“Woninginbraken zijn besmettelijk”

Camera's in de Vogelbuurt (Foto: Xanne Visser en Irene Schoenmacker)
Camera’s in de Vogelbuurt (Foto: Xanne Visser en Irene Schoenmacker)

Wat valt er te halen in Amsterdam-Noord? In 2014 steeg het aantal aangiften van woninginbraak voor het derde jaar op rij, terwijl het in de andere stadsdelen daalt. “Een jongen liep in het T-shirt van zijn buurman naar buiten. Even vergeten dat hij het had gestolen.”

Op de rode deuren van de rijtjeshuizen in de Vogelbuurt zitten drie sloten: één op ooghoogte, één onder de deurknop en één op kniehoogte. Achter de ramen boven de voordeuren is een stang zichtbaar. De meeste woonkamerramen laten een sticker zien met de tekst; ‘dit huis is beveiligd tegen woninginbraak’. Op nummer 10 hangen twee videocamera’s achter het raam.

Het uiterlijk van deze buurt in Amsterdam-Noord is een gevolg van het hoge aantal inbraken dat ongeveer een jaar geleden plaatsvond, vertelt wijkagent Rene ten Have. Begin 2014 had het noorderpunt van ‘zijn’ Vogelbuurt last van een twintigtal inbraken binnen een korte tijd. “Het bleek te gaan om een groep jongens van 16 en 17 jaar die uit de buurt zelf kwamen. Toen we enkele hadden opgepakt, nam het aantal inbraken af.”

Graasplek
Preventiemaatregelen als voorlichting, uitdelen van tijdschakelaars en verbeteren van openbare verlichting lijken niet te helpen. In 2014 is een verdriedubbeling ten opzichte van 2008 in Noord te zien, met een totaal aantal aangiften van 1057. Wim Bernasco, onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en bijzonder hoogleraar Ruimtelijke analyse van criminaliteit aan de Vrije Universiteit, herkent de jonge daders die Ten Have beschrijft. “Ik denk dat 40 procent van alle inbrekers groepen jongeren zijn van tussen de twaalf en zeventien jaar. Dat is veel voor zo’n kleine leeftijdscategorie.”

Daarnaast wordt 70 tot 85 procent van de inbraken gepleegd door mensen uit eigen buurt of mensen die er bekend zijn, volgens Bernasco. “Deze mensen kennen de weg en weten wanneer ze kunnen toeslaan.” Woninginbraak is volgens hem besmettelijk. “Inbraken worden zelden opgehelderd, waardoor het voor inbrekers makkelijk is om op dezelfde locatie terug te komen. Je ziet dat ook bij dieren die een plek zoeken om te grazen: ze blijven ergens totdat de buit op is of de locatie te riskant wordt.”

Sijbren van der Veen is wijkagent in Tuindorp Oostzaan, één van de wijken met het hoogste aantal inbraken vorig jaar. Hij bevestigt dat inbrekers vaak uit eigen buurt komen. “Zo was er eens een jongen die bij de buren had ingebroken en een paar weken later naar buiten liep in het T-shirt van de buurman. Even vergeten dat hij het had gestolen.”

Ideale werkplek
De stijgende lijn aan inbraken in Noord kan volgens Bernasco meerdere oorzaken hebben. Aan de ene kant de jonge inwonersgroep, aan de andere kant armoede, weinig sociale controle en grote etnische heterogeniteit in de buurt. “Wanneer de samenstelling van een buurt divers is en vaak wisselt, leert men elkaar niet kennen en houden ze elkaars huizen niet in de gaten. De buurt wordt zo een ideale werkplek voor inbrekers.”

De wijk Tuindorp Oostzaan ligt aan de snelweg. “Dit maakt de vluchtroute voor inbrekers uit het hele land gemakkelijk bereikbaar”, vertelt wijkagent Van der Veen. Bernasco twijfelt aan deze uitleg: “Dit verhaal hoor je heel vaak van politieagenten. Als zij het gevoel hebben alle lokale daders in zicht te hebben, moet de rest van het probleem van buitenaf komen.”

Oplossing
De beste oplossing ziet wijkagent Ten Have in meer blauw op straat en in bevordering van de sociale cohesie in de buurt. “Mensen moeten hun buren leren kennen en eerder een oogje in het zeil houden bij elkaar. Helaas is dit nu niet de norm.” “Sneller 112 bellen”, voegt van der Veen daaraan toe. “En zorg ervoor dat je huis er bewoond uitziet, zodat gelegenheidsinbrekers de kans niet krijgen.”

Bernasco stelt dat er ingezet moet worden op de slachtoffers. “Mensen die al slachtoffer zijn geweest moeten waakzamer gemaakt worden. Het maakt niet uit wat je doet: extra sloten, extra verlichting. Het is opvallend hoe slordig mensen vaak nog zijn in bijvoorbeeld het afsluiten van ramen.”