‘De Jodenvervolging gebeurde op klaarlichte dag, ook op zonnige zomerdagen’

AMSTERDAM – Deze maand is het 75 jaar geleden dat Auschwitz werd bevrijd door de geallieerden. In een serie van vijf verhalen onderzoekt NAP Nieuws hoe Amsterdam omgaat met de herinnering aan de Holocaust. Vandaag de vierde aflevering: de totstandkoming van het Nationaal Holocaust Museum. Een interview met directeur Emile Schrijver.

Tegen de achterkant van de computer op het bureau van Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier (JCK), staat een grote cheque van 1,5 miljoen euro. Wit karton, dikke paarse cijfers. De prijs werd hem de dag ervoor uitgereikt door Chantal Janzen op het BankGiroLoterij gala. ‘Ik had van tevoren gezegd dat ik niet verrast zou gaan juichen omdat ik een museum over de Holocaust mag gaan maken,’ zegt Schrijver. ‘Dat hoefde gelukkig niet. Ik was wel verrast, het is een hoog bedrag.’

Het Nationale Holocaust Museum opende in 2016 als museum in oprichting. In het gebouw op de Plantage Middenlaan is een provisorische tentoonstellingsruimte ingericht met een fotocollectie, totdat het museum de verbouwing van ongeveer 27 miljoen euro kan betalen.

Het is opvallend dat er nu pas een Nederlands Holocaust museum komt, vindt Schrijver. ‘De Zweedse overheid opende vorig jaar een Holocaust museum. Daar heeft de Jodenvervolging zich niet eens afgespeeld. Hier heeft het Joods Cultureel Kwartier het initiatief genomen. De overheid steunt het museum, maar het idee komt van ons. Dat is ongemakkelijk.’

Emile Schrijver (midden) op het BankGiroLoterij gala

Vijf jaar ellende 

Toch hebben ook de medewerkers van het JCK getwijfeld over het opzetten van een Holocaustmuseum. ‘Er was veel terughoudendheid. Je reduceert 400 jaar Joodse aanwezigheid in Amsterdam tot vijf jaar ellende. Als de camera daar constant op staat lijkt het of de Joden uitsluitend dood waren, terwijl ze hier heel lang gewoond hebben en nog steeds wonen. We moesten de Joodse gemeenschap ervan overtuigen dat we niet alleen het oude, zwarte Holocaustverhaal wilden laten zien.’

Het oude, zwarte Holocaustverhaal waar Schrijver op doelt, vormt de rode draad van grote Holocaustmusea in Berlijn en Washington D.C. ‘Ik vind het belangrijk dat mensen ervaren dat de Jodenvervolging gebeurde op klaarlichte dag, op zonnige zomerdagen. Dat laten die andere musea niet zien. Die laten je door een donker geschilderd treinwagon lopen.’ Schrijver wil onderwerpen aansnijden die in andere Holocaustmusea achterwege blijven. Onderwerpen die eigen zijn aan de Holocaust in Nederland. ‘We willen het hebben over de periode na de oorlog, over de terugkeer van Joden. Over de effecten van de oorlog.’

Duizenden dagboeken 

Schrijver laat een voorlopig ontwerp zien van een van de tentoonstellingsruimtes. De muren zijn wit geschilderd. In kleine zwarte letters staan er data op, waarachter misdaden tegen Joodse Europeanen worden opgesomd. ‘We willen laten zien wat er op politiek niveau gebeurde in Europa, Nederland en Amsterdam, en in welke stadia de Holocaust verliep. Hoe een groep werd buitengesloten en langzamerhand ontmenselijkt. We proberen dat alles terug te brengen tot de persoonlijke verhalen.’ Anne Frank gaat in het museum geen grote rol spelen. ‘We noemen de familie Frank, maar er zijn nog duizenden andere dagboeken die we de ruimte willen geven. Voor het verhaal van Anne Frank kunnen bezoekers twee kilometer verderop bij het Anne Frank Huis terecht.’  

In de ontvangstzaal staat naar het ontwerp een groot lichtgevend vierkant, met daarop: ‘Wat hier gebeurd is, kan weer gebeuren.’ Is dat zo? ‘Ik ben niet bang dat het precies zo weer gebeurt, de geschiedenis herhaalt zich niet,’ zegt Schrijver. ‘Als je een poging doet om ervan te leren, kun je leren dat je op tijd moet signaleren dat er dingen misgaan. Dat gaat nu fout, we kijken gewoon weer weg.’

De verbouwing van het Nationaal Holocaust Museum begon afgelopen 2 februari. Naar verwachting wordt het vernieuwde museum in het najaar van 2022 geopend.