verlaten om elders carrière te kunnen maken.”

Zodoende ontstonden er vanaf de jaren zestig steeds meer jonge alleenstaanden en kinderloze huishoudens. Deze bleken erg stadsgebonden, omdat de moderne vormen van werkgelegenheid, zoals media en de creatieve industrie, zich hier bevonden. En niet op het platteland. Een andere reden waarom jongeren massaal naar de stad trokken, is meer persoonlijk. Van Engelsdorp Gastelaars. “In de stad ging men op zoek naar een partner, dat gaat daar nu eenmaal lekker.” Voornamelijk universiteitssteden met voldoende horecagelegenheden en een rijk cultureel aanbod bleken aantrekkelijk voor deze groep.

De jaren zeventig bleken nog maar het begin. De dienstensector die toen opkwam, is alleen maar groter geworden. “Hoogopgeleide mensen willen bij elkaar wonen, met elkaar borrelen, met elkaar afspreken, met elkaar van gedachten wisselen”, legt Planoloog Errik Buursink uit. Hierdoor ontstaat een vraag naar ruimtes als Coffee Company: tentjes binnen het stadscentrum die door zelfstandigen zonder personeel, de zogeheten ZZP’ers, worden gezien als hun mobiele kantoor. Met als gevolg: een toegenomen woningdruk. Buursink spreekt van een ‘demografische trendbreuk’. “Voor het eerst in vijftig jaar is in Amsterdam zowel het geboorteoverschot als het binnen- en buitenlandse migratiesaldo structureel positief.

De groeiende vraag naar woningen binnen de Amsterdamse ringweg brengt sterk stijgende huurprijzen met zich mee. Dit biedt de gemeente de ruimte om over te gaan tot stedelijke vernieuwing, zoals duidelijk te zien is in de Indische Buurt. In 2008 werd de Javastraat op de schop genomen; het moest een “brede mediterrane winkelboulevard” worden. In 2011 was de herinrichting van het Javaplein voltooid, compleet met Coffee Company en het gerenoveerde badhuis, waarin nu een hippe eettent (Het Badhuis) is gevestigd. Ook de opening van het cultureel centrum Studio K in 2007 is in het licht van stadsvernieuwing te zien.

De Coffee Company op het heringerichte Javaplein in de Indische Buurt
De Coffee Company op het heringerichte Javaplein in de Indische Buurt

Het hoe en waarom

Logisch dat gemeentes dit soort ontwikkelingen ondersteunen, vindt Van Engelsdorp Gastelaars. “Steden krijgen een enorme injectie van hoogopgeleide mensen. Bovendien, als je stad op de internationale markt wil concurreren, want daar draait het tegenwoordig om, moet je ook aan het niveau van je voorzieningen werken.” Daarbij brengen jonge, talentvolle mensen geld met zich mee. “Die jonge afgestudeerden zijn economisch een goed draaiende groep, zeker op termijn”, aldus Van Engelsdorp Gastelaars.

Steden zijn tegenwoordig steeds meer een ‘opwerkfabriek’, een roltrap voor pasafgestudeerden op weg omhoog op de sociale ladder. Wethouder Maarten van Poelgeest (Ruimtelijke ordening, GroenLinks) omschreef Amsterdam ook wel als een ‘emancipatiemachine’; er komen vooral jonge starters binnen. Ze komen voor een opleiding en een carrièrestart naar de stad, en vertrekken vervolgens weer rond hun veertigste.

Diversificatie is ook een reden voor de stad om meer goed verdienende en hoogopgeleide gezinnen naar een wijk als de Indische Buurt te krijgen. Een goede mix van sociale klassen voorkomt het ontstaan van gesegregeerde achterstandsbuurten. De komst van hogere klassen zou lagere klassen omhoog trekken. Meer geld in de buurt leidt tot meer en betere voorzieningen, rijkere en betere leerlingen zorgen voor betere scholen, lijkt het adagium.

Deze instroom van yuppen gaat gepaard met de nodige ruimtelijke vernieuwingen: de buurt gaat er beter uitzien, er komt meer groen, meer culturele en horecagelegenheden en meer geld voor stadsverfraaiing. Maar dit is niet alleen het gevolg van sociale opwaardering, het is ook een aanjager die yuppen naar wijken als de Indische Buurt moet lokken.

Vrije markt

Daling Sociale Huurwoningen
Afbeelding 1: Klik voor groter

Daarbij wil Amsterdam haar woningmarkt meer vrijgeven. Arie de Zeeuw, beleidsmedewerkers bij Dienst Wonen van Amsterdam, wijst erop dat Amsterdam internationaal uit de pas loopt. “Als je het vergelijkt met Europa, is er overal vrije markt – behalve hier. Dit wil Amsterdam graag anders, niet iedereen moet afhankelijk zijn van de overheid. En Amsterdam bestaat niet alleen maar uit mensen met lage inkomens.”

Het terugbrengen van sociale huur, waardoor meer woningen beschikbaar worden voor de vrije huursector en de koopmarkt, is ook een manier om veryupping te stimuleren. Het is de woningcorporaties sinds 1998 toegestaan binnen bepaalde afspraken woningen naar die vrije markt te brengen. Hierdoor ontstaat meer marktwerking.

In Amsterdam is nu ongeveer de helft van de woningvoorraad goedkope corporatiehuur. De andere helft bestaat voor een kwart uit koopwoningen en voor een kwart uit dure corporatie of particuliere huur. Die verhoudingen wil Amsterdam veranderen. Een manier om dat te doen, is volgens De Zeeuw om bij nieuwbouw nog maar dertig procent voor sociale huur toe te wijzen. “Dat wil niet zeggen dat zeventig procent verdwijnt, maar het wordt wel minder. ”

Corporaties maken dankbaar gebruik van de gemiddeld hogere huurprijzen (zie afbeelding 1) die het gevolg zijn van de toenemende druk op de Amsterdamse woningmarkt. Dit doen zij door het zogenaamde splitsen en doorverkopen van sociale huurpanden. In de Indische Buurt daalde het percentage sociale huurwoningen hierdoor van 78,1 procent in 2000 naar 68,9 in 2010 (afbeelding 2).

Afbeelding 2: klik voor groter
Afbeelding 2: klik voor groter

De keerzijde

Maar niet iedereen is tevreden met de veranderende samenstelling van de Indische Buurt. Volgens Frans Ondunk, voorzitter van huurdersvereniging Oost, boet een buurt juist in aan leefbaarheid wanneer nieuwe bewoners massaal de wijk intrekken. “De studenten en jonge academici die komen,  hebben geen sociale binding met de buurt. De cohesie verdwijnt door dit systeem.” Ondunk gelooft niet in het argument dat daar enige tijd overheen moet gaan. “Ik zie daar niets van. Ook niet over tien jaar. Want ze winkelen wel, maar heus niet bij de Turks om de hoek.”

Volgens socioloog Merijn Oudenampsen, die meerdere publicaties over dit onderwerp op zijn naam heeft staan, wordt gentrification vaak ten onterechte gezien als een wondermiddel. “Je verandert niet de situatie van die mensen die er voorheen woonden. Ze hebben niet opeens een beter leven omdat ze een hoogopgeleide buurman krijgen.”

Hij wijst op een sociologisch onderzoek, uitgevoerd door Justus Uitermark en Jan Willem Duyvedak in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. “De stelling dat lage klassen kunnen meeliften op het succes van hogere klassen klopt niet. Er blijft segregatie. De blanke mensen die in Nieuw-West gaan wonen, sturen hun kinderen heus niet naar een zwarte school. De enige vorm van interactie die ontstaat, is dat er meer restaurantjes komen waar deze mensen eten kunnen serveren aan hun nieuwe, hoog opgeleide blanke buurman.” Van Engelsdorp Gastelaars beaamt dat geen enkel onderzoek aantoont dat een gemengde wijk de buurt ten goede zou komen.

Ondunk is het ook niet eens met het argument dat de wijk er beter gaat uitzien door de instroom van nieuwe rijke bewoners. “De ideeën en dat stukje groen, die komen van de paar bewoners die zijn  achtergebleven. Die hebben nog wel binding met de buurt. Zij komen op inspraakavonden met initiatieven. Zij zorgen ervoor dat als er dan toch gesloopt wordt er een leuk stukje groen bij wordt aangelegd. Die jonge mensen zijn alleen maar hartstikke blij met hun goedkope huurwoning in onze opgeknapte buurt.”

De voorzitter van de huurdersvereniging is bang dat een vrije markt zowel corporaties als particuliere huurders zal stimuleren om druk uit te oefenen op zittende huurders om te vertrekken en vervolgens de huur omhoog te gooien. Socioloog Oudenampsen, verwacht niet zozeer dat corporaties huurders weg zullen pesten uit hun huis. Wel wijst hij op wat er gebeurde in De Pijp, nog een wijk waar gentrification toesloeg. “Er is daar relatief veel particuliere verhuur. Daar werden bewoners wel weggepest. Het water werd afgesloten, huurbazen wachtten lang met het repareren van een kapotte cv, dat soort dingen. Dit zie je nu ook gebeuren in de Indische Buurt ook.”

Stadsvernieuwingsurgentie

Errik Buursink van DRO vindt dat er helemaal geen sprake is van bewoners die hun buurt uit worden gejaagd. Er bestaat namelijk zoiets als ‘stadsvernieuwingurgentie’: wanneer een pand door een corporatie wordt gesloopt of gerenoveerd en verkocht, krijgen bewoners een jaar tot anderhalf de tijd om iets anders te vinden. Èn voorrang op de wachtlijst. “Deze mensen hebben het recht op een andere huurwoning in dezelfde wijk. Interessant is dat veel van hen echter van de gelegenheid gebruik maken om hun woonsituatie elders in de stad of de regio te verbeteren.”

De Zeeuw is binnen Dienst Wonen verantwoordelijk voor deze zogeheten ‘stadsvernieuwingsurgenten’.  Van de in 2010 verhuurde sociale huurwoningen in Amsterdam (totaal 13.949) ging er zo’n dertig procent naar voorrangskandidaten, waar ook de stadsvernieuwingurgenten onder vallen. Deze laatste groep maakt zo’n veertig procent uit van de ruim 3500 voorrangskandidaten die de regio Amsterdam telt.  De Zeeuw durft niet te zeggen of deze mensen voor een vergelijkbare huur iets in dezelfde wijk kunnen vinden. “In het geval van stadsvernieuwingsurgentie is er namelijk bijna altijd sprake van verbetering in de buurt. En dat houdt een huurverhoging in.”

Frans Ondunk denkt niet dat de voorrangsregeling veel effect heeft. “We hebben het over duizenden mensen. Wil je die allemaal in Amsterdam plaatsen? Almere zit er al vol mee, met dat soort vluchtelingen. Of Hoofddorp, ook vol met mensen die Amsterdam uitgejaagd zijn. Die kunnen echt niet allemaal in dezelfde buurt terecht.”

De conclusie lijkt duidelijk: niet alleen is het voor huurders moeilijk om voor hetzelfde geld een nieuwe woning in hun buurt vinden, ook gaat de sociale woningmarkt door de veryupping verder op slot. Het aantal sociale huurwoningen neemt af terwijl de stadsvernieuwing waarmee de gentrification in de Indische Buurt gepaard gaat, zorgt voor nog meer woningzoekenden die de wachtlijsten van de corporaties er niet korter op maken. Inmiddels is de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Amsterdam opgelopen tot zo’n elf jaar.

Toch, weinig boze huurders

Maar auto’s vliegen hier niet in brand. Graffiti of demonstraties tegen de komst van de yuppen zoals in Berlijn of New York zul je in de Indische Buurt niet vinden. Dat komt omdat er in Nederland nog altijd relatief veel huurderbescherming is, anders dan bijvoorbeeld in New York waar geen doorlopende huurcontracten bestaan. Je staat daar zo op straat, aldus Rob van Engelsdorp Gastelaars. Daarbij verloopt het proces van gentrification in Nederland veel geleidelijker. Heel anders dan bijvoorbeeld in Berlijn, een stad die helemaal was leeggelopen totdat het in één klap weer zijn hoofdstadfunctie terugkreeg.

Ondanks dat dit proces van opwaardering een stad er structureel bovenop lijkt te helpen, kan het in de nabije toekomst voor echte problemen gaan zorgen, denkt de socioloog. “Het wordt nu echt dringen om die laatste goedkope woningen. Starters, studenten, maar ook andere categorieën gaan het steeds moeilijker krijgen om iets te vinden of iets te behouden. Dit gedrang ga je voelen in West, Zuid, en nu ook in Oost tegen de binnenstad aan. Je kunt daar weinig aan doen. De steden zijn volgebouwd, het enige wat je kunt hopen is dat je een doorstroom op gang krijgt.”

Toch moet worden opgepast dat Amsterdam niet richting Parijs gaat, met problematische banlieues tot gevolg. Want, zo denkt Van Engelsdorp Gastelaars, de tuinsteden om Amsterdam kunnen grote  probleemgebieden worden. De rellen in Londen eerder dit jaar vindt de socioloog des te opvallend, omdat de Britse hoofdstad het eigenlijk ontzettend goed doet. Hij gelooft dat die rellen passen in deze thematiek van sociale spanningen die gentrification met zich meebrengt. “Tot nu toe hebben wij het onder controle. Maar het kan ons ook overkomen.”

Enhanced by Zemanta