Martijn van Wijk (35) is de winnaar van de Eindwerkprijs van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Naast zijn werk bij architectenbureau Office WINHOV, volgde hij de vierjarige deeltijd masteropleiding Architectuur. Nu zijn die vele lange avonden met een prijs beloond.
Zijn bekroonde afstudeerproject Island Encounters is een architectonisch plan voor Uilenburg, een eiland in het Amsterdamse centrum. Op Uilenburg vind je een lappendeken van gebouwen uit verschillende tijdperken zoals een oude synagoge, nieuwe woningbouw en eeuwenoude pakhuizen. Die historie interesseerde Van Wijk mateloos, met zijn werk probeerde hij de geschiedenis van het eiland weer uit te lichten. Het juryrapport was lovend: ‘Dat je eerst kijkt naar wat er al is, ligt voor de hand, maar is feitelijk een totaal vernieuwend uitgangspunt.’
Hoe voelde het om de prijs te winnen?
‘Onwerkelijk, ik had het echt niet verwacht. Ik ben van mezelf best kritisch op mijn eigen werk. Het klinkt heel raar: ik werk bij een goed bureau, heb een mooie beoordeling gehad voor mijn afstuderen, win nu ook nog een prijs. Maar toch ben ik nog zelfkritisch. Genomineerd worden was al een enorme eer, maar het daadwerkelijk winnen sterkt mijn zelfvertrouwen.’
Het ging om een open en nieuwsgierige houding
Het project had blijkbaar wel iets bijzonders. Wat was er zo vernieuwend aan jouw werk?
‘In plaats van te beginnen met een idee voor een type gebouw of een functie besloot ik om alleen een locatie te kiezen. Door vervolgens goed te kijken, te luisteren, te observeren, liet ik de locatie mij vertellen wat ik moest doen. Normaal gesproken heb je te maken met opdrachtgevers, die hebben een bepaalde agenda en budget waar je mee moet werken. Nu ging het alleen om een open en nieuwsgierige houding.’
Met je werk wilde je die geschiedenis terugbrengen. Is dat niet juist onecht?
‘Ja, daar ben ik het mee eens. Ik hoop dat ik dat met mijn werk ook het verleden niet letterlijk heb herbouwd. Maar de geschiedenis gaf mij wel aanleiding voor nieuwe ingrepen. Zo heb ik een houten gebouw gemaakt dat doet denken aan de oude scheepswerf. Het nieuwe gebouw geeft een gevoel van wat er vroeger was, zonder iets letterlijk terug te bouwen.’
Waarom is het belangrijk om de verschillende lagen van een stad bloot te leggen?
‘Ik zie steden en gebouwen echt als dragers van verhalen en identiteit. Toen ik afstudeerde moest ik een presentatie geven voor een groot publiek. Mijn moeder was erbij, mijn broer, vrienden, ooms en tantes, collega’s. Zo zaten er mensen in het publiek die mij op verschillende momenten in mijn leven hebben beïnvloed, die mij hebben gevormd tot wie ik nu ben. Zo kijk ik ook naar steden, die hebben ook een geheugen. Als we dat behouden, wordt de stad daar rijker van.’
Een deel van mij zegt gelijk nee
Je schreef dat het project een tegenpool is voor het economisch efficiënt werken. Is het financieel wel haalbaar om op deze manier te bouwen?
‘Een deel van mij zegt gelijk nee.’
Wat zegt het andere deel?
‘Ik denk dat het moet kunnen. Maar architectuur doe je niet alleen. Je werkt samen met bewoners, de eigenaar. Het is naïef om te zeggen dat er niet zo’n krachtenveld is. De markt richt zich op groei en winst, wat soms de levenskwaliteit en de identiteit van een plek in de weg staat. Toch verdient onze omgeving meer aandacht dan alleen de economische waarde. Ik denk dat het kan, met de juiste opdrachtgever zou het moeten kunnen.’
Zou je ooit willen inzetten op de toekomst; iets helemaal zelf bedenken?
‘Dat lijkt mij juist moeilijk, omdat elk stuk land zijn eigen verhaal en context heeft. Het is goed om daarbij aansluiting te zoeken. We moeten altijd proberen de gedeelde grond te vinden in plaats van de contrasten. Kijk bijvoorbeeld naar de Amsterdamse grachten. Dat zijn stuk voor stuk andere pandjes, maar ze hebben allemaal witte kozijnen. Als je ernaar kijkt, lijkt het daarom toch een geheel. Zo moet het zijn.’