Verliest de bekendste rommelmarkt van de stad haar rommeligheid?

AMSTERDAM – In oktober beginnen de werkzaamheden voor de vernieuwing van het Waterlooplein en zijn markt. Dat is veel later dan de bedoeling was, voornamelijk door het verzet van de marktkooplieden. Dat de vernieuwing er nu toch komt, betekent niet dat zij alle plannen steunen. ‘Het moet geen Almere-markt worden.’

Woensdag bracht NAP Nieuws dat de Waterloopleinmarkt kampt met leegstand. De markt is volgens de ‘Marktvisie 2018-2026’ van de gemeente een van de negen markten waarvan de leegstand ‘alarmerend hoog’ is en waarbij ‘snel ingrijpen noodzakelijk is’. Twee van die markten (Ganzenhoef en Bos en Lommer) worden al geschrapt. De hoop is bij de rommelmarkt die al sinds 1885 op het Waterlooplein staat nog niet verloren. 

Conflict

Om de markt te verbeteren wil de gemeente dat er een onderscheidend aanbod komt, dat de markt meer in de looproute van de stad komt te liggen en het hele jaar door aantrekkelijk blijft. Om dit te doen moet onder andere de bestrating worden vernieuwd, de markt opnieuw worden ingericht met een overdekt gedeelte en de stallen compacter worden gemaakt. 

‘Wij willen ook graag vernieuwen, maar niet op deze manier’, zegt Marco van der Rijst. Hij staat met zijn kraam acht jaar op de markt en volgde zeven jaar lang, als voorzitter van de marktvereniging, de plannen op de voet. Inmiddels is het conflict met de gemeente zo hoog opgelopen dat hij is gestopt als voorzitter. ‘De bestrating moet inderdaad vernieuwd en de indeling kan best anders. Maar het aanbod hoeft echt niet vergroot te worden. Je hebt hier alles.’

De souvenirskraam van Van der Rijst.

Het is vooral het kleiner en compacter worden van de markt die Van der Rijst boos maakt. ‘Onze plekken worden veel te klein, er is nog maar plaats voor twee planken om uit te stallen.’ Hij vreest dat de markt z’n rommelige karakter kwijt raakt. ‘Het wordt te strak met te kleine plekken. Het moet geen Almere-markt worden.’

Lastig Kind

Dat de marktkooplieden en de gemeente lijnrecht tegenover elkaar staan, blijkt ook uit een rapport dat ombudsman Arre Zuurmond in september 2018 schreef en in handen is van NAP Nieuws. Daarin omschrijft Zuurmond de relatie tussen de gemeente en de marktkooplieden als een relatie tussen een ‘niet-begrijpende, strenge en directieve ouder’ en een ‘dwars, grenzen-oprekkend kind met een te grote mond’. 

De ombudsman lijkt daarbij vooral partij te kiezen voor het lastige kind. Hij schrijft dat de gemeente de marktondernemers en hun expertise onvoldoende betrekt en vervolgens liegt over de goedkeuring die de markt zou hebben gegeven voor de gemeenteplannen. Als voorbeeld noemt Zuurmond de ‘standaardisering en uniformering van de marktkramen naar vier meter breed’. Voor veel marktkoopmannen zou deze maatregel zorgen voor een verlies van inkomsten en bovendien blijkt nergens uit dat zij hierover geïnformeerd zijn, zegt hij.

Navraag bij het stadsdeel Centrum leert dat het definitieve ontwerpplan uit 2018 in oktober ‘gewoon’ uitgevoerd gaat worden. Een woordvoerder laat weten dat ‘de invulling van dat plan’ is bepaald naar aanleiding van reeds gevoerde buurtgesprekken met bewoners en ondernemers. Gevraagd naar voorbeelden van die invulling worden onder meer ‘een gerenoveerd plein met nieuwe bestrating’ en ‘een duidelijke indeling en minder objecten’ genoemd. Welke rol de buurtgesprekken daarin hebben gespeeld, wordt niet duidelijk.

De antwoorden van de woordvoerder verbazen Peggy Stein, interim-voorzitter van de marktvereniging. Zij maakt zich zorgen om de ‘potentiële aangeharktheid’ en het verdwijnen van het ‘anarchistisch rommeltje’ dat de markt kenmerkt. ‘De gesprekken lopen nog, we hebben vorige week nog gesproken met de gemeente’, zegt Stein. ‘Er zijn nog een hoop open eindjes en dat baart zorgen. Er is nog niets waaruit duidelijk blijkt dat de input van de marktkoopmannen wordt meegenomen.’