Tijdelijk azc werd stilletjes onderdeel van Nieuw-West: ‘Soms denk ik: wonen er wel mensen?’

Wie rond het asielzoekerscentrum aan de Willinklaan in Nieuw-West loopt, kan het zomaar ontgaan dat er überhaupt een azc staat. De grijs-blauwe containerblokken hebben ook wel wat weg van een schoolgebouw of bouwplaatscontainers. Het enige azc van Amsterdam, formeel een overbruggingslocatie, werd eigenlijk voor maar anderhalf jaar neergezet. Toch staat het er inmiddels al 6 jaar, sinds februari 2018. En het zal er nog zeker twee jaar staan, tot het nieuwe azc in Houthaven klaar is. ‘Het is niet een plek waar je lang wil zitten.’

De bouw van een nieuw azc in de Houthaven gaat dit voorjaar beginnen. Aan de bouw gaat een lange geschiedenis van bestuurlijke en bouwkundige belemmeringen vooraf. Eigenlijk had het azc al in 2015 gebouwd moeten worden. Na meermaals uitstel duurt het elf jaar langer. Het tijdelijke azc aan de Willinklaan is inmiddels sinds februari 2018 in gebruik, terwijl het eigenlijk maar tot 2019 bedoeld was. In de tussentijd werd het azc, met haar 900 bewoners, onderdeel van de wijk. Al merken veel buurtbewoners weinig van het azc in hun achtertuin. 

Peter Schrik (69) woont al 31 jaar in de wijk, vertelt hij terwijl hij met zijn Duitse herder door het park naast het azc loopt. Hoewel het azc parallel aan zijn wandelroute ligt, slechts gescheiden door een slootje, merkt hij weinig van het centrum. ‘Er wordt weleens wat georganiseerd door het azc, maar ik heb daar nooit zo’n behoefte aan. Het is een beetje een eigen buurtje hier.’

Jaren wachten op status

Zodra asielzoekers een status krijgen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), wat door tekorten steeds langer kan duren, moet de gemeente huisvesting voor ze regelen. Door de woningnood kan ook dit lang duren, waardoor veel plekken in azc’s bezet worden door statushouders. Volgens het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is dat op dit moment voor zo’n 200 van de 900 plekken in het azc aan de Willinklaan het geval. ‘Je hoort weleens dat mensen jaren in die containers zitten te wachten of ze een status krijgen. En ze kunnen pas door als ze een woning kunnen krijgen. Dat is natuurlijk allemaal onbetaalbaar tegenwoordig’, aldus Schrik. 

Vrijwilligers Centrale Amsterdam koppelt bewoners van het azc aan vrijwilligerswerk en is vanaf het begin in 2018 betrokken. Projectleider Jelle Guijt: ‘Tot voor kort mochten asielzoekers, die in de procedure zitten, na een half jaar niet meer dan 24 weken per jaar werken.’ In november oordeelde de Raad van State dat dat in strijd is met de Europese Opvangrichtlijn en mogen asielzoekers, wiens aanvraag minstens zes maanden in behandeling is, meer dan 24 weken werken. ‘Vrijwilligerswerk viel sowieso buiten die norm, dus daar was bij bewoners best veel behoefte aan. We proberen iedereen een passende werkplek te bieden, maar door persoonlijke omstandigheden, zoals trauma’s, taalbarrières of uitslagen van de IND die mee of tegen zitten, lukt dat niet altijd.’

‘Wij hadden ook niet zien aankomen dat het zoveel jaren langer zou duren, maar wij zijn sowieso niet zo bezig met de lange termijn. Wij kijken naar wat er op dit moment mogelijk is en moeten elk jaar maar weer subsidies zien vrij te spelen.’ Ook bewoners van het azc hebben ‘wel belangrijker dingen aan hun hoofd’, denkt Guijt. ‘Er zaten ook mensen die ik vanaf het begin kende en daar drie of vier jaar aan het wachten waren op de IND over hun verblijfsstatus. Dat werkt door. Het is best wel onzeker zo’n tijd, waarvan je niet weet hoe lang die gaat duren.’ 

Of de containerwoningen daar dan wel geschikt voor zijn, durft Guijt niet te zeggen. ‘Het is vrij klein, met veel mensen die je niet kent. Voor een opvanglocatie is het prima, maar het is niet een hele fijne, leuke plek waar je lang wil wonen.’ 

‘Afgesloten wereldje’

‘Het ziet er wel wat klein uit voor zoveel mensen’, vindt ook buurtbewoner Egle Soveite. De Litouwse, die sinds 2015 in Amsterdam woont, merkt verder weinig van het azc. ‘Het is een beetje een afgesloten wereldje.’

Buurtbewoner Muslu Tok (48) maakt zich wel ‘zorgen om wat voor mensen er binnenkomen’. Al vindt hij de opvang in het azc wel goed geregeld. ‘Er zijn een paar jongens die weleens op de motoren of fietsen voor de deur gaan zitten en wat overlast veroorzaken.’ Verder merkt hij, net als andere buurtbewoners, maar weinig van het azc vlak voor zijn deur. 

Karin Kauw van bewonersorganisatie Eigenwijks uit Nieuw-West herkent het beeld dat het azc en de wijk veelal langs elkaar heen leven. ‘We beheren de buurtkamer in het azc en zoeken daarmee echt de verbinding met de buurt. We organiseren bijvoorbeeld ook wandelingen van het azc naar buurthuis Het PlusPunt in Geuzenveld. We doen ons best, maar het gaat zeker niet vanzelf. De ligging helpt niet mee, je wandelt er niet zomaar even binnen. Er zijn ook wel azc’s die er aantrekkelijker uitzien.’

‘Voor ons is de dagelijkse gang van zaken ook al een uitdaging. Zo’n buurtkamer in een azc vergt meer aandacht voor veiligheid bijvoorbeeld, omdat er veel mensen zitten met mentale problematiek.’ Je merkt volgens Kauw dat de locatie niet voor de lange termijn bedoeld was. ‘Je zit er met veel mensen dicht op elkaar. Het is niet de ideale plek om lang te zitten.’

Ook buurtbewoners Ayse en Gunay hebben weinig zicht op wat er in het azc speelt. Ayse: ‘We hebben eigenlijk geen idee wat voor mensen er zitten. Je ziet ze ook niet veel op straat.’ Gunay: ‘Soms denk ik: wonen er wel mensen?’ Ayse en Gunay wonen al 13 jaar in de buurt en hebben nooit overlast ervaren van het azc. Gunay: ‘Ik stuur mijn kinderen er niet alleen langs. Er zitten toch mensen die veel hebben meegemaakt, met trauma’s, dus je bent wel een beetje voorzichtig. Maar die mensen moeten ook ergens heen.’ 

Het COA wil juist dat het leven in het azc ‘lijkt op het leven daarbuiten’. Een woordvoerder benadrukt dat omwonenden altijd welkom zijn, bijvoorbeeld voor het ‘omwonendenoverleg, dat al jaren wordt georganiseerd met buurtbewoners en het management van het azc’.