Wormenhotels en asfalt van wc-papier: Amsterdam circulair, maar voortgang niet meetbaar

Een stad waarin economische groei en duurzaamheid samengaan. In april 2020 maakte de gemeente bekend hoe ze dat wil bereiken in de strategie ‘Amsterdam circulair 2020-2025’. Bijna een jaar later zijn de resultaten nog niet meetbaar.

Lokaal voedsel produceren, luiers recyclen en meer kunstgras op de voetbalvelden. Zomaar wat plannen om de stad duurzamer te maken. In lijn met de rest van Nederland moet Amsterdam – uiterlijk – in 2050 circulair zijn. Dat betekent een stad zonder afval en een volledige kringloop van grondstoffen. 

Meetbaar
Al in 2022 moet het eerste doel op weg naar circulariteit gehaald zijn: 10 procent van de ingekochte grondstoffen moet herbruikbaar of hernieuwbaar zijn. In 2030 moet de hoeveelheid nieuwe grondstoffen in de stad gehalveerd zijn.

Maar het valt op dit moment niet te zeggen hoeveel procent van de grondstoffen circulair is, laat de gemeente weten. Binnen Metropoolregio Amsterdam wordt nog gewerkt aan een manier om het percentage te meten, zegt Lisa den Oudendammer, woordvoerder van wethouder Marieke van Doorninck (Circulaire Economie, GroenLinks).

Projecten
Tot de gemeente een methode heeft blijft het onduidelijk of de eerste doelstelling al behaald is. Aan de hand van enkele geslaagde projecten denkt de gemeente wel goed op weg te zijn. 

Er zijn inmiddels ruim tweehonderd verschillende projecten opgezet in samenwerking met inwoners, wetenschappers en ondernemers. Het belangrijkste criterium voor zo’n initiatief: bijdragen aan de circulaire transitie. Dat kan breed worden opgevat, blijkt uit het lijst van ideeën. Van duurzame voeding voor de dieren in Artis tot asfalt van gerecycled wc-papier. 

Hoewel de gemeente duurzame initiatieven ondersteunt, kunnen niet alle projecten zo snel ontwikkelen of opschalen als de stad zou willen. Zo stuiten de initiatiefnemers van de wormenhotels op lange wachttijden door vergunningen en wetgeving.

Bouwen
De gemeente zet in op duurzame verandering aan de hand van drie grote thema’s: consumptiegoederen, gebouwde omgeving, en voedsel en organische afvalstromen. Tegelijk wil de stad de komende dertig jaar 150.000 woningen bouwen en zo’n 300.000 nieuwe inwoners verwelkomen. 

Die doelstellingen hoeven elkaar niet te bijten’, zegt Den Oudendammer. Om meer te bouwen zonder meer CO2 uit te stoten scherpt de gemeente de duurzaamheidseisen aan. Zo werken ze in Buiksloterham aan een circulaire woonwijk door gebruik van gerecyclede materialen en
demontabel Bouwconstructies die weer uit elkaar te halen zijn. Door demontabel en/of adaptief te bouwen kunnen de gebouwen in de toekomst worden aangepast of weggehaald bouwen.

‘Maar onze omgevingsvisie In januari publiceerde de gemeente de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Het is een toekomstvisie voor de stad op het gebied van wonen, economie en duurzaamheid. De omgevingsvisie is nog niet definitief. Tot 3 maart 2021 kunnen inwoners het ontwerp inzien en hun mening laten horen. gaat verder dan het verminderen van CO2-uitstoot. We kijken ook naar de sociale kant.’ Door meer te bouwen wil de gemeente ongelijkheid in de stad tegen gaan.

Donuteconomie
Die visie is gebaseerd op een economisch model van Kate Raworth. De Britse econoom, verbonden aan de Universiteit van Oxford, pleit in haar boek Donuteconomie voor een economie die voorziet in de behoeften van alle mensen zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden.

Op verzoek van de gemeente maakte Raworth ook een advies op maat voor Amsterdam. De bijbehorende stadsdonut dient als een kompas waaraan de gemeente haar beleid kan toetsen. 

stadsdonut
De donutstad van Kate Raworth. Buitenste ring: de negen ecologische grenzen van de planeet. Binnenste ring: de twaalf essentiële levensbehoeften van haar bewoners. Volgens het model van Raworth kan de economie bloeien in de ruimte tussen deze twee ringen. De verschillende domeinen zijn gebaseerd op de duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) van de VN.

bron: Gemeente Amsterdam

Monitor
De ambities zijn er, maar echte verandering is voor de gemiddelde Amsterdammer nog niet voelbaar. Om de circulariteit van de stad in kaart te brengen moet er een monitor komen, schreef de gemeente vorig jaar. Zo kan iedereen de transitie naar een circulaire stad volgen.

Zo’n monitor is er alleen nog niet. De gemeente is op dit moment – samen met onder andere het CBS en onderzoeksbureau TNO – bezig met het verzamelen en analyseren van de eerste data. Naar verwachting zal in het tweede kwartaal van 2021 de eerste dataset online komen, aldus de woordvoerder van de wethouder. ‘Zo verschaffen we duidelijkheid in hoeverre Amsterdam richting de 100 procent circulariteit beweegt.’