Terwijl er een ‘conservatieve wind’ door Europa waait, groeit ‘optimistisch’ Volt in Amsterdam. ‘De stad past bij ons’

Volt Amsterdam hield donderdagavond haar congres in Buitenveldert. De woorden ‘positief’ en ‘optimistisch’ vielen om de haverklap. Toch spelen er ook zorgen over de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen en de ‘conservatieve wind’ die door Europa waait. ‘We moeten iets tegenover het conservatieve geluid zetten.’

‘Er zijn zoveel problemen die je landelijk en internationaal moet oplossen’, vertelt Volt-lid Paul Verheij (77) voorafgaand aan het congres met zo’n vijftig leden in een zaaltje in wijkhuis Buitenveldert. ‘Volt heeft als enige partij een samenhangende toekomstvisie. Dat biedt houvast.’ 

In 1969 was Verheij leider van de Maagdenhuisbezetting, maar lid van een politieke partij was hij tot tweeëneenhalf jaar geleden nooit geweest. ‘Ik was altijd meer van het actievoeren. Politieke partijen vond ik maar gedoe en gekonkel.’ Dat er bij Volt ook weleens ‘gedoe’ is, zoals over het afzetten van Tweede Kamerlid Nilüfer Gundogan voor grensoverschrijdend gedrag, baart Verheij geen zorgen. ‘Het gaat erom hoe je het oplost. Ik vind dat ze dat goed hebben gedaan.’ 

Volt wil een radicale, vernieuwende partij zijn en in Amsterdam doet ze het goed. In de gemeenteraad bezet de partij twee van de 45 zetels. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van november deed Volt het in de hoofdstad, met 3,8 procent van de stemmen, ruim twee keer zo goed als landelijk. ‘We hebben goud in handen. De stad past bij ons’, aldus de donderdagavond verkozen co-voorzitter van het Amsterdamse bestuur, Tim Snoeken. 

Optimistisch

Raadslid Itay Garmy is sinds 2019 lid van de relatief jonge partij. Daarvoor was hij lid van de PvdA. Voor hem maakt de ‘open blik’ van Volt het verschil. ‘Wij hebben contact met andere Volt-fracties in Europa en daar komen ook op gemeentelijk niveau mooie ideeën uit voort. Bijvoorbeeld onze recent aangenomen motie om de mogelijkheden uit te zoeken om de Dam te vergroenen. Daarnaast onderscheidt Volt zich door een optimisme, een geloof dat we de wereld ingrijpend, positief kunnen veranderen.’  

Toch is het met een rechtse Tweede Kamer, de opkomst van anti-EU-partijen in heel Europa, en de mogelijke terugkeer van Trump in de V.S., voor een progressieve, Europese partij niet de makkelijkste tijd om optimistisch te blijven, erkent ook Garmy. ‘Maar de uitslag bij de Tweede Kamerverkiezingen motiveert mij des te meer om door te gaan. We moeten iets tegenover het conservatieve geluid stellen.’ 

Buiten bubbel treden

Hoewel Volt het goed doet in de progressieve hoofdstad, blijven er ook hier uitdagingen, zoals diversiteit. ‘We zijn een linkse, elitaire, en vrij witte bubbel. We moeten meer in contact komen met andere groepen in de stad’, aldus Maartje De Vroege, co-voorzitter van het Amsterdamse bestuur.

Garmy: ‘Ik denk dat ik daar misschien een uitzondering op ben, maar we moeten juist bewust mensen buiten onze bubbel opzoeken. Daar zijn we ook echt mee bezig. Bijvoorbeeld met mijn initiatief ‘bekend maakt bemind’ met DENK-raadslid Sheher Khan.’ De Joodse, pro-Israëlische Garmy en islamitische, pro-Palestijnse Khan gaan onder meer langs op scholen om het gesprek tussen groepen te bevorderen. ‘Ik kwam daar bijvoorbeeld mensen tegen die nog nooit een Jood hadden gesproken.’

‘Onze verkiezingen’

Het congres mag dan een Amsterdamse aangelegenheid zijn, de Europese Verkiezingen van juni, ofwel ‘onze verkiezingen’, zoals kandidaat Sacha Muller ze noemt, spelen ook hier volop. ‘Er waait een ijskoude, conservatieve wind door Europa, daar moeten wij iets tegenover zetten.’ Garmy: ‘De individualisering is te ver doorgeslagen en de polarisatie neemt toe. Het is aan ons om met positieve symbolen te laten zien dat Europa niet iets slechts is. En dat meer Europa, niet minder Nederland betekent.’

In Amsterdam hoopt Volt de ‘stijgende lijn door te zetten’, aldus Rens de Boer van het beleidsteam. Er wordt zelfs al gedroomd van collegedeelname na de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Er moet in ieder geval een ‘collegewaardig programma’ komen. Voormalig Maagdenhuisbezetter Verheij heeft er wel vertrouwen in. ‘Ik ben van huis uit een optimist’.