Bij Buurtkamer Meneer Howard & Co voelt iedereen zich thuis

Buurtkamer Meneer Howard & Co is de ‘huiskamer’ voor eenzame mensen of mensen die geen geld hebben voor een maaltijd. Maar de deur staat voor iedereen open. Naast eten worden er ook gratis sociale activiteiten gehouden. Eigenaar Howard Kramer (60) kreeg subsidie van Stichting Amsterdam 750 jaar. Een project waarbij 750 Amsterdammers, voor de verjaardag van de hoofdstad in 27 oktober 2025, geld krijgen voor een buurtinitiatief.

Het is dinsdagochtend en de geur van roti vult Buurtkamer Meneer Howard & Co in Amsterdam-West aan de Willem de Zwijgerlaan. Eigenaar Howard Kramer (60) doet de deur open. Zijn twee kleine hondjes Cheng en Pong staan naast hem. ‘Welkom schat.’ Bovenbuurvrouw Chanel (75), die als vrijwilliger bij de Buurtkamer werkt, trekt haar jas aan en vertrekt. ‘We zijn net klaar met koken. Koffie?’

Vriendschappen voor het leven

Howard zit aan een tafel die bedekt is met bloemetjes tafelkleed. Drie jaar geleden is hij de Buurtkamer begonnen: een ‘huiskamer’ voor eenzame mensen of mensen die geen geld hebben voor een maaltijd. ‘Maar de deur staat voor iedereen open,’ zegt hij. Dinsdag en vrijdag wordt er ‘s avonds gegeten. En er gebeurt nog veel meer: van gratis naaicursussen tot lessen in digitale vaardigheden, en van zanglessen voor kinderen tot maandelijkse disco’s. 

Samen met dertien vrijwilligers, waarvan drie mannen en tien vrouwen, houdt Howard de tent draaiende. De oudste vrijwilliger is Chanel en is vijfenzeventig, de gemiddelde leeftijd ligt op vijftig. Allemaal hebben ze een achterstand op de arbeidsmarkt; sommige hebben een persoonlijkheidsstoornis, anderen zijn net in Nederland komen wonen en spreken de taal niet of nauwelijks. Met veel plezier werken zij bij de Buurtkamer. Het is als een warm bad, vinden de vrijwilligers, een echte familie. 

Pleinvrees 

Eenentwintig jaar geleden verhuisde Howard vanuit Den Helder naar Amsterdam. Hij groeide op met een schizofrene moeder en een vader die zijn geaardheid niet accepteerde. Op school werd hij gepest omdat hij op ballet zat en jurken maakte. ‘Als je altijd hoort dat je niks waard bent, ga je daar in geloven,’ zegt hij. Hij veegt een traan van zijn wang. ‘Sorry, het emotioneert me nog steeds.’

Die mentale schade zorgde ervoor dat Howard, toen hij begin twintig was, niet meer over straat durfde te lopen. ‘Ik had last van angststoornissen. Ik durfde niks meer. Ik zat altijd thuis, waardoor ik erg eenzaam werd. De therapieën wilden niet baten. Werken kon ik niet, want elke keer sloeg de paniek toe. Dus werd ik volledig arbeidsongeschikt verklaard.’

Het Kindercafé 

Tien jaar geleden ging bij Howard het roer om. ‘Ik wilde iets opstarten, een sociale onderneming voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt, zoals ik. Ook wilde ik iets doen met kinderen.’ Hij opende Meneer Howard en mevrouw Rosa’s Kindercafé in Amsterdam-West. Voor 2 euro kon je er tosti’s of pannenkoeken kopen. Kinderen konden er spelen, tekenen en zich verkleden, en er werden vaak kinderfeestjes georganiseerd.

‘Het was een enorm succes, altijd druk, maar op een begeven moment werd ik een beetje gek van die gillende kinderen,’ zegt Howard lachend. ‘Ik wilde iets voor volwassenen en ouderen gaan betekenen.’ Daarom verhuisde Howard drie jaar geleden naar de Willem de Zwijgerlaan en zette hij de Buurtkamer op. Sommige vrijwilligers die bij de het Kindercafé werkten, gingen mee. ‘Voordat ik hier kwam, zat er al een buurthuis, maar de vorige eigenaar had het erg verwaarloosd. Het was heel vies en er moest veel veranderen.’ Hond Cheng springt op zijn schoot.

Sociale Helden

Howard deed een subsidieaanvraag bij de gemeente voor een verbouwing. De gemeente vond zijn verhaal over zijn jeugd en zijn inzet voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt zo mooi dat ze hem in 2018 tot Sociale Held West hebben benoemd. Een naam die wordt gegeven aan mensen die zich inzetten voor de buurt. Ook ontving hij 25.000 euro. 

‘Ik had opeens zoveel geld gekregen dat ik het hele pand mooi kon opknappen. Dat is gelukt. Zo hebben we Perzische tapijten gekocht, hangt er kunst aan de muur en hebben we een podium voorzien van een licht- en geluidsinstallatie. En kijk, mijn favoriet; het bellenblaasapparaat.’ Howard drukt op een knop en bellenblaas vult de ruimte. ‘Leuk, hè?’

‘Deze plek is echt bedoeld zodat mensen kennis met elkaar kunnen maken. Mensen die eenzaam zijn komen hierheen, mensen met weinig geld komen hierheen. Maar ik zie ook mensen die financieel rijk zijn, maar sociaal niet. Zij zitten hier omdat zij het zo gezellig vinden. Veel bezoekers komen wekelijks, zij hebben zelfs een vaste plek. Er worden hier vriendschappen voor het leven gemaakt.’

Voor zes euro heb je een avondmaal, krijg je een toetje en twee drankjes. Mensen die het niet kunnen betalen, krijgen het gratis. Als het eten over is wordt het weggegeven aan de bezoekers of mensen op straat. Het dineren op dinsdag en vrijdag is zo populair dat er van tevoren al gereserveerd moet worden. ‘Er is plek voor dertig mensen aan de tafels. Soms zitten ze op het podium te eten. Maar het is wel: ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt, want om stipt zes uur wordt er uitgeserveerd.’ 

Amsterdam 750 jaar

Ondanks dat de Buurtkamer een enorm succes is, werden rekeningen door inflatie en hoge gasprijzen te hoog. De subsidie die Howard kreeg was niet genoeg om ze te dekken. ‘Ik zag het niet meer zitten,’ zegt Howard. ‘Een driekwart jaar geleden had ik bijna de stekker eruit getrokken, ik sliep niet meer, had zoveel stress. Ik wilde ermee stoppen. Maar de gemeente wilde zo graag dat ik open bleef dat ze mijn subsidie verhoogd hebben.’ 

Ook kreeg Howard een half jaar geleden een donatie van de stichting Amsterdam 750 jaar, een project waarbij 750 Amsterdammers subsidies krijgen voor een buurtinitiatief. Het project is in 2019 opgezet en bedoeld voor de 750ste verjaardag van de hoofdstad, die 27 oktober 2025 zal zijn. ‘Opeens had ik een berg geld en kon ik weer de rekeningen betalen. Nu kan ik weer slapen,’ zegt hij lachend.

‘Ik ben heel trots wat ik heb neergezet. Veel mensen die hier komen of werken hebben, zoals ik, een zware rugzak en psychische klachten. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Dat wordt vaak met elkaar besproken. Hier voelen mensen zich thuis. We zijn echt een familie,’ zegt Howard trots. ‘Nog een koffie?’