Technologische snufjes gaan economie niet circulair maken

AMSTERDAM – De gemeente Amsterdam wil dat de stad in 2050 volledig circulair is. Maar gaat het daarbij niet te veel over technologische snufjes?

Van gras en riet ANWB-paddestoelen maken, zogenaamde ‘anaerobe vergisters’ en ‘evolutionaire engineering’. Als het over de ‘circulaire economie’ gaat, vliegen de high-tech innovaties je om de oren. Dit voorjaar komt de gemeente met de strategie Amsterdam Circulair 2020-2025. Daarin worden concrete maatregelen aangekondigd om die doelstelling te halen.

Een circulaire economie is een economie waarin afval niet bestaat, zo legde commercieel manager van de Haven van Amsterdam, James Hallworth deze week uit aan NAP Nieuws. In Amsterdam moeten in 2050 alle materialen en grondstoffen herbruikbaar zijn, zodat ze kunnen worden verwerkt in nieuwe producten. De Port of Amsterdam bracht in het Westelijk Havengebied zo’n 18 start-ups bijeen die bezig zijn met nieuwe technologieën voor de ‘circulaire transitie’. 

Volgens Derk Loorbach, hoogleraar socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit, is er bovenmatig veel aandacht voor start-ups en gaat het veel te weinig over systematische verandering van consumptiepatronen. ‘De tragiek van de duurzaamheidstransitie is dat we zo graag willen veranderen. Politici zijn dan heel blij met een hippe start-up. Die doet het goed op een flyer of op het podium met een praatje.’ 

De crap-cycle

In een essay uit 2017 over ecomodernisme in De Groene Amsterdammer levert Jaap Tielbeke kritiek op deze beweging. Tielbeke typeert de ideologie van de ecomodernist als ‘uitgesproken optimistisch’, ‘met een onwankelbaar vertrouwen in de vindingrijkheid van de mens en de kracht van technologie’. 

Tielbeke reageert op het soort oproepen zoals dat van oud-staatssecretaris van financiën Willem Vermeend. In 2017 spoorde hij in Trouw het kabinet aan om meer geld vrij te maken voor start-ups en nieuwe duurzame technieken. Zonder innovatieve start-ups is het klimaat niet te redden, zegt hij. Ook in recent onderzoek van wetenschappers van de Universiteit Utrecht uit 2019 wordt betoogd dat start-ups een belangrijke bijdrage aan de circulaire transitie leveren. 

Vaak is al die nieuwe technologie volgens Loorbach slechts een manier om meer te blijven consumeren en de fundamentele problemen met duurzaamheid vooruit te kunnen schuiven. ‘Het idee is dat we ons grondstofgebruik tijdelijk wat efficiënter maken, om vervolgens weer door te kunnen groeien’, zegt hij. ‘Het gevolg van efficiënter met afval omgaan, betekent in de praktijk vaak dat er meer producten worden gemaakt en dat de hoeveelheid afval ook weer toeneemt. Dat wordt ook wel de ‘crap-cycle’ genoemd.’

Fietsen repareren

Uit onderzoek van het PBL bleek dat de circulaire economie veel breder is dan vaak wordt gedacht. ‘De meesten stellen zich meteen ingewikkelde technieken en enorme omwentelingen voor, maar een fietsenmaker die fietsen repareert is óók deel van de circulaire economie,’ zo zegt Trudy Rood, een van de auteurs van het onderzoek. 

In het huidige systeem vervalt de garantie van smartphones als je ze laat repareren. En hoewel telefoons steeds vaker kunnen worden gerepareerd, geldt dat niet voor producten als waterkokers of koffiezetapparaten, al zijn er uitzonderingen zoals het Repair café in de Pijp, waar NAP Nieuws langsging. Het gaat volgens Rood veel meer om een cultuurverandering: we moeten minder weggooien en meer repareren, maar dat moet ook allebei mogelijk zijn natuurlijk.

In tegenstelling tot de reductie van CO2, zijn we bij de transitie naar een circulaire economie veel minder afhankelijk van technologische innovatie, zegt Rood. ‘Het systeem van regels, normen en gewoontes die passen bij een lineaire economie moet op de schop.’ 

Zelf veranderen?

Volgens Jaap Tielbeke zal een drastische inperking van klimaatverandering niet komen door de inspanningen van ‘uitvinders of ingenieurs’, maar van beleidsmakers met een holistisch perspectief op onze toekomstige maatschappij en economie.

Loorbach sluit zich daarbij aan. ‘De hele rijksbegroting is gebaseerd op een lineaire economie’, zegt hij. ‘De gemeente Amsterdam heeft nog contracten met afvalverbranders en bouwt woningen die nog verwarmd worden met fossiele warmtenetwerken. Bedrijven en producenten worden nauwelijks gestimuleerd om circulair te opereren, denk maar aan het feit dat er nog steeds geen statiegeld zit op blikjes en veel plastic flesjes. Het gaat alleen om individuele gedragsverandering. De overheid en het bedrijfsleven gaan intussen gewoon op de oude, lineaire manier door.’

Zijn de uitvinders die in de Haven van Amsterdam anaerobe vergisters en ANWB-paddestoelen van riet maken dan overbodig? Rood: ‘Nee, die zijn óók nodig. Veel technologieën zijn er al, we moeten alleen ook zelf nog veranderen.’

Reactie Lisa den Oudendammer, woordvoerder van wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid, GroenLinks):
‘Wat het Planbureau voor de Leefomgeving stelt, klopt. De strategie van de gemeente leunt zeker niet alleen op technologische innovatie, maar ook op de sociale kant. Om circulair te worden, moeten we op een fundamentele andere manier naar de economie en ons eigen gedrag en consumptiepatroon kijken. We kunnen nog niet in detail vooruit lopen op de nieuwe strategie, die verschijnt dit voorjaar.’