“Alles is er, alleen op postzegelformaat”

Het Amsterdamse Torpedo Theater viert deze maand zijn tweejarig bestaan. In de nauwelijks drie meter brede Sint Pieterspoortsteeg is het theater bijna onzichtbaar. Het Paroollogo van de vorige eigenaar siert nog altijd het uithangbord. “Ik vind het leuk als je de geschiedenis van het theater kan zien”, zegt Carel Helder (56), creatief leider en eigenaar van het Torpedo Theater. “Maar we hebben binnenkort ‘De Avond van de Lichtbak’ en dan komt er een nieuw uithangbord.”

Carel Helder voor de ingang van het Torpedo Theater. Foto: Laura van der Reijden
Carel Helder voor de ingang van het Torpedo Theater. Foto: Laura van der Reijden

Van 2001 tot 2012 was het Parool Theater gehuisvest in het kleine gebouw in het centrum van Amsterdam. Maar in het pand, oorspronkelijk ingericht als poppentheater, zit sinds januari 2012 het Torpedo Theater. Helder loopt richting de smalle trap naast de bar. “De tap was er niet, die heb ik er een jaar geleden laten neerzetten. We doen steeds een beetje.” Op het nauwe balkon is er goed uitzicht op de kleine zaal. “Grappig hé? Dit is het kleinste openbare theater van Nederland.”

Hoe is het Torpedo Theater ontstaan?
“Het Parool ging met zijn theateractiviteiten in het Vondelpark zitten, samen met de AVRO. Toen hadden ze dit gebouw niet meer nodig. Er was een clubje dat ijverde voor het voortbestaan van het theater: de Stichting Parooltheater. Toen het Parool ermee ophield, vroegen zij of ik kon helpen.”

Wat hebt u toen gedaan?
“Ik ben zelf freelance journalist en redacteur. Stichting Parooltheater vroeg of ik iets met het theater wilde doen, want anders zou iemand er zijn kantoor van maken. Toen dacht ik: ik wil het dan wel zelf doen met een clubje. We hebben een kantoor met tien journalisten en redacteuren – dat heette al Torpedo Reporters. Daar komt ook de naam van het theater vandaan. Zij staan nu achter de bar en bedenken programma’s. Torpedo is eigenlijk een mini-imperiumpje.”

Welke voorstellingen zijn er zoal in het Torpedo Theater?
“We hebben een journalistiek programma, literaire avonden, singer-songwriteravonden, wekelijks terugkerende avonden zoals ‘De Mus’ en een nieuw sport- en televisieprogramma.”

Is het moeilijk zo’n klein en relatief onbekend theater staande te houden?
“We proberen langzaamaan meer bekendheid te krijgen. Maar het gaat best goed met de bezoekersaantallen. Er kunnen iedere voorstelling maar dertig mensen in dus dat is wel intens. Maar als ik om me heen kijk zie ik dat het helemaal niet zo goed gaat met theaters. Mensen zullen nog eens jaloers zijn op de kleinheid van dit theater.”

Is dat ook de kracht van het Torpedo Theater?
“Zeker, er is zo’n laag drempeltje hier – hij is er eigenlijk niet. Mensen bemoeien zich soms ook met de voorstelling. Dat durven ze in een ander theater echt niet. De mensen zijn spontaner, losser en op hun gemak. En het ziet er natuurlijk heel leuk uit. Het is een echt theater, alles is er. Er is een kleedkamer met een douche, een balkon, een barretje en een enorme tap. Maar allemaal op postzegelformaat. Als je het zou oppompen is het net Paradiso.”

Het podium in het Torpedo Theater. © Laura van der Reijden
Het podium in het Torpedo Theater. Foto: Laura van der Reijden

Hoe komt het theater aan inkomsten?
“Giften hebben we eigenlijk niet. De baromzet en kaartverkoop zijn alle inkomsten. De artiesten betalen we nooit, dat kan niet. We wilden laatst een stadsecoloog uitnodigen voor een avond, maar die vroeg geld. Iemand van ons is vervolgens zelf hier komen staan uitleggen. Toen was de ecoloog niet meer nodig!”

Zou het Torpedo Theater subsidie moeten krijgen?
“Nou, dat vind ik eigenlijk niet. Het maakt je zo afhankelijk. Misschien vragen we ooit nog eens subsidie aan, maar ik vind het leuk als we het zelf kunnen. Als ik ergens subsidie voor aanvraag, ben ik dagen bezig met het invullen van formulieren. Dat heb ik er niet voor over.”

Dus u trekt genoeg bezoekers met de programma’s?
“Als het moet, organiseren we vier avonden die helemaal stampvol zijn en dan heb ik genoeg om de huur te betalen. Artiesten kunnen hier alles doen wat ze beter niet in een groot theater of café kunnen doen. En het contact is heel leuk. Na afloop staat iedereen in de artiestenfoyer want er is niets anders. Als Freek de Jonge komt optreden sta je erna met hem te praten. Dat vinden mensen leuk.”