Voor het eerst stemmen terwijl je land in chaos verkeert

Hoe is het om voor het eerst te mogen stemmen in de gekste periode van je leven? Afgelopen jaar stond het leven voor de jeugd op zijn kop. NAP Nieuws sprak vier Amsterdamse jongeren over politieke participatie in een rumoerige tijd.

Voor jongeren die dit jaar voor het eerst mogen stemmen, zijn de aankomende Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart extra bijzonder. Deze groep heeft het dit afgelopen jaar, mede door de strenge coronamaatregelen, niet makkelijk gehad. Deze week bestormden voornamelijk jongeren door heel Nederland de straten waar zij alles vernielden wat zij tegenkwamen in protest tegen de avondklok.

Maar er staan ook andere grote thema’s op het spel die jongeren aangaan. Uit onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat 73 procent van de mensen tot 35 jaar zich zorgen maakt over de opwarming van de aarde. Tijdens de wereldwijde klimaatprotesten werd al duidelijk dat vooral jongeren zich tegen klimaatverandering uitspreken. 

Ook de spanningen rondom de etnische profilering in de Toeslagenaffaire, Black Lives Matter en de economische crisis hebben een weerslag op jonge mensen. Hebben deze zaken invloed op hoe ze naar de verkiezingen kijken? NAP Nieuws sprak vier jongeren.

Mazen El Majdoubi
Geboren in 1999
Studeert Psychologie en Criminologie in Bristol, Verenigd Koninkrijk

‘Ik vergelijk stemmen met het openbaar vervoer: de bus brengt je niet precies voor het huis van je vriend, maar wel zo dichtbij mogelijk. En ik wil naar een eerlijkere en socialere wereld. Ik zie veel onrecht, zoals in de documentaire Klassen, die gaat over segregatie in het onderwijs. Ik heb ook een lager schooladvies gekregen. Nu doe ik mijn studie met twee vingers in mijn neus.

Mijn vader heeft een tijdje bij GroenLinks gezeten, maar ik weet niet precies wat hij deed. Ik vroeg hem laatst wat ik moest stemmen. Toen zei hij: ‘Niet op GroenLinks.’

Ik heb veel vrienden die ouder zijn dan ik en met hen heb ik het over politiek. Maar ik heb ook een groepje vrienden van mijn leeftijd en jonger. Dat zijn jongens die nog nooit hebben gestemd. Ik denk dat het ze niet uitmaakt, maar misschien denken ze ook dat de politiek niets voor hen doet. Sinds mijn neef vroeg of ik meedoe aan een stemcampagne voor jongeren heb ik mensen aangesproken: ‘Als je niet stemt, hebben we een probleem’. Dat zijn m’n vrienden dus dan kan ik zoiets zeggen.’


Lola Scipio
Geboren in 2002

Studeert Geneeskunde aan de Vrije Universiteit

“Ik vind het heel leuk dat ik voor het eerst kan stemmen. Afgelopen zomer ben ik achttien geworden, dus dat komt net goed uit. Met mijn ouders heb ik het niet echt over politiek. Mijn moeder heeft de Franse nationaliteit, dus zij kan niet stemmen voor de verkiezingen. Mijn vader stemt wel altijd, maar hij heeft een andere politieke mening dan ik. Daar hebben we wel eens discussies over. Hij heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen op Thierry Baudet van het Forum voor Democratie gestemd, omdat hij tegen Europa is. Hij vindt het niet zo belangrijk wat Baudet allemaal zegt over racisme en het milieu. Dat vind ik wel wrang.

Mijn omgeving heeft mijn mening over politiek gevormd, vooral mijn vrienden op de middelbare school, maar ook Amsterdam in het algemeen. Met mijn vrienden heb ik niet echt politieke discussies. Ik heb het wel eens met mijn beste vriend gehad over voor welke partij hij is, maar ik weet niet of mijn vrienden gaan stemmen.’ 


Lotte Meilof
Geboren in 2000

Studeert Natuur- en Scheikunde aan de Universiteit Utrecht

“Eigenlijk mocht ik al in 2019 voor het eerst stemmen, maar toen was ik op reis in Nepal. Ik moest een machtigingsbrief sturen en dat duurde allemaal te lang. Dus dit jaar ga ik zeker stemmen. Vroeger als kind vulde ik al stemwijzers in. Ik ben zelf erg voor verduurzaming. Als we het klimaatprobleem niet oplossen, worden humanitaire zaken als werkloosheid en het daklozenprobleem alleen maar groter. Ik vind het fijn dat het klimaat iets rationeels is, dat past goed bij mijn studie. Discussies over vluchtelingen gaan over ethiek, maar discussies over het klimaat kunnen worden opgelost met onderzoek.

Dat progressieve gedachtegoed heb ik van mijn ouders meegekregen. Het is thuis een fijne omgeving om daarover gesprekken te voeren en een mening te vormen. Dan ben ik na zo’n discussie met mijn ouders in een gesprek met vrienden zekerder van mezelf. 

Zelf heb ik geen ambitie om de politiek in te gaan. De aanpassingen die je kunt doen aan het bestaande systeem vind ik te marginaal. Maar eigenlijk in de wetenschap precies hetzelfde. Ik zal nooit als Einstein formules bedenken. Dus misschien is dat een slecht argument, maar wel een dat nu bij mij leeft.”

Ingie Elzeny
Geboren in 2001

Studeert Political Science aan de Vrije Universiteit

Vooral als je een tweede generatie migrant bent in Nederland, is stemmen belangrijk. Mijn ouders zijn naar Nederland gekomen toen ze heel jong waren, ik ben half Egyptisch en half Marokkaans. Nu zijn wij onderdeel van de samenleving en is het tijd dat ook wij onze invloed gaan uitoefenen. Als we niet stemmen, krijgen we geen inspraak in hoe Nederland eruit komt te zien. 

Ik heb interesse in politiek omdat er in de geschiedenis veel is gebeurd in het Midden-Oosten en in Afrika. Daar wilde ik meer over weten en dan kom je bij de wereldpolitiek. Mijn vader kijkt de hele avond Egyptische talkshows over politiek. Dat is echt een ding in de Arabische wereld. Soms worden de discussies heftig, dan lijkt het meer op reality-tv.

Ik vind het jammer dat de politiek steeds meer draait om ideologische debatten en wegdrijft van concrete plannen. Het zijn dingen waar we over na moeten denken, want Nederland gaat niet zo lekker op het moment. De spanningen tussen groepen lopen hoog op met de Black Lives Matter-demonstraties, Zwarte Piet en toenemende islamofobie. Maar het is jammer dat het praktische in de politiek eraf is op die manier. Ik mis de tijd dat Tweede Kamerleden het hadden over de A2.’