Hoe asociaal is een rookverbod in coffeeshops?

Screenshot google maps
Coffeeshop 'Rokerij', Elandsgracht

Hasj roken mag in Nederland, maar niet in de coffeeshop. De Vereniging voor Cannabis Consumenten (VVCC) kwam in verzet tegen het rookverbod en stelde een petitie op. De sociale functie van de coffeeshops moet beschermd worden, vindt de vereniging.

Amsterdam – “Zou je je pakje sigaretten weg willen leggen? Dat is natuurlijk niet de bedoeling.” Aldus de jongen achter de toonbank in de Rokerij, een coffeeshop in de Jordaan, afgelopen woensdagavond. Zijn baas heeft hem te kennen gegeven dat de regels gewoon moeten worden nageleefd. Hij wil geen moeilijkheden. Maar een jointje, ook met tabak, kan dan weer wel. Zo blijkt als het personeelslid zelf een dikke toeter opsteekt. In de coffeeshop zijn enkele tweetallen neergestreken op oosterse kussens. Een koppel giechelende Amerikaanse meisjes betasten een waterpijp en elkaar, een stel met Vlaamse tongval bestudeert de uitgebreide menukaart en helemaal achterin doorgrondt een jongen met een zwart/paarse hanenkam met zijn vriendin het leven. De jongen achter de toonbank overziet het gemoedelijk geheel. Tot hij na een paar hijsen van zijn joint in een lange tirade ontsteekt over de overheid die iedereen van alles oplegt en zich overal maar mee bemoeit.

De coffeeshop ligt inderdaad van alle kanten onder vuur. Minister van Volksgezondheid Ab Klink wil een rookverbod, politiecommissaris Max Daniel vindt dat het voorportalen van criminaliteit zijn, en de Tweede Kamer buigt zich opnieuw over de hoofdlijnen van het drugsbeleid.

Maar in december kwam de Vereniging voor Cannabis Consumenten (VVCC) in opstand. De vereniging, die in 2008 is opgericht en ‘zich hard maakt voor de belangen van de cannabis consument’, bood de Tweede Kamer in december een petitie aan tegen het rookverbod in coffeeshops. Met 35.000 handtekeningen wilde de VVCC aantonen dat het rookverbod de sociale functie van coffeeshops ondermijnt al was het maar vanwege  de daardoor noodzakelijke afscheiding tussen personeel en klanten.

Ook in coffeeshop Biba, een straatje verderop, lag de petitie. Het interieur wordt verbouwd en de shop trekt daarom momenteel minder klanten. “De meeste mensen komen na het werk, om te ontspannen,” vertelt de eigenaar, een jonge versie van Obama. Relaxt staat hij in zijn verder lege zaak. “Hier mogen ze nog gewoon roken, maar misschien dat er op termijn ook wel een afscheiding komt voor de klanten.” De bar ligt achterin de coffeeshop, een glazen wand zou het personeel zonder al te veel kunst- en vliegwerk inderdaad van het zitgedeelte kunnen scheiden. “Met mijn vaste klanten maak ik vaak een praatje, nu komen ze nog gezellig aan de bar zitten. Met een jointje is het ook lekker samen filosoferen hè.”

Maar een echt sociale coffeeshop, die schijnt verderop in de straat te zijn: K.Marong. Door de ruit van de zaak is de toonbank amper te zien vanwege alle prullaria en snuisterijen die zijn uitgestald. Binnen bevinden zich twee donkere mannen, een oudere en een jonge, een Italiaanse vrouw van in de vijftig, en een poes. Ze hebben zich rond een houten tafel geschaard met kranten en koffie. Op de achtergrond zoemt reggae-muziek en loeit een ouderwetse kachel. De oudere man is de eigenaar van de tent, samen met zijn vrouw, die thuis is. Hij komt uit Afrika, en spreekt Engels. Uit alles blijkt dat hij erg trots is op zijn zaakje. En jazeker is het hier een ontmoetingsplek. Mensen uit allerlei landen raken met elkaar aan de praat. “Het is beter dan in de kroeg. De klanten zijn relaxter. En omdat ze nuchter zijn, ook niet agressief. Iedereen praat een beetje met iedereen, niet alleen maar met zijn eigen vrienden.”

Is dit nu de sociale functie waar het VVCC op doelde? Tom Selevsek, secretaris van de vereniging zegt dat het natuurlijk verschilt per coffeeshop. “De oorspronkelijke doelgroep, jongere mensen die drugs willen proberen, heeft baat bij personeel dat de boel in de gaten kan houden, niet gehinderd door een afscheiding.”

Maar de werknemer in de eerste coffeeshop had dat nog niet zo bekeken. “Ach”, verzucht hij uiteindelijk, verborgen achter een rookpluim. “Ik weet het ook niet. Al die meningen altijd maar.”