Holocaustmonument ‘Levenslicht’ onthuld in Hollandsche Schouwburg

AMSTERDAM – Wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks) heeft woensdagavond het Holocaustmonument ‘Levenslicht’ onthuld in Amsterdam. Het monument is tot en met 2 februari te zien in de Hollandsche Schouwburg.

Het Amsterdamse monument maakt onderdeel uit van het grote Levenslicht-monument van kunstenaar Daan Roosegaarde dat vorige week donderdag in Rotterdam werd gepresenteerd. Het grote monument bestaat uit 104.000 stenen die symbool staan voor alle Nederlandse Holocaustslachtoffers. De stenen zijn verdeeld over 170 gemeenten, waar Joden, Roma en Sinti zijn vervolgd. In Amsterdam bestaat het monument, net als in alle andere gemeente, uit zeshonderd stenen.

‘De keuze voor steentjes past in de Joodse traditie’, zegt Agnès van Oeveren (62), medewerker van de Hollandsche Schouwburg. ‘Joden leggen niet zoals christenen bloemen op een graf, maar steentjes. Die traditie gaat terug tot de tijd dat de Joden een woestijnvolk waren. De mensen werden in die tijd begraven op de plek waar ze dood gingen en met steentjes markeerden de nabestaanden de plek.’

‘Nooit kunnen verwerken’

‘Er hadden in Amsterdam eigenlijk 46.000 steentjes moeten liggen’, zegt Cohen Paraira (72), die daarmee doelt op het aantal omgekomen Amsterdamse Joden gedurende de Tweede Wereldoorlog. Een groot deel van zijn familie kwam om in de oorlog, waaronder zijn grootouders. ‘Ik leerde op de basisschool van andere kinderen wat een opa en oma waren.’ Zijn ouders spraken thuis nooit over de oorlog. ‘Ze hebben het nooit kunnen verwerken.’ Toen zijn moeder tachtig was reisde Paraira met haar naar Auschwitz. ‘Dat was heel emotioneel, ik had echt het gevoel dat ik bij het graf van mijn grootouders stond.’

Liny (79) zat zelf ondergedoken in Groningen en verloor haar vader in de oorlog. ‘Mijn ouders werden afgevoerd naar Theresienstadt waarna mijn vader doorging naar Auschwitz. Daar is hij vermoord. Ik denk nog elke dag aan hem.’ Nu werkt Liny als vrijwilliger bij de Hollandsche Schouwburg. Ze vindt het belangrijk om de verhalen over de oorlog door te geven aan jongere generaties. ‘We mogen nooit vergeten wat er is gebeurd.’