Wijkzorg komt gestaag op gang

(Foto: Suzette.nu)
(Foto: Suzette.nu)
De veranderingen in de thuiszorg zijn met veel tamtam aangekondigd. Per 1 januari is de gemeente verantwoordelijk, en moeten zorginstellingen wijkgericht te werk gaan. Voor thuiszorginstelling Emile is het voorzichtig manouvreren. “We moeten zowel cliënten als hulpverleners tevreden houden.”

Wil Steenvoorden (75) heeft haar poes Minoes net een paar tikken verkocht. “Dat kreng zat me weer te krabben”, verklaart ze. Minoes rent heen en weer door haar woning aan de Amstelkade. Op de vensterbank staan twee porseleinen kerstmannen, op de kast een grote paashaas, vier tuinkabouters op de bijzettafel.

Tweeëneenhalf jaar geleden werd bij Wil kanker geconstateerd. “Gewoon een tumor”, zegt ze, “een tumor in mijn heup.” Sindsdien loopt ze moeilijk. “Maar verder voel ik me best.”

Hulpverleenster Claire Lovell (24) komt sinds Wil voor het eerst behandeld is aan haar tumor elke week langs om een paar uur huishoudelijk werk te doen. “Wat een weertje hè”, zegt Claire terwijl ze haar natgeregende jas aan de kapstok hangt. “Snertweer”, zegt Wil.

Roze tegeltjes
Claire combineert de bijbaan als hulpverlener met haar studie, net als de rest van de ongeveer tweehonderd werknemers bij thuiszorginstelling Emile. Bij Wil heeft de thuiszorg vooral een huishoudelijk karakter. Claire maakt schoon en af en toe doet ze wat boodschappen. “Wil kan haar woning grotendeels zelf onderhouden, maar sommige dingen – waarbij ze bijvoorbeeld door de knieën moet – zijn voor haar te moeilijk”, zegt Claire terwijl ze de roze gebloemde tegeltjes van Wils badkamer afsopt.

Ook voor een relatief kleine instelling als Emile is met de decentralisatie van de zorg het één en ander veranderd. Nu de gemeente per 1 januari verantwoordelijk is geworden voor de thuiszorg, wordt van de Amsterdamse instellingen verwacht dat zij ‘wijkgericht’ te werk gaan. Bij Emile is Claire de coördinator die de overgang naar wijkgerichtheid in goede banen moet leiden.

“Tot dit jaar verdeelden we bij Emile de werknemers in teams die een aantal cliënten onder hun hoede namen”, vertelt Claire. Vooral voor cliënten die veel aandacht nodig hebben werkt zo’n teamverband goed. Sommige cliënten hebben wel tien uur zorg per dag nodig en in dat geval wisselen de teamleden elkaar af. “De cliënt raakt op die manier vertrouwd met de verzorgers en het team kan onderling overleggen en elkaar bijpraten over de staat van de cliënt.”

Flink fietsen
Nu de thuiszorg wijkgericht georganiseerd moet worden, vormen de teams van Emile zich niet meer om een aantal cliënten heen. Elk team krijgt nu een wijk toegewezen. De samenstelling van de teams blijft hetzelfde en de hulpverleners blijven voor zolang als nodig werken bij hun huidige cliënten. “Zo wordt het bestaande teamverband niet doorbroken en hoeven de huidige cliënten niet met nieuwe mensen kennis te maken”, legt Claire uit. Nieuwe cliënten krijgen wel afhankelijk van hun woonplaats een zorgteam toegewezen.

De teams hebben opgegeven welke wijk zij het liefst van thuiszorg zouden voorzien. Dat zorgde voor het nodige gesteggel. Vrijwel elk team gaf voorkeur aan een centrumwijk, niemand wilde naar Watergraafsmeer of Buitenveldert. Uiteindelijk werd het loten. Claires team had pech en kreeg Slotervaart toegewezen. Ze baalt er van: “Ik woon randje Watergraafsmeer, dus dat wordt flink fietsen”.

Haring
Voor Wil verandert er vooralsnog niets. Haar zorgindicatie loopt door tot 2017, wat inhoudt dat zij tot die tijd kan rekenen op tweeëneenhalf uur huishoudelijke hulp per week. Voorlopig komt Claire elke donderdag langs. Mét twee verse haringen, want samen zijn ze op zoek naar de beste haring van de stad. Wil kijkt kritisch naar het papieren zakje dat Claire op tafel legt. “Dit ken ik niet”, zegt ze. “Volgens het AD zijn dit de beste haringen van de stad”, zegt Claire. Wil haalt haar schouders op. “Zal mij benieuwen.”